Pleonasme & tautologie

Welkom!
Aan het einde van de les kun je...

...uitleggen wat een pleonasme is;

...uitleggen wat een tautologie is;

...beide stijlfiguren herkennen en benoemen.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Aan het einde van de les kun je...

...uitleggen wat een pleonasme is;

...uitleggen wat een tautologie is;

...beide stijlfiguren herkennen en benoemen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Stijlfiguur
Doel van een stijlfiguur =  om een bepaald effect bij de lezer te bereiken. 

Vaak wil men hiermee de aandacht van de lezer trekken en hem op een belangrijk punt wijzen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Pleonasme
Komt van het Griekse woord 'pleonasmos', betekent: overvloed.

Bij een pleonasme is er sprake van twee verschillende woordsoorten, waarbij het ene woord iets uitdrukt wat al in het andere woord gezegd wordt. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Pleonasme
een ronde cirkel

een mondeling gesprek

het groene gras

de witte sneeuw

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Tautologie
Bij tautologie wordt hetzelfde nog eens gezegd met andere woorden. 
Deze woorden moeten tot dezelfde woordsoort behoren 
Een tautologie werkt versterkend. 

Een voorbeeld: 
Mijn ouders blijven voor eeuwig en altijd bij elkaar.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Tautologie
Bij een tautologie wordt eenzelfde begrip in andere bewoordingen herhaald.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een pleonasme?
A
de blauwe bloem
B
het groene gras
C
de rode hoed
D
de zwarte vogel

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een pleonasme?
A
De snelle fietser
B
De witte sneeuw
C
Het dikke boek
D
Het witte papier

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een pleonasme?
A
gele kanariepiet
B
mooi boek
C
natte tranen
D
prima start

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van tautologie?
A
blij en verheugd
B
heden en verleden
C
groen gras
D
uren op jou te wachten

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een tautologie?
A
Hij gaat zeker en vast verliezen vandaag.
B
Hij heeft geen idee wat hij moet doen.
C
Dirk is altijd en eeuwig te laat.
D
Hij heeft die ronde bal een schop gegeven.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is hier een tautologie?
A
Ik snoep meestal in de nacht
B
Ik drink nooit tijdens het rijden
C
Ik eet enkel en alleen friet
D
Ik slaap meer dan acht uur

Slide 12 - Quiz

Jullie
Aan de slag!
Lees theorie, blz. 120.

Maak opdracht 1 t/m 4, blz. 120.

Je werkt in stilte (20 minuten).

Klaar = nakijken

timer
20:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions