Oefentoets over zorgvragers met dementie: zorg en begeleiding
Oefentoets
Zorgvragers met dementie: zorg en begeleiding
(VVT 1, module 3, hoofdstuk 10)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
VVTMBOStudiejaar 3
This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Oefentoets
Zorgvragers met dementie: zorg en begeleiding
(VVT 1, module 3, hoofdstuk 10)
Slide 1 - Slide
Wat kan voorkomen worden door het tijdig signaleren van potentiële problemen en ongemakken?
A
Agressief gedrag
B
Emotionele overbelasting
C
Onbegrepen gedrag
D
Huilbuien
Slide 2 - Quiz
Welk hulpmiddel kan ingezet worden om onbegrepen gedrag te analyseren?
A
De zorgvisie van Kitwood
B
De realiteitsoriënterende benadering (ROB)
C
Het 'need-drivenmodel' van Kovach
D
Reminiscentie
Slide 3 - Quiz
Waarom is het onverstandig om een verbale correctie te geven of psychofarmaca in te zetten bij onbegrepen gedrag?
A
Omdat niet wordt voorzien in de behoeften en noden van de zorgvrager
B
Omdat je de zorgvrager confronteert met wat hij niet kan en niet weet
C
Omdat de professionele zorgverleners en mantelzorgers niet samenwerken
D
Omdat niet wordt aangesloten bij de belevingswereld van de zorgvrager
Slide 4 - Quiz
Welke benaderingswijze richt zich erop dat de zorgvrager de wereld om hem begrijpt door ervoor te zorgen dat hij zich kan oriënteren?
A
Zintuiglijke beleving
B
Reminiscentie
C
Validation
D
Realiteitsoriënterende benadering (ROB)
Slide 5 - Quiz
Welke benaderingswijze kan ingezet worden als de cognitieve functies verder afnemen en iemand ook echt ervaart dat zich in een eerdere fase van zijn leven te bevinden?
A
Reminiscentie
B
Realiteitsoriënterende benadering (ROB)
C
Zintuiglijke beleving
D
Validation
Slide 6 - Quiz
Welke benaderingswijze is gericht op het onbewuste geheugen prikkelen en in de hersenen oproepen van een herinnering?
A
Validation
B
Zintuigactivering
C
Need-driven model
D
Reminiscentie
Slide 7 - Quiz
Persoonlijke gebeurtenissen uit de tijd dat de zorgvrager tussen de vijftien en dertig jaar was, herinnert hij zich het best. Hoe noem je dit verschijnsel?
A
De heteroanamnese
B
Prikkelmanagement
C
Teletubbieprincipe
D
De reminiscentiehobbel
Slide 8 - Quiz
Mensen met dementie kunnen nog leren. Dit kan door met een bekende prikkel bepaald gedrag op te roepen dat nog ligt opgeslagen in het onbewuste geheugen. Hoe noem je dit verschijnsel?
A
Stimuluscontrole
B
Prikkelmanagement
C
Cognitief functioneren bevorderen
D
Zintuigactivering
Slide 9 - Quiz
Noem een voorbeeld van stimuluscontrole:
Slide 10 - Open question
Opdracht
1. Bekijk welke vragen je onjuist hebt beantwoord.
2. Bestudeer de theorie over deze vragen.
3. Werk verder aan het bestuderen van de theorie en het maken van de verwerkingsopdrachten van VVT1, module 3 en VVT 2, module 1.