(Mavo2) 16-01-2025 (2e les van de week)

Startopdracht
Zet het juiste geslacht bij deze woorden: 

... Stier
... Stadt
... Mutter
... Mund
... Onkel
... Lehrerin
... Obst
timer
5:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Startopdracht
Zet het juiste geslacht bij deze woorden: 

... Stier
... Stadt
... Mutter
... Mund
... Onkel
... Lehrerin
... Obst
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Guten Tag!

Was liegt auf dem Tisch?
  • Plenda
  • Laptop
  • Buch
  • Stempelkarte
  • Stift
X
X

Slide 2 - Slide


  • selbstständig Arbeiten (15 min)
  • Übungen aussuchen (10 min)
  • zusammen Arbeiten (10min) 
  • Planen (5min)
  • Feedback (5min)

Slide 3 - Slide

  • Je kunt de woorden van de Lernliste N-D en D-N actief gebruiken.
  • Je het geslacht 
  • Je kunt de werkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Pak je plenda....

.... en zoek je doelen op die je voor deze les hebt opgeschreven.

Slide 7 - Slide

timer
15:00
Wat kan ik doen? 
  • opdrachten 
  • oefenen met onderwerp
  • Slim Stampen
  • oefentoetsen
  • extra opdrachten
  • docent vragen stellen
  • .......

Slide 8 - Slide

Wörter üben (woordjes leren)

ga naar www.quizlet.live en schrijf je in


timer
10:00

Slide 9 - Slide

timer
10:00
ZUSAMMEN 
ARBEITEN
Wat kan ik doen? 
  • opdrachten 
  • oefenen met onderwerp
  • Slim Stampen
  • oefentoetsen
  • extra opdrachten
  • docent vragen stellen
  • .......

Slide 10 - Slide

mail mij!

Slide 11 - Slide

Pak je plenda....

.... en leg je doelen voor de       aankomende les vast.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Planen voor week 40
  • 0verhoring Kapitel 2 (1e les van de week)
  • toets Kapitel 1 en 2, schreiben, hören 

Slide 14 - Slide

  • Je kunt de woorden van de Lernliste N-D en D-N actief gebruiken.
  • Je kent de persoonlijke                                                     voornaamwoorden.
  • Je kunt de werkwoorden                                                               haben en sein in de                                                              tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 15 - Slide

Wat heb je gedaan vandaag?
Wat is het beste gelukt?
Wat had je beter kunnen doen?

Slide 16 - Open question

Exitticket:
Ik kan de werkwoorden haben en sein vervoegen.
A
Ik kan het
B
Ik moet nog leren, maar het komt goed
C
Ik snap het helemaal niet
D
Ik kan het anderen uitleggen

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide