Ambachtelijk en Industrieel

Planning

  1. Terugblik
  2. Dimensies: Ambachtelijk en industrieel
  3. Amsterdamse school 
  4. Oefenen met toetsvragen
  5. Maken van een begrippenlijst
1 / 17
next
Slide 1: Slide
CKVMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Planning

  1. Terugblik
  2. Dimensies: Ambachtelijk en industrieel
  3. Amsterdamse school 
  4. Oefenen met toetsvragen
  5. Maken van een begrippenlijst

Slide 1 - Slide

5 architectuurstromingen:
  1. Modernisme
  2. Structuralisme
  3. Postmodernisme
  4. Supermodernisme
  5. Neotraditionalisme
Dimensies:
Toegepast & Autonoom
Ambachtelijk & Industrieel >
5 design stijlen:
1. Bauhaus
2. Art Nouveau
3. Postmodernisme
4. Duurzaam design
5. Social design

vandaag!
 TERUGBLIK!

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt de dimensie ambachtelijk en industrieel herkennen, in eigen woorden uitleggen en onderscheiden van elkaar.
2. Je kunt de hoofdkenmerken van de architectuurstroming 'de Amsterdamse school' in eigen woorden uitleggen
3. Je oefent met het uitgebreid beantwoorden van toets vragen

Slide 3 - Slide

Ambachtelijk en Industrieel
  • Ambacht = handwerk 
  • 'Diegene kent zijn vak' > eigen techniek/Expertise
  • Vaak op een traditionele wijze gemaakt.
  • Uniek/waardevol = want lagere oplage

Wat kan ambachtelijk werk/ een product zijn? 



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Ambachtelijk en Industrieel

  • Maakproces via > machines en automatisering
  • Massaproductie = grote oplage
  • lopende band werk
  • Ieder product is hetzelfde

Wat kan een industrieel product zijn? 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Amsterdamse school

Slide 8 - Slide

  • 1910-1930 (valt onder Modernisme)
  • Geen 'school' > een groep Nederlandse architecten 
  • Eigen manier van vormgeven 
    > Ze zijn in de 'leer'

     
  • Expressief! (levendig/sprekend)
  • Inspiratiebron: Natuur > grotten, rotsen, kristalvormig
  • ronde gevels en uitbundige (hoek)decoraties
  • AMBACHT! Komt hierin terug  
  • Architectuur verandert de samenleving = Iedereen is gelijk!

Slide 9 - Slide

Amsterdamse school 
(Het scheepvaart huis)
  • Totaalkunstwerken 
    Gesamtkunstwerk
  • Verschillende soorten ambachten komen samen! 
  • Baksteen, decoratief metselwerk, gevels vol versieringen, glas in lood, hout, graniet, marmer, details van smeedijzer (art nouveau)

Slide 10 - Slide

Amsterdamse school
Uitbundige architectuur
> Lees blz. 30 in je boek.

Vraag: 
Wat is opvallend aan de Amsterdamse school?
Waarin onderscheid de Amsterdamse school zich van de hoofdkenmerken van het Modernisme?  

Slide 11 - Slide

           Oefenvragen
1. Hoe zijn de designstroming Art nouveau én de architectuurstroming postmodernisme beide te herkennen in dit gebouw? Benoem per stroming, twee kenmerken.

Slide 12 - Slide


Vraag 2:

Hoe zijn de uitgangspunten van het modernisme terug te zien in dit huis? Benoem aan de hand van materiaal, vorm, constructie, omgeving.

Slide 13 - Slide

vraag 3:
Bij welke designstroming past dit meubelstuk als het gaat om voorstelling (vorm en functie) en vormgeving (Materiaal, Techniek, context, visie) en is dit designstuk autonoom of toegepast? 

Slide 14 - Slide

4. Onder welke architectuurstroming valt het gebouw The George op de Zuidas?
Let op, een combinatie van architectuurstromingen is soms ook mogelijk, mits juist onderbouwd.  
links =voorkant gebouw
rechts= achterkant gebouw

Slide 15 - Slide

Twee algemene leertips:
Tip 1 : Onderbouw je antwoord altijd! Een enkel begrip levert geen punten op. Bedenk altijd ‘waarom’ je iets vindt.

Tip 2: Vraag jezelf bij elke architectuurstroming af, wat kan de keuze voor deze architectuurstijl voor positieve werking hebben op de bewoners van dat huis. Zijn er ook negatieve kanten?

Slide 16 - Slide

Begrippenlijst
  • 1 A4 Maximaal!
  • Geschreven
  • begrip + korte uitleg inhoud

  • Toets gaat over de hoofdstukken: 
    13 (Architectuur)+ 16 (Design) + 4 ( Autonoom en Toegepast) + 5 (Ambachtelijk en Industrieel)

Slide 17 - Slide