Therapeutisch leefklimaat

GGZ therapeutisch leefklimaat 
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

GGZ therapeutisch leefklimaat 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen:
  • Je kunt verpleegkundige begeleiding bieden aan een groep zorgvragers
  • Je kunt naastbetrokkenen bij deze zorg betrekken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesopzet:
  • Leefgroep​
  • Opdracht​
  • Afspraken​
  • Fasen van groepsvorming​
  • Groepsrollen​
  • Storende elementen binnen de groep​
  • Conflicten​
  • Rol verpleegkundige​
  • Groepsbijeenkomsten​
  • Sociale vaardigheidstraining










Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar hebben we het de vorige les over gehad?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Soorten leefgroepen:

Opnameafdeling:  acute opname t.g.v. psychische problemen voor korte periode​

Doelstelling: stabiliseren. 
Vervolg: behandelafdeling of terugkeer naar huis​




Doelstelling: begeleiding van zorgvragers bij hun terugkeer in de maatschappij​






Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verblijfs- en wooncentra: zorgvragers met blijvende zorgvraag​
Doelstelling: De zorgvrager met zijn beperkingen zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren​.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Beschermde woonvorm: zorgvragers die ondanks hun psychiatrische beperking wel met begeleiding in de maatschappij kunnen functioneren​
Doelstelling: Eigen invulling aan het leven kunnen geven met enkele momenten van begeleiding​

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Resocialisatieafdeling: zorgvragers die weer terug gaan keren  in de maatschappij​

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Over welke leefgroep gaat het in voorgaande filmpje?
A
Opnameafdeling
B
Verblijfs- en wooncentrum
C
Beschermende woonvorm
D
Resocialisatieafdeling

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De leefgroep:
‘’De groep als therapeutisch instrument’’​

Het leefklimaat als ondersteuning aan de doelstelling (therapeutisch klimaat)​
Onderdelen: sfeer, regels en omgang​
Doel: werken aan persoonlijke doelen en nieuw gedrag oefenen binnen een groep


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Leefgroep:
Informele structuur van de leefgroep​

- Verschillende achtergronden: levensstijl, opleidingsniveau, cultuur, levensgeschiedenis, opvattingen, normen en waarden. ​
- Rollen binnen de groep (bijvoorbeeld leiders) en de invloed hiervan binnen de groep ​
- Observeren van rollen, effecten hiervan (o.a. invloed therapeutisch klimaat) en waar nodig sturen ​
Samenhang binnen de groep​
- Ongeveer 10 groepsleden, contact onderling haalbaar​
- Voorkomen van subgroepen. ​
- Subgroepen kunnen ook ontstaan door bijvoorbeeld gedeelde interesses 






Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Opdracht:
Bedenk met de persoon die naast je zit welke regels/afspraken volgens jullie belangrijk zijn per leefgroep binnen de GGZ. En geef hierbij aan waarom jullie deze afspraken belangrijk vinden.​


In de klas nabespreken

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Afspraken en regels binnen de groep
Om doelen te bereiken en het samenzijn zo goed mogelijk te laten verlopen zijn afspraken en regels van belang​

  • Informele​
  • Op papier vastgelegd

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Leef- en groepsregels

  • Omgang met elkaar, ruimte en materialen​
  • Aangepast per groep en op de groep, indien nodig aanpassen tussentijds​
  • Doel van de regels kennen, maakt het houden aan de regels makkelijker


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Regels voor groepsgesprekken​

  • Omgangs- en communicatieafspraken​
  • Opbouw van het gesprek, de tijdsduur en de leiding​
  • Spelregels om effectief met elkaar te kunnen praten


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Fasen van groepsvorming bij een verandering in een langer bestaande groep
1. voorfase​
2. verkenningsfase​
3. controle- of machtsfase​
4. affectiefase​ 
5. autonome fase​ 
6. afsluitingsfase




Slide 17 - Slide

1)voorfase: groepsdoelen/normen vastgesteld. Deze zijn al vastgesteld voordat de nieuwe zorgvrager is toegetreden. ​
2)Verkenningsfase; de nieuwe zorgvrager probeert achter de reeds gestelde groepsdoelen en groepsnormen te komen. ​
3)Controlefase; de zorgvrager is van de doelen/normen op de hoogte en probeert een positie in te nemen in de groep waar hij/zij zich het meest op zijn/haar plek voelt. Dit kan huidige posities in een groep veranderen. ​
4)Affectiefase; uiten van gevoelens en de gevolgen hiervan ondervinden. Bij het sterker worden van de onderlinge verbondenheid/vertrouwen -> volgende fase. ​
5)Autonome fase: de zorgvrager heeft zijn plek binnen de groep en het evenwicht is herstelt. ​
6)Afsluitingsfase; als iemand de groep verlaat. Juiste manier afscheid nemen is belangrijk. ​
Effectieve groepsrollen
-> positieve bijdrage aan de groep​
  • Stimulerende rol​
  • Toegewijde rol​
  • Realistische rol​     
  • Diplomatieke rol




Slide 18 - Slide

Stimulerende rol​
Toegewijde rol​
Realistische rol; praktisch ingesteld, efficiënt werken. ​
Diplomatieke rol; gericht op het bewaren van evenwicht. 
Niet effectieve groepsrollen
  • Goedhartige rol​
  • Onzekere/twijfelende rol​
  • Apathische rol​
  • Rigide rol​
  • Negativistische rol​
  • Zelfingenomen rol​
  • Manipulatieve rol​
  • Rusteloze rol







Slide 19 - Slide

Goedhartig; alles willen doen voor de ander​
Rigide; blijft bij zijn/haar standpunt, niet flexibel​
Zelfingenomen; meer kan/weten en dit laten merken​
Rusteloze; behoefte aan verandering
Storende elementen binnen een groep:
´Storend gedrag is gedrag van een zorgvrager dat zodanig hinderlijk is voor een medezorgvrager dat diens persoonlijk functioneren hieronder te lijden heeft.´´

Bijvoorbeeld:​
  • Gedragsproblemen voortkomend uit psychiatrische ziekte​
  • Onvoldoende ontwikkelde sociale vaardigheden​

Rol van de verpleegkundige​:
  • Signaleren​
  • Bespreekbaar maken​
  • Individueel begeleiden of later in groepsverband ​







Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Casus:
Een zorgvrager heeft last van stemmen in zijn hoofd. Hij is gewend om tegen die stemmen te schreeuwen. De andere zorgvragers in de groep worden hierdoor angstig of onrustig. Het schreeuwen is een vorm van probleemgedrag waarop de groep kan reageren, bijvoorbeeld met woede en onbegrip. De reactie van de groep heeft vervolgens weer een negatief effect op de zorgvrager. Hij wordt genegeerd, verstoten of soms zelfs bedreigd. Hierdoor kan hij zich onveilig voelen, waardoor zijn hallucinaties worden versterkt en het probleemgedrag toeneemt.​


Hoe zou je hierop reageren?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hoe zou je hierop reageren?

Slide 22 - Open question

Aandachtspunten bij het begeleiden van een groep bij gedragsproblemen:​
Neem maatregelen om het probleemgedrag te beperken.​
Begeleid de groep bij het omgaan met de zorgvrager die probleemgedrag vertoont.​
Maak het probleemgedrag bespreekbaar.​
Help de zorgvrager bij het aanleren van ander gedrag.​
Geef positieve feedback bij verbeterd gedrag.
Conflicten:
Negatief effect op de sfeer​

Vaak t.g.v. niet voldoende ontwikkelde sociale vaardigheden​

´Het ongecontroleerd uiten van boosheid en irritatie kan de enige manier zijn waarop een zorgvrager met gevoelens van onvrede kan omgaan.´
​Effect:
Toename probleemgedrag, en hierdoor meer kans op conflicten -> Negatieve spiraal ​
Woede kan over gaan tot geweld (verbaal/fysiek)​
Leermoment, bij voldoende begeleiding kan dit een positief effect zijn (confronteren met gedrag, bespreken en analyseren)







Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Conflicten:
Signaleren ​

Acuut: opvallend door bijvoorbeeld schreeuwen​
Sluimerend: niet opvallend, vroegtijdig signaleren door observatie en rapportage​ 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Conflicten:
  • Voorkomen van onveilige situaties​
  • Binnen het team en de leefgroep duidelijke afspraken over wel/ niet geaccepteerd gedrag​


Als verpleegkundige dien je meteen in te grijpen bij agressie om onveilige situatie te voorkomen.​

Wat zou je kunnen doen?        




Slide 25 - Slide

bijvoorbeeld door het afzonderen van een agressieve zorgvrager. Als team ben je verantwoordelijk voor de veiligheid op de groep.​
Agressie en bizar gedrag kunnen tot angst en onrust van andere zorgvragers leiden. In een groepsgesprek en in individuele gesprekken geef je ruimte aan zorgvragers om hun gevoelens te bespreken. ​
Voorbeeld:​
T.g.v psychiatrische ziekte ontstaat er agressie​
- woedeaanvallen, materialen kapot maken​
- lichamelijk geweld 
Leefgroep en de rol van de verpleegkundige
Wat is de rol van de verpleegkundige?​


  • Leefgroep observeren​
  • Vertrouwensband opbouwen​
  • Problemen en spanningen signaleren/voorspellen​
  • Regels handhaven door bespreken ​

Hoe stel jij je op bij discussies over bijvoorbeeld regels?






Slide 26 - Slide

Probeer discussie te beperken, geef uitleg over regels en afspraken en laat de zorgvrager weten welk gedrag jij wel en niet tolereert. Wees duidelijk over jouw rol, toon respect voor de mening van de zorgvrager en laat merken dat je hem accepteert.
Begeleidingsstijlen verpleegkundige
  1. Directieve stijl​
  2. Delegerende stijl
  3. Overtuigende stijl​
  4. Participerende stijl​



Slide 27 - Slide

1) Directieve stijl: gericht op sturing/dominant zijn​
2) Delegerende stijl; begeleider houdt afstand tot de groep en laat beslissingen over aan de groep. Tegenovergestelde van de directieve stijl. ​
3) Overtuigende stijl: Samenwerken richting het groepsdoel, gelijkwaardigheid en solidariteit​
4) Participerende stijl; Gericht op een goede band, acceptatie staat centraal. Groepsdoel niet. 
Groepsbijeenkomsten
Als groep samenkomen​

Doel: bijvoorbeeld therapie of ontspanning​

Rol verpleegkundige:​
  • Doel bewaken​
  • Sturen waar nodig​
  • Gebeurtenissen niet negeren en eventueel op terug komen in groepsverband ​

Bij welke doelgroepen zijn er meer groepsbijeenkomsten en waarom?







Slide 28 - Slide

Verslaving/eetstoornissen
Opdracht 3.3 Therapeutisch milieu 
Maak opdracht 3.3 in de gemaakte groepjes. Hier hebben jullie 30 minuten de tijd voor. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Welke educatieve en ondersteunende interventies hebben jullie gevonden om in te zetten?

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Sociale vaardigheidstraining
De communicatieve vaardigheden bij zorgvragers met een psychische stoornis​ zijn vaak:
  • zwak, onvoldoende ontwikkeld of nooit geleerd.​
  • Verstoord door stoornis, bijvoorbeeld: stemmen horen, depressief​
  • Zelfzorgtekorten individu en groep​














Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Sociale vaardigheden ontwikkelen​
  • In individuele gesprekken aandachtspunten/feedback geven​
  • In de groep oefenen​
Rol van de verpleegkundige: organiseren en sturen

Bij welke zorgvragers zou je de sociale vaardigheidstraining adviseren?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Welke basisvaardigheden van sociaal contact ken je? Noteer ook waarom deze belangrijk is.

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3.4 Zorg & technologie
Maak met de gemaakte groepjes opdracht 3.4 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Welke zorg technologisch hulpmiddel hebben jullie gevonden?

Slide 36 - Mind map

This item has no instructions

Hoe kan je het slaapritme van Mike bevorderen?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste wat je hebt gehoord in deze les?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Afsluiten
Bestuderen: Zorgpad zie deelopdracht 4

Heb je vragen?
Tot volgende week!

Slide 39 - Slide

This item has no instructions