BZL: spellingmix

BZL: spellingmix
P.197
1 / 25
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BZL: spellingmix
P.197

Slide 1 - Slide

1. Hoofdletters en leestekens

Slide 2 - Slide

Wanneer schrijven we een hoofdletter?

Slide 3 - Open question

Wanneer schrijven we een hoofdletter?
  • Eerste volledige woord van een zin
  • Namen
  • Soortnamen
  • Titels
  • Aardrijkskundige namen
  • Volkeren

Slide 4 - Slide

Wanneer schrijven we een hoofdletter?
  • Talen
  • Hemellichamen
  • Feestdagen
  • Heilige namen en begrippen
  • Historische gebeurtenissen en monumenten

Slide 5 - Slide

Wanneer gebruiken we geen hoofdletters?
  • Cijfer, woordteken of symbool aan begin zin ('s Ochtends...)
  • Titels, ambten en functies (ministers, procureur...)
  • Eigennaam is een soortnaam geworden (diesel, bic...)
  • Dagen, maanden en seizoenen (dinsdag, februari, winter...)
  • Windrichtingen (zuidelijk)

Slide 6 - Slide

Wanneer gebruiken we geen hoofdletters?
  • Godsdiensten en afleidingen ervan (boedhisme, christenen...)
  • Bevolkingsgroep (niet met plaats verbonden) (zigeuners...)
  • Historische periodes en kunststromingen (kubisme...)
  • Samenstellingen met feestdagen (kerstmaal...)

Slide 7 - Slide


A

Slide 8 - Quiz

Welke leestekens bestaan er?

Slide 9 - Mind map

Leestekens
  • Punt. - mededeling
  • Vraagteken? - vraag
  • Uitroepteken ! - uitroepende zin


Slide 10 - Slide

Komma
  • Pauze/structuur - Neem je tijd, ik wacht wel.
  • Tussen twee persoonsvormen - Nadat ik deze regel toelicht, ga ik verder.
  • Na aanspreking - Mevrouw, komt u binnen.
  • Na tussenwerpsel - Ja, graag!

Slide 11 - Slide

Komma
  • Tussen delen van een opsomming - Ik hou van katten, eten en tv-kijken.
  • Voor/na bijstelling - Thomas, een echte gentleman, hield de deur open
  • Tussen nevenschikkende zinnen - Ze is altijd aanwezig, nog nooit was ze ziek.
  • Na betrekkelijke bijzin - De vraag die door niemand juist beantwoord werd, stond niet op punten.

Slide 12 - Slide

Dubbele punt (:)
  • Voor een verklaring - Je zal bij ons geen tropische planten zien: het klimaat is niet geschikt.
  • Voor een eindaanhaling - De man verklaarde: 'De planten groeien.'
  • Voor een verklarende opsomming - Voorbeelden van planten zijn: een bananenplant, een yucca- of agaveplant.

Slide 13 - Slide

Beletselteken (...)
  • Onvolledige opsomming
  • Twijfel - Wel, euh...
  • Onvolledige zin, spanning of verrassingseffect - Je weet maar nooit...
  • Afbreken scheldwoorden en taboewoorden - Jij ongelooflijke kl...

Slide 14 - Slide

Aanhalingstekens ("")
  • Beginaanhaling - "Maar wat gebeurde er dan?" vroeg Tanisha.
  • Eindaanhaling - Sarah mompelde iets in de zin van: "Dat heb ik je toch al verteld."
  • Onderbroken aanhaling - "Je weet toch", probeerde Tanisha nog een keer, "dat ik toen niet in staat was om aandachtig naar je te luisteren".

Slide 15 - Slide

Gedachtestreepje
  • Nadruk - Het gebruik van leestekens - hoe moeilijk het ook is - is belangrijk voor de goede leesbaarheid.
  • Onverwachte wending - Gebruik leestekens dus toch maar - of je het nu wilt of niet!

Slide 16 - Slide


Slide 17 - Open question

Ben je tot nu toe nog mee met de les?
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

2. Tussenletters

Slide 19 - Slide

Tussenletters
In sommige samenstellingen plakken de grondwoorden zonder meer aan elkaar.
Maar soms is er wel een tussenklank nodig en schrijf je een tussenletter.

Slide 20 - Slide

Samenstellingen
Is er een meervoud?
Nee
Tussenletter 'e'
Rijstebrij
Ja
Meervoud op -en
Tussenletter 'en'
Hondenenhok
Meervoud op -en én -s
Geen tussenletter
Vitaminekuur

Slide 21 - Slide

Tussenletter 's'
Je schrijft een tussenletter wanneer je die hoort.
Bijvoorbeeld: stadswandeling, koksmuts, koksschool...

Slide 22 - Slide

Uitzonderingen: altijd tussenletter 'e'
Schrijf altijd de tussenletter 'e' als het linkerdeel van de samenstelling:
  1. een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord is: knarsetanden, rodekool
  2. uniek is: zonnestelsel
  3. de betekenis van de hele samenstelling versterkt: apotrots, beresterk
  4. deel uitmaakt van een versteende uitdrukking: sikkepit, bakkebaard

Slide 23 - Slide

Afleidingen
Schrijf de tussenletter 'e' als je de tussenklank 

Slide 24 - Slide

Wat is de correcte schrijfwijze?
A

Slide 25 - Quiz