Effectief gesprek voeren: Emotieregulatie bij cliënten

Effectief gesprek voeren: Emotieregulatie bij cliënten
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Effectief gesprek voeren: Emotieregulatie bij cliënten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je een gesprek voeren waarin je een cliënt ondersteunt bij het reguleren van emoties.

Slide 2 - Slide

Introduceer het leerdoel en laat de studenten weten wat ze aan het einde van de les moeten kunnen doen.
Wat weet je al over het ondersteunen van een cliënt bij het reguleren van emoties?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Doel van het gesprek
Het doel is om de cliënt te helpen zijn/haar emoties te begrijpen en te reguleren.

Slide 4 - Slide

Beschrijf het belangrijkste doel van het gesprek en leg uit waarom het belangrijk is voor de cliënt.
Methoden
1. Actief luisteren
2. Empathie tonen
3. Open vragen stellen
4. Reflecteren
5. Emoties benoemen

Slide 5 - Slide

Noem de belangrijkste methoden die gebruikt kunnen worden tijdens het gesprek. Bespreek de betekenis en het belang van elke methode.
Voorbeeld 1: Actief luisteren
Cliënt: 'Ik voel me zo gestrest.'
Jij: 'Ik hoor dat je je gestrest voelt. Kun je me meer vertellen over wat er aan de hand is?'

Slide 6 - Slide

Geef een voorbeeld van actief luisteren en leg uit waarom het belangrijk is om de cliënt volledig te begrijpen.
Voorbeeld 2: Empathie tonen
Cliënt: 'Ik ben zo verdrietig.'
Jij: 'Ik begrijp dat dit een moeilijke tijd voor je is. Het is normaal om verdrietig te zijn.'

Slide 7 - Slide

Geef een voorbeeld van empathie tonen en leg uit waarom het belangrijk is om de gevoelens van de cliënt te erkennen en te valideren.
Voorbeeld 3: Open vragen stellen
Cliënt: 'Ik weet niet wat ik moet doen.'
Jij: 'Wat denk je dat je zou kunnen proberen?'

Slide 8 - Slide

Geef een voorbeeld van het stellen van open vragen en leg uit waarom het belangrijk is om de cliënt te helpen nadenken over mogelijke oplossingen.
Voorbeeld 4: Reflecteren
Cliënt: 'Ik voel me zo boos.'
Jij: 'Je voelt je boos.'

Slide 9 - Slide

Geef een voorbeeld van reflecteren en leg uit waarom het belangrijk is om de gevoelens van de cliënt te benoemen.
Voorbeeld 5: Emoties benoemen
Cliënt: 'Ik voel me zo overweldigd.'
Jij: 'Het lijkt alsof je je overweldigd voelt door alles wat er gaande is.'

Slide 10 - Slide

Geef een voorbeeld van emoties benoemen en leg uit waarom het belangrijk is om de emoties van de cliënt te herkennen en te benoemen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.