Quiz paragraaf 2.2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Het boek waar de verhalen van de joden zijn opgeschreven, noem je de

1. Bijbel
2. Thora
3. Koran

Hoe kon het Romeinse Rijk zo groot worden?

1. Ze sloten veel verdragen.
2. Ze veroverden veel gebieden.
3. Ze betaalden veel geld voor nieuwe gebieden.
4. Ze hadden sterke Goden.

Jezus was van oorsprong een...

1. Moslim
2. Boedhist
3. Jood
4. Christen

Het Romeinse Rijk was een....

1. Samenleving van jager-verzamelaars
2. Landbouwsamenleving
3. Landbouwstedelijke samenleving
4. Industriële samenleving

De Romeinen veroverden welk deel van
Nederland en tot aan welke rivier?

1. Het Noorden, tot aan de Rijn
2. Het Zuiden, tot aan de Maas
3. Het Noorden, tot aan de maas
4. Het Zuiden tot aan de Rijn

Wat is een zuil?

1. Een hoofdstuk uit de bijbel
2. Een paal van een tempel
3. Een romeins zwaard
4. Een legerkamp

Wat was de oorzaak van de volksverhuizingen rond het jaar 500 n. Chr.?

1. Oorlog door nieuwe veroveringen
2. Het plunderen van Rome door Germanen
3. Het verbieden van het Christendom
4. Honger door mislukte oogsten

Wat is een bisschop?

1. Leider van een kerkprovincie
2. Leider van de katholieke kerk
3. Leider van het Romeinse Rijk
4. Leider van het jodendom

De Romeinen offerden in tempels.
Wat was de reden dat de Romeinen offerden?

1. Het was een manier van slachten.
2. Het was normaal cadeaus aan anderen te geven.
3. Ze hoopten dat de goden de mensen zouden helpen.
4. Zo lieten ze zien dat ze tolerant waren.

De tijd van de Grieken en Romeinen stopte...

1. 500 v. Chr.
2. 50 n. Chr
3. 500 n. Chr.
4. 1000 n. Chr.

Joden geloven in.....god(en)

1. Meerdere
2. één

De Romeinen hadden ....god(en)

1. Meerdere
2. één

Om het Romeinse rijk beter te kunnen verdedigen werd het opgesplitst in...

1. Twee delen
2. Drie delen
3. Vier delen
4. Vijf delen

Bij welk geloof/geloven is er maar 1 god?

1. De Romeinen
2. Jodendom EN Christendom
3. Alleen Jodendom
4. Alleen Christendom