This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 25 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Words
Words
Words
Slide 2 - Slide
How do you learn words?
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
Aanpak woordjes leren - talen
Per slide een aantal tips hoe je het beste woordjes/zinnen kunt leren voor de talen.
Studiebegeleiding
Slide 5 - Slide
Stap 1
Opschrijven/uitspreken
- Schrijf de woorden/zinnen op in je schrift.
- Beluister de uitspraak van de woorden via de methodewebsite/slim stampen etc.
Slide 6 - Slide
Stap 2
Leren
Leer de woorden/zinnen beide kanten op. Bijvoorbeeld bij Engels > EN-NE en dan NE-EN
Verwerk de leerstof actief en lees het niet alleen een paar keer door. De volgende slides bevat een aantal manieren om de leerstof actief te verwerken. >>>
Slide 7 - Slide
Voorbeelden actief verwerken
- flashcards/flitskaarten maken (papier/digitaal via quizlet). - woordenweb maken. - schrijf een verhaal met de nieuwe woorden/zinnen. - woorden/zinnen opschrijven en de moeilijke woorden/letters een andere kleur geven. - oefenen met quizlet.
Slide 8 - Slide
Stap 3
Overhoren Als je denkt de nieuwe woorden/zinnen te kennen, ga jezelf dan overhoren. Dat kan op verschillende manieren: - op papier/papieren flitskaarten. - digitaal via slim stampen/quizlet.
Slide 9 - Slide
Stap 4
Herhalen herhalen herhalen
Blijf woorden/zinnen die je eerder hebt geleerd herhalen in de weken daarna. Je dient een nieuw woord/zin meer dan één keer te leren om het te kunnen onthouden.
Herhaal bv elke dag bv 5 woorden/zinnen van een taal.
Slide 10 - Slide
Extra tips
- Deel de leerstof op in kleine stukken, bijvoorbeeld 5 woorden/zinnen per dag. - Verdeel de leerstof over de dagen en gebruik de laatste dag voor een toets om alles te herhalen. - Wissel leren af met maakwerk. - Verbind de woorden/zinnen zoveel mogelijk met iets wat je al kent.
Lesson duration is: 25 min
