NE 2K - Tv (ww.spelling) (les 11)

Welkom
Nederlands
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Huiswerk
Toets: dinsdag 8-10
  • Lezen hst 1 (p 12) en 2 (p 38).
  • Leer de theorie.
  • Neem de opdrachten nogmaals door.
  • Kurzweil?

Bibliotheek 
  • Account aanmaken.
  • Apps downloaden: ebooks en luisterbieb.


Slide 3 - Slide

Taalverzorging H1
Herhaling lesdoelen
  • Je kunt het samengestelde zinnen herkennen.
  • Je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen aanwijzen.
  • Je kunt voegwoorden in samengestelde zinnen aanwijzen.
  • Je kunt de persoonsvorm goed spellen.

Opdracht
  • Maak de mini-LessonUptest.

Slide 4 - Slide

Elk voorjaar als de papegaaiduikers landen op de grote rotsen, trekt dit veel bezoekers.
Welke ontleding is niet juist?
A
elk voorjaar = ow
B
landen = pv
C
trekt = pv
D
dit = ow

Slide 5 - Quiz

Thomas neemt zijn sport serieus en wil niet alleen maar kunnen skaten bij droog weer.
Dit is een samengestelde zin. Benoem de persoonsvormen, de onderwerpen, de gezegdes en het voegwoord.

Slide 6 - Open question

In welke zin is het werkwoord juist gespeld?
A
Wij verhuisten naar Groningen.
B
Wij verhuizten naar Groningen.
C
Wij verhuizden naar Groningen.
D
Wij verhuisden naar Groningen.

Slide 7 - Quiz

Welke spelling is niet juist?
A
Ik vind jou een goede voetballer.
B
De trainer vindt jou een goede speler.
C
Vind je de trainer een goede coach?
D
Vindt je voetballen leuk?

Slide 8 - Quiz

Welke vorm van het werkwoord geven?
ik
je
het meisje
wij
jullie
die jongens
geven
geven
geef
geef
geef
geevt
geevt
geev
geeft
geeft
geef
geef
geven
geev

Slide 9 - Drag question

Spel het werkwoord verliezen in de tt en in de vt.
ik..., jij..., hij..., wij..., jullie..., zij...

Slide 10 - Open question

Taalverzorging H1 (spelling)
Nieuwe lesdoelen
  • Je kunt de persoonsvorm (in de tt en de vt) goed spellen.
  • Je kunt diverse moeilijke woorden goed spellen.

Nakijken
  • Opdracht 1-5 (blz 32-33).
  • Maak opdracht 6 (blz 33).

Slide 11 - Slide

Taalverzorging H1 (spelling)
Uitleg Hoe spel ik de persoonvorm van slapen?

Tegenwoordige tijd
  • Ik-vorm (stam): ik slaapslaap je
  • Enkelvoud: jij slaapt , hij slaapt, slaapt hij (maar: slaap jij)
  • Meervoud (hele ww): wij slapen, jullie slapen, zij slapen

Verleden tijd
  • Zwakke werkwoorden ('t sexy fokschaap): ik pakte, wij pakten
  • Sterke werkwoorden: ik sliep, wij sliepen 

Tip
Leer het ww-schema (zie p 231) uit je hoofd).

Slide 12 - Slide

Oefenen Toets leesvaardigheid
Leerdoelen
  • Je kunt het onderwerp van een tekst vinden.
  • Je kunt de deelonderwerpen van een tekst vinden.
  • Je kunt de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen.
  • Je kunt onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken in een tekst.

Oefening
  • Bespreken tekst: 'Laat naar bed? Niet doen, daar word je dik van'
  • Oefentoets hoofdstuk 1-2 maken.
timer
30:00

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Toets: dinsdag 8-10
Lezen hst 1 (p 12) en 2 (p 38). 
  • Leer de theorie.
  • Neem de opdrachten nogmaals door.

Bibliotheek 
  • Account aanmaken.
  • Apps downloaden: ebooks en luisterbieb.


Tip
Vul het studieschema zelf aan.

Slide 14 - Slide

Samen lezen

Slide 15 - Slide