Samenstellingen - les 67, 68 en 69

Format 2
Samenstellingen
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Format 2
Samenstellingen

Slide 1 - Slide

Terugblik
In de vorige les heb je geleerd

Slide 2 - Slide

Doelen van de les
  • Je weet wanneer woorden aan elkaar of los worden geschreven.
  • Je kunt zelf correcte samenstellingen maken.

Slide 3 - Slide

Samenstellingen
In het Nederlands kun je woorden die los voorkomen, combineren tot samengestelde woorden.

Slide 4 - Slide

  • De hoofdregel is: als je te maken hebt met één persoon, dier of ding, dan schrijf je de samenstelling als één woord.

  • Als je samengestelde woorden los schrijft, verandert de betekenis van de zin.
     Wat een prachtige rode wijnglazen.
     (De wijnglazen zijn rood van kleur.)
     Wat een prachtige rode wijnglazen.
     (De glazen zijn bedoeld voor rode wijn.)

  • Samengestelde woorden met één klemtoon schrijf je aan elkaar.
     Feestbeest, driegangendiner, derdewereldland

  • Dat geldt ook voor samenstellingen met Engelse leenwoorden
      Sportoutfit, feelgoodmovie

Slide 5 - Slide

  • Samenstellingen hoeven niet alleen te bestaan uit zelfstandige naamwoorden.
    Eraf, hierheen, daarvandaan, lichtgeel


  • Ook samengestelde werkwoorden en samenstellingen die afgeleid zijn van werkwoorden, schrijf je aan elkaar.
    Afmaken, lesgeven, kennismaking

Slide 6 - Slide

Tussenklanken
Tekst

Slide 7 - Slide

Titel
Bijvoorbeeld
Tekst
Tekst

Slide 8 - Slide

Opdrachten maken
Samen werken

We maken opdracht x t/m x samen.

Daarna maak je opdracht x t/m x zelfstandig
Zelfstandig werken

Je maakt opdracht x t/m x zelfstandig.

Klaar?
-> NUMO

Slide 9 - Slide

Opdrachten maken
Wat: Je maakt les x. Maak opdracht x.
  • Makkelijk? Je mag x (x) t/m (x) overslaan.

Hoe: Je maakt de opdrachten in je schrift. Je mag zachtjes overleggen.
Tijd: Je hebt vandaag 40 minuten de tijd.
Klaar:    - Volgende les maken
               - NUMO
               - Lezen

Slide 10 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 11 - Mind map