Herhaling alles

Herhaling alles
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Herhaling alles

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Quizlet
Herhaal quiz
Film kijken.
Als jullie hard werken mogen jullie 5 minuten eerder weg!

Slide 2 - Slide

Excursie!
7 Juni gaan we op excursie naar Assen.
Drents archief.
Stoottroepenmuseum.
Stolpersteine. 

Slide 3 - Slide

Quizlet
Oefen alle quizlets.
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Wanneer was het tijdvak steden en staten?
A
500-1000
B
100-500
C
1000-1500
D
1500-2000

Slide 5 - Quiz

Wat was de wisselbouw?
A
Ze bouwden verschillende huizen achter elkaar.
B
Huizen waren allemaal verschillende gebouwd, zodat mensen weten wat hun huis is.
C
De grond werd opgedeeld in drie verschillende vlakken en ieder jaar werd er gewisseld van stuk.

Slide 6 - Quiz

A. De schout was een soort van burgemeester en zorgde ervoor dat de straffen werden uitgevoerd.
B. De schepenen zorgden waren de rechters en spraken de straffen uit.
A
A is waar en B is waar.
B
A is niet waar en B is waar.
C
A en B zijn niet waar.
D
A is waar en B is niet waar.

Slide 7 - Quiz

Waarom gingen mensen dichtbij een stad wonen.
A
Dit zorgde ervoor dat ze minder ver hoefden te reizen voor voedsel en spullen.
B
Vonden ze gewoon handig.
C
Omdat de mensen op de markt zo beter konden verdienen.

Slide 8 - Quiz

Wat is de burgerij?
A
Zo noem je alle burgers in een stad bij elkaar.
B
Deze mensen werkten als een soort slagers in de stad.
C
Een ander woord voor het stadsleger.

Slide 9 - Quiz

Boeren konden zorgen voor meer en een betere oogst. Door welke twee uitvindingen kwam dit.

Slide 10 - Open question

Wat was een kruistocht?
A
Mensen die met kruisbeelden hele lange tochten gingen lopen.
B
Mensen die te voet op reis gingen om Jeruzalem te bevrijden. Ze zijn opgeroepen door de paus.
C
De handel in kruisbeelden.

Slide 11 - Quiz

Waarom gingen mensen mee op kruistocht?
A
Ze vonden het erg spannend en leuk om een ander deel van de wereld te zien.
B
Ze wilden graag veel geld verdienen door de handel.
C
De paus beloofde dat je dan een keer naar de hemel zou gaan.

Slide 12 - Quiz

Wat betekent het woord zonde?
A
Dit werd in de middeleeuwen vaak gebruikt wanneer iemand iets kostbaars weggooide.
B
Wanneer je een belangrijke kans niet aangrijpt dan is dit zonde.
C
Iets doen wat in het christelijk geloof niet mag.

Slide 13 - Quiz

De kenmerken van een stad. 
Veel gebouwen
veel bomen
veel mensen
Veel verkeer
veel speeltuinen
veel winkels
veel honden
veel dokters

Slide 14 - Drag question

Alle diensten in een stad bij elkaar noem je infrastructuur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Noem drie voorbeelden van voorzieningen in een stad.

Slide 16 - Open question

Alle verbindingen van wegen, spoorwegen, kabels en buizen in een stad noem je infrastructuur.
A
Waar
B
Niet waar.

Slide 17 - Quiz

Megastad
Wereldstad
Hoofdstad
Belangrijke stad voor de hele wereld.
Hier zit meestal de regering.
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.

Slide 18 - Drag question

Hoe heet een woonwijk verder van het centrum met meer rust en ruimte?
A
Voorwijk
B
Achterwijk
C
Woonwijk
D
Voorstad

Slide 19 - Quiz

Hoe heten de wijken aan de rand van steden in arme landen?
A
Vinex wijken
B
Krottenwijken
C
Woonwijken
D
Arbeiderswijk

Slide 20 - Quiz

Welk kenmerk hoort bij Amsterdam?
A
Haven.
B
Regering.
C
Hoofdstad.
D
Knooppunt.

Slide 21 - Quiz

Welk kenmerk hoort bij Rotterdam?
A
Regering.
B
Knooppunt.
C
Haven.
D
Hoofdstad.

Slide 22 - Quiz

Welk kenmerk hoort bij utrecht?
A
Knooppunt.
B
Regering.
C
Hoofdstad.
D
Haven.

Slide 23 - Quiz

Welk kenmerk hoort bij Den Haag?
A
Knooppunt.
B
Regering.
C
Haven.
D
Hoofdstad.

Slide 24 - Quiz

Wat betekent leefbaarheid?
A
Hoe mensen met elkaar samenleven in een gebied.
B
Hoeveel mensen er in een gebied wonen.
C
Hoe aantrekkelijk en fijn een gebied is om te wonen.

Slide 25 - Quiz

Welke hulpmiddelen worden er geboden om de leefbaarheid te verbeteren?
A
Alle lastpakken worden in de gevangenis gegooid.
B
Mensen krijgen coaching in hun gedrag.
C
Hulp met het vinden van werk, meer politietoezicht en renoveren van woningen.

Slide 26 - Quiz

Welke maatregelen worden er genomen op het gebied van milieu?
A
Groene daken, Zonnepanelen en afvalscheiding.
B
Papier inzamelpunten, elektrische auto's en groene stroompalen.
C
Er worden geen maatregelen genomen.

Slide 27 - Quiz

Film!!

Slide 28 - Slide