What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Leerplein oefeningen H14
rechtsgevolg betekent dat de wet of het recht
A
aan de handeling geen gevolgen verbindt
B
aan de handeling gevolgen verbindt
1 / 14
next
Slide 1:
Quiz
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
rechtsgevolg betekent dat de wet of het recht
A
aan de handeling geen gevolgen verbindt
B
aan de handeling gevolgen verbindt
Slide 1 - Quiz
een voorbeeld van een rechtshandeling is
A
het aangaan van een arbeidsovereenkomst
B
door rood licht rijden
C
naar de stad gaan om te shoppen
D
de hond uitlaten
Slide 2 - Quiz
rechtshandeling
=> handeling met
bedoeld
rechtsgevolg.
De rechtshandeling kan:
=>
een
zijdig zijn => èèn persoon bij betrokken
=>
meer
zijdig zijn => meer personen bij betrokken
Slide 3 - Slide
rechtshandeling
eenzijdig
=> èèn persoon betrokken
=> voorbeeld => testament maken, ontslag nemen, huur opzeggen
meerzijdig
=> meer personen betrokken
=> voorbeeld => arbeidsovereenkomst aangaan, huurovereenkomst aangaan, kop koffie kopen
Slide 4 - Slide
een handeling met rechtsgevolg is
A
het veroorzaken van een aanrijding
B
door rood licht rijden
C
je verkering uitmaken
D
de hond uitlaten
Slide 5 - Quiz
een handeling met rechtsgevolg is
A. veroorzaken aanrijding => verbintenis uit wet => schadevergoeding betalen
B. door rood rijden => strafbaar => strafrecht, niet vermogensrecht
C. verkering uitmaken => handeling zonder rechtsgevolg
D. hond uitlaten => handeling zonder rechtsgevolg
Slide 6 - Slide
waar of niet waar?
als je een rechtshandeling verricht dan wil je dat de wet daar gevolgen aan verbindt
A
niet waar
B
waar
Slide 7 - Quiz
aan welke vier voorwaarden moet zijn voldaan bij een rechtshandeling?
Slide 8 - Open question
Voor rechtshandelingen gelden vier voorwaarden:
De persoon moet handelings
bekwaam
zijn.
De persoon moet handelings
bevoegd
zijn.
De wil van de persoon moet op het rechtsgevolg gericht zijn.
De wil van de persoon blijkt uit een wilsverklaring.
Slide 9 - Slide
waar of niet waar:
een rechter is handelingsbekwaam maar in sommige situaties handelingsonbevoegd
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
handelingsonbevoegd
Handelingsonbevoegd => als dat in de wet staat.
Art. 3 :43 BW => vanwege je positie mag je de rechtshandeling niet doen
Slide 11 - Slide
Een voorbeeld van een eenzijdige rechtshandeling is:
A
Marloes die haar fiets verkoopt aan Tina
B
Jasper die zijn testament laat opmaken door de notaris
C
Ibrahim die door een scooter wordt aangereden
D
Jan die de bal door de ruit van de buren schiet
Slide 12 - Quiz
waar of niet waar?
als je handelingsbekwaam bent, dan ben je altijd handelingsbevoegd
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 13 - Quiz
Stefanie heeft een snackbar. Als Stefanie een ijsje verkoopt aan Bart, verricht zij dan een meerzijdige rechtshandeling?
A
nee, dit is een feitelijke handeling
B
ja, een koopovereenkomst sluiten is een rechtshandeling en er is meer dan èèn partij betrokken
C
nee, een koopovereenkomst is een eenzijdige rechtshandeling
Slide 14 - Quiz
More lessons like this
H14 rechtshandelingen deel 2
February 2022
- Lesson with
32 slides
Handel
MBO
Studiejaar 1
PFE Personen en familierecht les 2 (H3) Juridisch Juist
January 2021
- Lesson with
21 slides
Burgerschap
MBO
Studiejaar 1
H14 vermogensrecht (Rechtshandelingen)
December 2021
- Lesson with
41 slides
Praktische economie
MBO
Studiejaar 3
Week 3 - Rechtshandelingen (deel 2)
March 2022
- Lesson with
14 slides
Verbintenissenrecht
MBO
Studiejaar 4
H14 Rechtshandelingen
February 2022
- Lesson with
40 slides
Praktische economie
MBO
Studiejaar 3
Week 3 - Rechtshandelingen (deel 2) met extra opdracht
February 2024
- Lesson with
21 slides
Verbintenissenrecht
MBO
Studiejaar 4
Week 3 - Rechtshandelingen (deel 2) 2023
March 2023
- Lesson with
23 slides
Verbintenissenrecht
MBO
Studiejaar 4
examentraining verbintenissenrecht 2
June 2022
- Lesson with
16 slides
Handel
MBO
Studiejaar 3