2.1 Leven in de grote stad h/v

2.1 Leven in de grote stad
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.1 Leven in de grote stad

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
Leerdoelen

1. uitleg 2.1
2. opdrachten maken
3. Tijd over? topo leren
1. Je weet welke vier kenmerken een stad heeft.
2. Je begrijpt het verschil tussen een megastad en een wereldstad.
3. je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt van dat in een wereldstad.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wonen in de stad
Bijna 60% v/d wereldbevolking woont in de stad.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is een stad?
Vroeger:
- stadsmuren
- (week) markt
- stadsrechten

Nijmegen in 1649 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Druten in 1867

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is een gebied een stad?
  1.  Een bepaald (per land verschillend) aantal inwoners
  2.  Een hoge bevolkings- en bebouwingsdichtheid, vaak hoogbouw.
  3.  Een beroepsbevolking die vrijwel uitsluitend werkt in de secundaire en tertiaire sector
  4.  Een groot aantal voorzieningen (winkels, werk, onderwijs, bestuur) voor het gebied rond de stad.
= industrie, fabrieken
= diensten (je verleent een dienst aan een ander): mensen werken voor elkaar.
Zoals docent, reclamebureau, ICT-bedrijf
In Nederland wordt bij plaatsen zonder historische stadsrechten vanaf een inwoneraantal van ongeveer 50.000 een stad.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Primaire sector
"De primaire sector is het gedeelte van de economie dat gericht is op het verbouwen en produceren van eten. Ook houdt deze sector zich bezig met het opgraven van grondstoffen."

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Secundaire sector
"De secundaire sector is het gedeelte van de economie dat gericht is op industrie. Bijv. verder produceren van het voedsel uit de primaire sector, maar ook auto's in een fabriek."

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Tertiaire sector
"De tertiaire sector is het gedeelte van de economie dat zich bezighoudt met het verlenen van diensten. Bijv. achter de kassa bij de supermarkt, een docent, iedereen in het ziekenhuis en in het restaurant."

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Verdeling werk sectoren Nederland

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Verschillende soorten steden
Hoofdstad
Megastad
Wereldstad
Belangrijke stad van een land waar meestal de regering zetelt
Grote stad, die voor een deel van de wereld belangrijk is op het gebied van economie, politiek en cultuur
Stad met meer dan tien miljoen inwoners

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Leven in een megastad

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

arm land
Krottenwijken langs de rivier. Kenmerk van een stad in een arm land.
Villawijk vs krottenwijk dicht bij het centrum.
CBD Lagos (Nigeria), Zakencentrum 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Megastad in arm land heeft:
  • Een of meer zakencentra 
  • Verspreid liggende industrieterreinen 
  • Woonwijken van rijken  
  • Krottenwijken in alle andere open ruimte 

Oudere woonwijken (dicht bij centrum): door bewoners flink opgeknapt.
Nieuwste wijken (rand stad): blik, karton, hout en modder. Zonder voorzieningen.
Gated community
CBD Rio
Gaat steeds meer lijken op zakencentrum rijke landen
Historisch centrum en oude woonwijken moeten hiervoor plaatsmaken.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De invloed van de global city groeit
  • Global cities = wereldstedensteden die de belangrijkste knooppunten vormen in het stedelijk netwerk, bijvoorbeeld: New York, Tokyo en Londen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

De invloed van de global city groeit
  • Global cities (wereldsteden) zijn steden die de belangrijkste knooppunten vormen in het stedelijk netwerk, bijvoorbeeld: New York, Tokyo en Londen.
  • BBP: Bruto Binnenlands Product. Alles wat er wordt verdiend in een land/gebied/stad.
    in New York meer dan Rusland of India
  • De burgemeesters van de global cities zitten vaak bij elkaar om te overleggen en kennis te delen


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Bruto Binnenlands Product
  • Het BBP geeft de waarde aan van alle goederen en diensten die in een land worden geproduceerd.

  • Het BBP per hoofd is het BBP gedeeld door het aantal inwoners van een land.

  • Ontwikkelingslanden hebben een laag BBP.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Afsluiten
Maak van 2.1 de opdrachten:


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Afsluiten
1. Je weet welke vier kenmerken een stad heeft.
2. Je begrijpt het verschil tussen een megastad en een wereldstad.
3. je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt van dat in een wereldstad.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welk kenmerk hoort niet bij de stad?
A
De bewoners van een stad wonen dicht bij elkaar.
B
Er wonen ten minste 50.000 mensen.
C
Iedere stad heeft een oud centrum met oude gebouwen.
D
In een stad kunnen mensen vinden wat ze nodig hebben om te leven.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Megastad
Wereldstad
Hoofdstad
Hier zit de regering van het land.
Heeft veel invloed op de wereld.
Meer dan 10 miljoen mensen.

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Onder welke sector vallen de vissers?
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiaire

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welke sector zie je op het plaatje?
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiaire

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke sector hoort deze afbeelding?
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiaire

Slide 27 - Quiz

mijnbouw --> goudwinning 
Primaire Sector
Secundaire Sector
Tertiaire Sector

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Wat is geen andere naam voor global city?
A
megacity
B
wereldstad
C
metropool

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Hoe groot moet de bevolkingsomvang van een stad zijn om een global city te worden?
A
Minimaal 1 miljoen
B
Minimaal 2 miljard
C
Minimaal 10 miljoen
D
Het bevolkingsaantal maakt niet uit

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

2 beweringen

1. Een wereldstad is altijd een hoofdstad
2. Een megastad is altijd een wereldstad
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions