Mentorles leerstijlen

Mentorles leerstijlen
Hoe leer jij op de beste manier?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Mentorles leerstijlen
Hoe leer jij op de beste manier?

Slide 1 - Slide

Verschillende leerstijlen
We gebruiken in deze les de leerstijlen van Kolb.
Hij gebruikt 4 verschillende leerstijlen:
- de doener (wil graag nieuwe dingen ervaren en uitproberen)
- de dromer( wil graag waarnemen en voorbeelden zien)
- de denker ( wil graag  voorbeelden zien en daarover nadenken)
- de beslisser ( wil graag dingen toepassen in de praktijk)

Slide 2 - Slide

Welke leerstijl denk je dat het beste bij jou past?
A
Doener
B
Dromer
C
Denker
D
Beslisser

Slide 3 - Quiz

Leerstijlen verder bekijken
                                                          Doener
Een doener leert het beste door dingen te doen. Je hebt een voorkeur voor bijv. praktische opdrachten, stage, maken van een collage, discussies.
Je wil het liefst korte instructie en dan zelf aan de slag.

Slide 4 - Slide

Leerstijlen verder bekijken
                                                         Dromer
Een dromer leert het beste door dingen te zien. Je wilt graag ervaring op doen. Je bent goed in het bedenken van oplossingen.
Je werkt graag in groepjes, bent creatief
en krijgt graag feed back

Slide 5 - Slide

Leerstijlen verder bekijken
                                                      Denker
Een denker leert het beste door dingen te zien en er dan over na te denken. Je wil graag veel informatie en je wil begrijpen hoe dingen werken.
Je bent goed in theorie, je kunt goed dingen 
samenvatten.
Je hebt het liefst goed uitleg en stelt dan vragen

Slide 6 - Slide

Leerstijlen verder bekijken
                                                      Beslisser
Een beslisser leert het beste door dingen toe te passen in voorbeelden uit de praktijk. Je denkt graag na over het oplossen van problemen/ vraagstukken. Je bent goed in plannen en je werkt graag met duidelijke overzichten.

Slide 7 - Slide

Je gebruikt altijd meer dan 1 leerstijl
De horizontale as geeft aan hoe je het liefst aan een taak begint: actief door dingen te doen of reflectief door er over na te denken

Slide 8 - Slide

Je gebruikt altijd meer dan 1 leerstijl
De verticale as geeft aan hoe je het liefst leert. Concreet door dingen te ervaren of te voelen of abstract door dingen te begrijpen?

Slide 9 - Slide

Ontdek je eigen leerstijl
Ga naar de site www.testmedia.nl
Vul daar de volgende gegevens in:
kies: inloggen testzone
gebruikersnaam: use558 / toegangscode: dex948
Kies: Instrument Leerstijlen (Kolb) LV
Schoolcode: school54706 / klascode t3
Vul je naam in. Persoonlijke identificatiecode is je 
leerlingnummer
Maak een schermafdruk van het resultaat

Slide 10 - Slide

Uitslag van de test

Slide 11 - Slide

Op welke leerstijl heb je het hoogst gescoord?
A
Concreet
B
Reflectief
C
Abstract
D
Actief

Slide 12 - Quiz

Leerstijlen allemaal inzetten
Om optimaal te kunnen leren moet je alle 4 de leerstijlen inzetten. Je moet dus:
Doen (iets nieuws ervaren)
Voelen (laat het op je inwerken)
Kijken (zoek verbanden en trek conclusies)
Denken (pas de kennis toe)

Slide 13 - Slide

In de les
Een doener houdt niet van lange uitleg en veel theorie
Een dromer houdt niet van korte opdrachten zonder duidelijk doel
Een beslisser houdt niet van uitleg zonder praktijkvoorbeelden 
Een denker houdt niet van oppervlakkige opdrachten

Slide 14 - Slide

Samenwerken
Soms is het handig om een doener en een  denker te laten samenwerken. De ene kan een idee uitwerken en de ander kan het uitvoeren.
Soms kun je beter twee doeners of twee denkers hebben die samenwerken. 

Slide 15 - Slide

Als je leerstijl actief is in welke les(sen) zul je dan het beste kunnen leren?
A
Lo, tekenen, techniek, practicum bio en Nask1
B
rekenen, wiskunde, economie
C
Lessen van ak, gesch, eco met veel uitleg
D
Dat maakt niet uit, in iedere les zit wel iets actiefs

Slide 16 - Quiz

Als je leerstijl abstract is wat vind je dan prettig?
A
Veel praktische opdrachten
B
Veel uitleg met uitdagende vragen van de docent
C
Veel maak opdrachten waarin je de lesstof moet toepassen
D
Dat maakt niet uit, in iedere les zit wel iets abstracts

Slide 17 - Quiz

Wat kun je hier nu mee?
* Beter begrijpen waarom je de ene les leuker vindt dan de andere ( is er veel uitleg, moet je veel termen begrijpen of ben je praktisch bezig?)

* Nadenken over welke manier van leren het beste bij jou past ( maak je samenvattingen maar ben je een doener dan werkt dat dus niet zo goed) 

Slide 18 - Slide