Spelling algemeen - les 2.8 komma

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

op tafel: IPad + leesboek

  • leesboek ( 10 min.)
  • Lessonup - uitleg  (10 min.)
  • methode in werkboek A: spelling 1.8 - (15 min.)
  • Lessonup - exit ticket -  (5 min.)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

vorige les
  • leestekens: punt, vraagteken, uitroepteken
  • au / ou 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

DICTEE
Pak:
  • een schrift / kladblok
  • een pen

Slide 4 - Slide

 Schrijf de zinnen op. Denk aan de leestekens.
1. Vond jij die som ook zo eenvoudig?
2. Doe niet steeds zo flauw!
3. Zij hebben een enthousiaste docent.
4. De toeschouwer spuugde zijn kauwgom op de grond.
5. Snap jij hoe een verhoudingstabel werkt?
6. Au, je doet me pijn!
7. Is die site betrouwbaar?
8. Je moet die opdracht nauwkeurig uitwerken.



DICTEE
1. Vond jij die som ook zo eenvoudig?
2. Doe niet steeds zo flauw!
3. Zij hebben een enthousiaste docent.
4. De toeschouwer spuugde zijn kauwgom op de grond.
5. Snap jij hoe een verhoudingstabel werkt?
6. Au, je doet me pijn!
7. Is die site betrouwbaar?
8. Je moet die opdracht nauwkeurig uitwerken.

Slide 5 - Slide

 Schrijf de zinnen op. Denk aan de leestekens.
1. Vond jij die som ook zo eenvoudig?
2. Doe niet steeds zo flauw!
3. Zij hebben een enthousiaste docent.
4. De toeschouwer spuugde zijn kauwgom op de grond.
5. Snap jij hoe een verhoudingstabel werkt?
6. Au, je doet me pijn!
7. Is die site betrouwbaar?
8. Je moet die opdracht nauwkeurig uitwerken.



2.8 spelling
Lesdoel:

  • komma gebruiken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

kom gauw jeroen zit in de kantine
Sleep de leestekens naar juiste plaats
HOOFD-
LETTER
HOOFD-
LETTER
.
.
?
?
!
!
,
,

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Waar in de zin moet de komma komen te staan?
Sleep de komma naar de juiste plek.
Honden katten en konijnen zijn allemaal leuke huisdieren. 
,

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Achter welk woord moet een komma? Sleep dat woord naar de komma. ( 2 antwoorden goed)
Komma
Dit
moet
je
nog
toevoegen
:
tomaten
prei
en
knoflook
ui.

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Achter welk woord moet een komma? Sleep dat woord naar de komma
Komma
Piet 
kun
jij
de
vaatwasser
uitpakken?

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Achter welk woord moet een komma? 
Sleep dat woord naar de komma
Komma
Als 
ik
het
je
vertel
mag
je
het
niet
doorvertellen.

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Na welk woord komt de komma?

Toen we wegreden zag ik nog net de poes voor het raam liggen.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Na welk woord komt een komma?

Als je goed luistert hoef ik het niet nogmaals uit te leggen.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Wanneer gebruik je wat?
Aan het begin van een zin.
Tussen twee persoonsvormen.
Vóór een verbindingswoord.
Aan het eind van een vraagzin.
Aan het eind van een gewone zin.
hoofdletter
punt
vraagteken
komma
komma

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Maken: spelling les 2.8 -  opd. 7 t/m 10
                                                                       
                                                                 
timer
10:00
Klaar? 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Zet leestekens in de zin.

als ik goed heb opgelet schrijf ik de zin goed.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Afsluiting
  • Huiswerk: les 2.8 opd. 7 t/m 12 afmaken
  • Volgende les: les 2.8 + 3.8 - dicteewoorden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions