Kijk- en luistervaardigheid: Aantekeningen maken. Is een mbo'er een student?

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Spreken, kijken, luisteren

Slide 2 - Slide

Wat ga je doen? 
  • Je oefent met het maken van vragen
  • Je weet hoe je aantekeningen moet maken bij een kijk- en luistertoets

Slide 3 - Slide

Stappenplan 
bij kijk- en luistertoets
1. Luister goed naar de instructie
2. Bekijk het fragment en maak aantekeningen
3. Beantwoord de vragen

Slide 4 - Slide

1. Luister goed naar de instructie
  • Wat voor soort fragment is het?
  • Wat moet je doen?

Slide 5 - Slide

2. Bekijk het fragment

  •                   Luister goed en maak aantekeningen

Slide 6 - Slide

Aantekeningen maken
Noteer:
  • Onderwerp en deelonderwerpen
  • Namen
  • Verschillende standpunten + argumenten en voorbeelden.
  • Zijn er verbanden tussen de deelonderwerpen?
  • Gebruik steekwoorden en afkortingen
  • Gebruik eventueel pijlen en of getallen

Slide 7 - Slide

3. Beantwoord de vragen
Beantwoord elke vraag nauwkeurig. 

Controleer of je antwoord geeft op de vraag. 

Slide 8 - Slide

Kijken en luisteren:
Is een mbo'er een student? 
Wat ga je oefenen?
Je kunt goed de discussie volgen die gaande is in het praatprogramma. 

Slide 9 - Slide

Is een mbo'er een student?
Werkwijze: 
  • Kijk en luister naar het fragment. Zet de namen van de personen in je schrift en maak aantekeningen: wat is hun mening en waarom vinden zij dat? Welke voorbeelden geven zij hierbij?
  • Na afloop van het fragment beantwoord je de vragen. 

Slide 10 - Slide

Kijk- en luisteroefening 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Standpunten en argumenten
Sander                      Peter                        Rachel                   Chris




  Rami

Slide 13 - Slide

Beantwoord de vragen in je schrift
  1. Welk ander woord gebruikt Sander Schimmelpennick voor 'mbo'ers'?
  2. Wanneer studeer je volgens Sander?
  3. In de discussie wordt telkens een vergelijk gemaakt tussen basketbal en opleidingsniveaus. Licht in je eigen woorden toe wat wordt bedoeld met deze vergelijking.
  4. Rachel Meerwijk benoemt dat mbo’ers niet dezelfde kroeg in kunnen als ‘studenten’. Waarom niet?
  5. Door wat voor soort opmerkingen voelt Chris zich ondergewaardeerd?
  6. Rami Ismail zegt: ‘Onze wereld wordt vormgegeven door woorden’. Wat wordt hiermee bedoeld?
  7. Welke andere reden geeft Sander voor het feit dat mbo'ers niet dezelfde voordelen hebben als 'studenten'? 

Slide 14 - Slide

Beantwoord de vragen in je schrift

8. Vind je dat Sander Schimmelpennick mbo’ers onderwaardeert? Waarom wel/niet?
9. Vind je dat Peter Kwint te makkelijk denkt over het toevoegen van het woord 'student' aan mbo'ers? Waarom wel/niet?


Formuleer jouw mening in een aantal zinnen. 

Slide 15 - Slide

Antwoorden
1. Praktisch geschoolde mensen.
2. Als je aan de universiteit studeert (en wetenschap beoefent).
3. Dat je je moet focussen op wat je wel kunt, in plaats van dat je boos wordt om wat je (nog) niet kunt. 
4. Ze hebben geen studentenpas. 
5. 'Mbo-student? Je bent toch gewoon een leerling'
6. Woorden zijn heel belangrijk, alles bestaat uit woorden. 
7. Ze zijn nog geen 18 en wonen vaak nog thuis. 
8. Eigen mening. Denk eraan dat hij wél vindt dat mbo'ers alle voordelen moeten krijgen. Hij is het alleen niet eens met het woord 'student. 
9. Eigen mening. Vraag je af: hoe makkelijk of moeilijk is het om dit te veranderen?

Slide 16 - Slide