This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 16 min
Items in this lesson
Deze les
Bespreken weektaak 25
Introductie weektaak 26
Start met weektaak 26
Slide 1 - Slide
Pony Place Wat is het belangrijkste probleem/onderwerp in het verhaal?
A
de kleindochter gaat op vakantie en de ipad kan niet mee.
B
Oma heeft geen tijd meer voor haar klusjes
C
Oma heeft geen zin om Pony Place te spelen
D
Het lukt oma maar niet om Pony Place goed te doen.
Slide 2 - Quiz
Pony Place Het filmpje duurt maar tien minuten, maar hoelang zal het verhaal in het echt duren?
A
uur
B
weekend
C
een dag
D
week
Slide 3 - Quiz
Pony Place Was de film fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie
Slide 4 - Quiz
Pony Place Is het verhaal realistisch of niet realistisch?
A
realistisch
B
niet realistisch
Slide 5 - Quiz
Weektaak 26
Kleuren in de taal
Slide 6 - Slide
Het gras bij de buren is altijd.....
A
blauwer
B
groener
C
roder
D
witter
Slide 7 - Quiz
Zijn hoofd werd zo .... als een tomaat
A
rood
B
geel
C
oranje
D
bruin
Slide 8 - Quiz
Bah! Je hebt vette handen. Die wil je natuurlijk wassen, dus heb je warm water nodig. Je zoekt een wasbak met dubbele kraan en je kiest automatisch de kraan met de rode knop. Maar waarom eigenlijk?
Slide 9 - Open question
Weektaak 26
Kleuren roepen vaak bepaalde gevoelens op. Dat zie je terug in onze taal. Deze weektaak gaat over kleuren in de taal.
De weektaak staat in de Classroom en moet je uiterlijk komende vrijdag inleveren.