Hst 6.3A: de wereld in brand

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom in de geschiedenisles!

Hst 6.3

De wereld brand

Nodig:

- leerboek/werkboek

- schrift

- etui

Welkom in de geschiedenisles!

Hst 6.3

De wereld brand

Programma:

o HW controle

o Uitleg hst 6.3 (op weg naar een nieuwe oorlog/De Duitse Blitzkrieg)

o Zelfstandig werken

o Huiswerk

Tijdbalk tekenen                            #waarom?

• Analyse: velen vinden chronologie lastig. 
  
  
• Oplossing: een tijdbalk tekenen
  - Wanneer je deze uit kan leggen, beheers je de stof beter.
  - Je oefent indirect met oorzaak/gevolg.
  - Je kan gebeurtenissen beter plaatsen in de tijd (chronologie).

Tijdbalk tekenen    #hoedan?

1900

1950

1929 

> beurskrach

Wat is wat?

Dikgedrukt = een begrip

schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip

Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.

uitleg van moeilijk woord

Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.

uitleg

Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Op de bron

Blz. X

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

...ken je de begrippen appeasement-politiek en Blitzkrieg (R)

...kan je met voorbeelden benoemen hoe Hitler het Verdrag van Versailles negeerde. (T1)

...kan je uitleggen waarom Groot-Brittannië en Frankrijk niks deden tegen Hitler. (T1)
...kan je beschrijven hoe Hitler Duitsland zonder oorlog uitbreidde. (T1) 

Verdrag van Versailles

1. Duitsland moest veel grondgebied inleveren.
2. Duitsland moet herstelbetalingen betalen.
3. Duitsland mag geen leger meer hebben groter dan 100.000 soldaten. 

DU op weg naar oorlog

Hitler houdt zich niet aan het Verdrag van Versailles. 

1. Stelt een herbewapeningsprogramma in (1933)
2. Dienstplicht (1935)
3. Liet soldaten het Rijnland bezetten (1936)
4. Richt zich op de politiek van Heim ins Reich (1938)
   > Anschluss van Oostenrijk, Sudetenland en Tsjechoslowakije.

DU op weg naar oorlog

Ook sluit Hitler een vriendschapsverdrag met Italië in 1936.

In 1940 sluit hij een vriendschapsverdrag met Japan.

Deze landen noemen wij de as-mogendheden en vechten in de Tweede Wereldoorlog tegen de geallieerden. 

Appeasement-politiek

Het beleid van Groot-Brittannië en Frankrijk is gericht op het voorkomen van een oorlog. 

Het Molotov-Ribbentrop pact

24 augustus 1939

Was een niet aanvalsverdrag tussen de Sovjet-Unie en Duitsland.

Duitsland valt Polen aan

1 september 1939

Begin Tweede Wereldoorlog

3 september 1939

De eerste maanden

eind 1939 - begin 1940

De eerste fase van de oorlog speelt zich vooral af in Oost-Europa:

volgens de afspraken in het Molotov-Ribbentrop-verdrag valt half september de Sovjet-Unie vanaf het oosten Polen ook binnen.

Finland wordt in november door de Sovjet-Unie binnengevallen, net als Estland, Letland en Litouwen. 

Blitzkrieg in West-Europa

april-juli 1940

Nederland capituleert

15 mei 1940

Hoewel er op sommige plekken door het Nederlandse leger meer tegenstand wordt geboden dan de Duitsers hadden verwacht, kan de Nederlandse regering, na het bombardement op Rotterdam, niets anders doen zich over te geven aan de Duitsers.

Frankrijk capituleert

22 juni 1940

Een deel van Frankrijk, Vichy, wordt niet bezet, maar collaboreert met Duitsland.

Battle of Britain

juli - oktober 1940

De Duitse aanval op Groot-Brittannië.

Mede dankzij de uitvinding van de radar weet Groot-Brittannië zich te weren tegen Duitsland.

Het betekent niet dat de Britten van Duitse bombardementen af zijn...

ZELFSTANDIG WERKEN

Ga aan het werk met:

• LZ hst 6.3
• MK vr. 30 t/m 32, 36, 37 en 39
• LR begrippen 

= HW voor de volgende les. 

Jaartallen uit deze les

1933 - machtsovername Hitler

1935 - instelling dienstplicht

1938 - Anschluss

1939 - Molotov-Ribbentrop pact

1 sept 1939 - DU valt Polen aan

3 sept 1939 - Start WO II

1940 - Blitzkrieg

Begrippen uit deze les

• appeasement-politiek
• staatsgreep
• dienstplicht

Personen uit deze les

• Adolf Hitler
• Benito Mussolini
• Molotov
• Ribbentrop

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Fijne dag