3469 Boek: Strijd om Drakeneiland deel 2

3469 Boek: Strijd om Drakeneiland 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Bronnen gebruikBasisschoolGroep 8

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

3469 Boek: Strijd om Drakeneiland 

Slide 1 - Slide

Wat weten we nog over het boek?

Slide 2 - Mind map

Doelen
Lesdoel: 
- Op het einde van de les hebben we een aantal nieuwe woorden geleerd en kunnen deze ook gebruiken. 
- We kunnen antwoord geven op vragen over de tekst.

Slide 3 - Slide

Buikloop
"Hij begreep nu dat Jeroen ondanks zijn buikloop van de vorige dag, braaf deed wat de Voorzitter en Aanklager zeiden."


Wie weet een ander woord voor buikloop?

Slide 4 - Slide

Verbijsterd
Heel erg verbaasd en in de war.


"Hij sprong opzij en keek vanachter een kei verbijsterd het groepje jongens en meisjes na dat twee aan twee voorbij marcheerde."


Waarom zou Mo hier verbijsterd kijken?

Slide 5 - Slide

Verbolgen
Kwaad, beledigd

'Zo heten ze hoor', zei Koentje verbolgen.

Wie is wel eens verbolgen geweest en waarom?

Slide 6 - Slide

Garde
Een groep soldaten, een bewakingsdienst of lijfwachten

"Grind spatte op tegen de benen van de nieuwe garde, die bij elk rondje om het plein harder stampte."

Wie weet een andere betekenis van het woord 'garde'?

Slide 7 - Slide

Ronselen
Mensen overhalen iets te doen, dikwijls door middel van bedrog.

"Nou hebben ze mijn assistent al geronseld voor hun Dragonders."


Waar worden nu nog jongeren voor geronseld denken jullie? 

Slide 8 - Slide

Smiespelen
Fluisteren, smoezen.

'Hé!', zei de harde stem van Jeroen. 'Wat staan jullie hier te smiespelen?'

Slide 9 - Slide

Waarom hebben de Parlevinkers de rode t-shirts ingepikt?
A
Ze hadden zelf geen t-shirts.
B
Ze willen zo laten zien wie er bij de garde hoort.
C
Ze willen de baas spelen.
D
Ze willen zo laten zien wie er bij de Parlevinkers hoort.

Slide 10 - Quiz

Waarom had Mark de naam 'Drakendoder'gekregen?
A
Hij had een draak gedood.
B
Hij was erg sterk
C
Hij had een paar kinderen gered.
D
Hij was een held en niet bang.

Slide 11 - Quiz

Waarom vloekt Renée?
A
Ze baalt er van dat de scout ziek is.
B
Ze wil een klacht indienen.
C
Haar fietsband is lek en ze heeft hem al vaak geplakt.
D
Ze moet aan haar bezorgronde beginnen.

Slide 12 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'briefgeheim'?
A
Een geheim dat je aan iemand door vertelt in een brief.
B
Wat in een brief staat mag alleen gelezen mag worden door de geadresseerde.
C
Een brief die in het geheim wordt verstuurd.
D
Hiermee wordt het boek van Jan Terlouw bedoeld.

Slide 13 - Quiz

Waarom mogen binnenbanden niet meer verstrekt worden?
A
Er worden katapulten van gemaakt.
B
Er mag niet meer gefietst worden op Drakeneiland.
C
Als je ze verstrekt worden ze te lang.
D
Binnenbanden worden beschouwd als wapentuig.

Slide 14 - Quiz

In de tekst staat: 'Maar helden zijn anders' .
Uit welk stukje tekst kun je zien dat helden anders zijn.
A
'Ik protesteer!' riep Mark luidkeels.
B
Mo begon te zweten bij het idee.
C
Zijn kameraden hielden zijn armen en benen in bedwang.
D
Mark was een Drakendoder

Slide 15 - Quiz

Opdracht
Je bedenkt met zijn tweeën van alle nieuwe woorden een goede zin, waaruit blijkt dat jullie de woorden snappen. 
Schrijf deze op in je schrift.

Buikloop-verbijsterd-verbolgen-garde-ronselen-smiespelen

Slide 16 - Slide