Quiz tijdvak 6

Tijdvak 6 is de periode .....
A
1600-1700
B
1500-1600
C
1650-1750
D
1700-1800
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tijdvak 6 is de periode .....
A
1600-1700
B
1500-1600
C
1650-1750
D
1700-1800

Slide 1 - Quiz

De VOC werd op initiatief van de Staten-Generaal opgericht, omdat...
A
Andere landen ook handelscompagnieën oprichtten
B
De winsten in de Republiek daalde doordat de concurrentie onder de vele handelscompagnieën moordend was
C
De scheepsbouw te stimuleren. Meer schepen leverde meer geld op.
D
De Staten-Generaal graag landen wilden veroveren

Slide 2 - Quiz

De WIC was eigenlijk ook onderdeel van de strijd tegen Spanje in de Nederlandse Opstand.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

In de Republiek was de macht in handen van ....
A
Regering
B
Adel
C
Regenten
D
Koning

Slide 4 - Quiz

Generaliteitslanden zijn....
A
Gebieden die rechtstreeks bestuurd worden door de Staten-Generaal
B
Bevriende buurlanden van de Republiek
C
Gebieden onder bewind van de VOC
D
De noordelijke gewesten

Slide 5 - Quiz

1672 is het rampjaar voor de Republiek. Waarom?
A
Alva trad binnen met een groot leger. Tienduizenden vluchtten naar het buitenland
B
Economische crisis
C
De Republiek werd aangevallen door Engeland, Frankrijk en twee Duitse staten
D
Er waren in 1672 geen geschiedenislessen op de scholen

Slide 6 - Quiz

Hij kwam in conflict met de katholieke kerk, hij bouwde telescopen, hij ontdekte dat de maan het licht van de zon weerkaatste.... Wie o wie?
A
Copernicus
B
Gaileï
C
Huygens
D
Van Leeuwenhoek

Slide 7 - Quiz

De WIC voer op
A
Indonesië
B
Suriname
C
Scandinavië
D
Amerika

Slide 8 - Quiz

Transatlantische driehoekshandel hield in
A
Dat men luxeproducten ruilde voor slaven en die slaven ruilde voor tabak/koffie
B
Dat men in een driehoek van Willem van Oranje, Johan van Oldenbarneveld en Baltasar Gerards handel dreef
C
Dat men uit Japan goud haalde, dat verkocht in Indonesië , daar luxeproducten kocht en dit in Japan weer verkocht
D
Dat de VOC en WIC handelden met de Nederlandse overheid

Slide 9 - Quiz

De Wetenschappelijke Revolutie was
A
Een tijd waarin vrouwen meer wetenschap gingen beoefenen.
B
Een tijd waarin wetenschap binnen 10 jaar heel erg veranderde.
C
Een tijd waarin wetenschap veranderde.
D
Een tijd waarin smartphones belangrijk werden.

Slide 10 - Quiz

De Nederlandse Republiek was bijzonder in de Gouden Eeuw omdat (kruis het foute antwoord aan!)
A
Zij geen koning had
B
Vrouwen ook mochten stemmen
C
Zij heel veel handel dreef
D
Er tolerantie was

Slide 11 - Quiz

Absolutisme betekent dat
A
De koning alles beslist
B
Het parlement alles beslist
C
Het volk alles beslist
D
Kinderen alles beslissen

Slide 12 - Quiz

Wat stelde Newton vast?
A
Natuurwetten gelden altijd en overal
B
Natuurwetten gelden niet altijd
C
Alle voorwerpen oefenen aantrekkingskracht uit op elkaar
D
Sommige voorwerpen hebben geen last van zwaartekracht

Slide 13 - Quiz

aan wie legt lodewijk XIV verantwoording af?
A
aan het leger
B
aan god
C
aan het volk
D
aan de adel

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN motief voor de Europese expansie?
A
Winst maken door te handelen
B
Volkeren bekeren tot het christendom
C
Vorsten wilden macht uitbreiden
D
Verspreiden wetenschap en techniek

Slide 15 - Quiz

Wat is GÉÉN kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?
A
Economische politiek van het mercantilisme
B
Vergroten van de machtspositie van de adel
C
De hofcultuur van Versailles
D
Centralisatie van het landsbestuur

Slide 16 - Quiz