H4 Man en vrouw

H4 Man en vrouw
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 Man en vrouw

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de namen en functies van de vrouwelijke geslachtsorganen noemen en aanwijzen in afbeeldingen.
  • Je kunt de namen en functies van de mannelijke geslachtsorganen noemen en aanwijzen in afbeeldingen.
  • Je kunt noemen welke hormonen door de hypofyse en de geslachtsklieren worden gemaakt die met de menstruatiecyclus te maken hebben en uitleggen hoe ze werken en elkaar beïnvloeden.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vervolg leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de menstruatiecyclus verloopt en wordt beïnvloed door hormonen.
  • Je kunt uitleggen hoe de hormoonspiegels veranderen tijdens een zwangerschap.
  • Je kunt aan de hand van een schema uitleggen hoe de concentratie testosteron in het bloed op eenzelfde waarde wordt gehouden.
  • Je kunt uit een tijdlijn van de menstruatiecyclus aflezen, wanneer de menstruatie, vruchtbare periode en ovulatie was.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


De geslachtsorganen of voortplantingsorganen
De geslachtsorganen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Geslachtsorgaan vrouw
blz 41 iBook

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Geslachtsorgaan vrouw
Baarmoeder: hierin vindt de ontwikkeling van het embryo plaats, het duurt een week voordat de bevruchte eicel vanuit de eileider in de baarmoeder komt.
Baarmoeder = dikke gespierde wand die met slijmvlies bekleed is om de bevruchte eicel te laten nestelen.
Geen bevruchte eicel dan afbraak slijmvlies --> menstruatie.
Groei van embryo -> foetus -> baby

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Geslachtsorgaan vrouw
Vagina:  hierin komt sperma bij geslachtsgemeenschap
Bij menstruatie worden stukjes baarmoederslijmvlies , slijm en bloed via de vagina verwijderd
Bij de geboorte komt het kind via de vagina ter wereld
Kleine schaamlippen: produceren slijm waardoor de toegang tot de vagina glad wordt
Grote schaamlippen: liggen om de kleine schaamlippen
Clitoris: vangt prikkels op die kunnen leiden tot een orgasme
Maagdenvlies: een randje weefsel aan het begin van de vagina

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Geslachtsorgaan vrouw
Eierstokken: Hierin vindt de ontwikkeling van de eicellen plaats tot de overgang (50 jaar); eicellen zijn vanaf de geboorte aanwezig.
  • Hypofyse --> FSH --> eicel rijping en follikelgroei (cel rond de eicel)
  • Groter wordend follikel maakt steeds meer oestrogeen
  • Oestrogeen remt de FSH vorming
  • Oestrogeen stimuleert de hypofyse tot het aanmaken van LH
  • LH stimuleert de eisprong, aanmaak gele lichaam/ groeien en progesteron
  • Progesteron remt de LH vorming
  • Gele lichaam wordt kleiner, dus minder progesteron
Eileiders: vervoeren eicellen, hier vindt ook de bevruchting plaats. Eicel niet bevrucht dan sterft de eicel binnen 24 uur.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Geslachtsorgaan man
blz 42 iBook

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Klieren van Cowper; maken het voorvocht, dient om urinebuis te reinigen, doorzichtig, slijmerig, goed glijmiddel tijdens seks.
Urinebuis: vervoeren van urine en sperma
Sperma bestaat uit zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes en de prostaat
Penis: sperma inbrengen in de vagina
Zwellichamen: brengen de penis in erectie
Eikel: vangt prikkels op die kunnen leiden tot een orgasme
Voorhuid: huidplooi om de eikel


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Geslachtsorgaan man
Balzak: huidplooi waarin teelballen (vormen zaadcellen) en bijballen (tijdelijk opslaan van zaadcellen) liggen.
Zaadleiders: vervoeren zaadcellen
Zaadblaasjes
  • voegen vocht en voedingsstoffen toe aan de zaadcellen, vocht met veel fructose = energierijk neutraliseert het zure milieu
  • maken een hormoon dat zaadcellen activeert om te gaan zwemmen
  • maakt fibrine - sperma minder waterig
Prostaat: voegt vocht toe aan de zaadcellen, sluit de blaas af tijdens de zaadlozing.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Erectie
(een stijve)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zaadlozing
Sperma komt met schokken uit de penis.
Een zaadlozing kan een lekker gevoel geven (orgasme of klaarkomen)
Een zaadlozing kan plaatsvinden:
  • Bij geslachtsgemeenschap door het bewegen van de penis in de vagina
  • Door zelfbevrediging
  • In de slaap (natte droom)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Eisprong (1 eicel per maand)
Zaadlozing (100-400 miljoen zaadcellen)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Geslachtsorganen vrouw & rijping eicel 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Meisje vruchtbaar
Als de eierstokken eicellen laten rijpen is een meisje vruchtbaar. Dit gebeurt doordat de hypofyse hier een seintje (hormoon) voor geeft. Ze zal dan ook voor het eerst ongesteld worden.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions






Geen bevruchte eicel =Menstruatie

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Als de eicel NIET is bevrucht 
gaat deze dood. 
Het slijmvlies en bloedvaten van de baarmoeder worden dan afgebroken. 
Dit slijmvlies en de bloedvaten komen via de vagina naar buiten. 

Dit noemen we MENSTRUATIE of ONGESTELD ZIJN

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Ongesteld
Ovulatie: = eisprong, het vrijkomen van een eicel uit een eierstok
Een onbevruchte eicel blijft na de ovulatie 12 tot 24 uur in leven. Daarna gaat de eicel ten grond in een eileider. De resten worden opgenomen in het bloed.

Menstruatie: = ongesteld zijn: het afstoten van een deel van baarmoederslijmvlies wanneer een eicel niet bevrucht is.
Gebruik maandverband en/of tampons


Slide 19 - Slide

This item has no instructions


Is er geen bevruchting? --> Baarmoederslijmvlies laat los -->
Je bent dan ongesteld 


De spierlaag (bruin) van de baarmoederwand trekt samen en daardoor worden stukjes slijmvlies, slijm en bloed via de vagina afgevoerd. 
Sommige meisjes menstrueren als ze 10 jaar zijn, anderen als ze 16 jaar zijn. Gemiddeld zijn meisjes 
13 jaar oud bij de 1e menstruatie.
Een menstruatie duurt bij sommigen 3 dagen maar bij anderen kan het wel een week duren.
Menstruatie =
het slijmvlies laat los

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Waarom ongesteld?
Meisjes menstrueren als ze niet zwanger raken. Dit betekent dat meisjes niet ongesteld worden als ze zwanger zijn. Negen maanden lang worden ze dus niet ongesteld.

Wanneer een meisje ongesteld is, verliest ze bloed uit de baarmoeder. Dit is extra aangemaakt bloed door het lichaam voor en eventuele zwangerschap. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Menstruatiecyclus

Ovulatie (eisprong) vindt meestal om de ongeveer 4 weken plaats (28 dagen)
Menstruatie vindt gemiddeld 14 dagen na de ovulatie plaats (als de eicel niet bevrucht is)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Menstruatiecyclus 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

hormonen
  • testosteron - man
  • oestrogeen - vrouw

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

HORMONEN

Hypofyse --> groeihormoon, LH en FSH


Jongens --> LH --> zaadballen --> Testosteron

Meisjes --> FSH --> eierstokken --> Oestrogeen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

ontstaan secundaire geslachtskenmerken vrouw:
  • groei borsten
  • groei schaamhaar
  • ongesteld
hypofyse
geeft startsein 
maakt hypofyse-hormonen
zaadballen
geslachtsorgaan man reageert op hypofysehormonen en 
maken testosteron
eierstokken
geslachtsorgaan vrouw reageert op hypofysehormonen en maken oestrogeen
ontstaan secundaire geslachtskenmerken man:
  • penisgroei
  • baardgroei
  • lage stem etc...

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hormonen man
Hypofyse - LH - Teelbal -Testosteron

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Hormonen vrouw
LH en FSH is van invloed op de eierstokken

De eierstokken produceren oestrogeen en progesteron. 

In de eierstokken rijpen de eicellen.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

  • Oestrogeen --> verantwoordelijk voor ontwikkeling van vrouwelijke voortplantingsorganen & geslachtskenmerken
  • Progesteron --> voornamelijk betrokken bij ontwikkelingen van de baarmoeder

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Waarin liggen de eicellen ?
A
Eierstokken
B
Baarmoeder
C
Eilleider
D
Vagina

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions


De pijl wijst naar de:
A
Zaadleiders
B
Eicel
C
Eileiders
D
Eierstokken

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Waar worden de geslachtscellen van de vrouw bewaard?
A
eicellen
B
vagina
C
eierstokken
D
baarmoeder

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Een eicel die vrijkomt, komt als eerste in de.....
A
Eierstokken
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Welk nummer geeft de eierstokken weer?
A
5
B
3
C
7
D
1

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
Tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Een ander woord voor de eisprong is
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Ongesteld zijn
D
Innesteling

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Dit proces heet?
A
Eisprong
B
Ovulatie
C
Menstruatie
D
Oestrogenatie

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

In de menstruatiecyclus is dag 1
A
De eisprong
B
Het begin van de menstruatie
C
Het eind van de menstruatie

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja
B
nee

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions


Wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5 van de menstruatiecyclus?
A
Ovulatie
B
Innesteling
C
Menstruatie
D
Bevalling

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens de menstruatie komt een eicel vrij uit de eierstok.
A
juist
B
onjuist

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Welke hormonen horen bij de vrouwelijke geslachtshormonen?
A
FSH - oestrogenen - progesteron - LH
B
FSH - testosteron - progesteron - LH
C
FSH - oestrogenen - testosteron - LH
D
FSH - oestrogenen - progesteron - testosteron

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Welk hormoon heeft direct effect op de zaadcelvorming?
A
Alleen testosteron
B
Alleen FSH
C
Alleen LH
D
Testosteron en FSH

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Welke functie hebben de bijballen?
A
Productie zaadcellen
B
opslag zaadcellen
C
productie testosteron
D
productie zaadcellen en productie testosteron

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Welk hormoon produceren de zaadballen?
A
oestrogeen
B
testosteron
C
adrenaline
D
insuline

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Testosteron zorgt voor terugkoppeling. Welke terugkoppeling is dit en waarom?
A
Positieve terugkoppeling Testosteron stimuleert de hypofyse
B
Negatieve terugkoppeling Testosteron remt de productie van LH
C
Negatieve terugkoppeling Testosteron zorgt ervoor dat er minder zaadcellen worden geproduceerd
D
Negatieve terugkoppeling Testosteron remt de productie van FSH en LH

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

De hypofyse produceert
A
Testosteron
B
Oestrogenen
C
Hormonen die werking van allerlei organen regelen
D
Zaadcellen en Eicellen

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Exit vraag
Robin heeft sterk het gevoel dat hij geboren is in het verkeerde lichaam. Hij wil van geslacht veranderen. Behalve een aantal operaties om zijn geslachtsorganen te veranderen, moet Robin ook een hormoonbehandeling ondergaan. Sommige hormonen worden dan extra toegevoegd, de productie van andere wordt onderdrukt.

a) Welke geslachtshormonen moeten extra worden toegevoegd aan het lichaam van Robin?
b) Van welke geslachtshormonen moet de productie worden onderdrukt?

Slide 51 - Slide

a. Robin voelt zich geen man, maar een vrouw. Om een vrouw te worden moet hij het vrouwelijke hormoon oestrogeen krijgen (en LH en FSH)
b. Productie van testosteron moet worden onderdrukt.
Evaluatie
Bekijk de leerdoelen nogmaals. Heb je alles bereikt? 
Wat vind je makkelijk en wat vind je moeilijk? Heb je nog vragen? Mail deze dan naar je docent. 

Slide 52 - Slide

This item has no instructions