Elektriciteit, grootheden en eenheden, rekenen met elektriciteit

Goedemorgen M2d
Veranderen van fasen
Goedemorgen M2d

Ga rustig zitten volgens de plattegrond

Pak voor je:
- laptop/Ipad/tablet
-boekjes

1 / 37
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Goedemorgen M2d
Veranderen van fasen
Goedemorgen M2d

Ga rustig zitten volgens de plattegrond

Pak voor je:
- laptop/Ipad/tablet
-boekjes

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

- Grootheden en eenheden
- Wat is elektriciteit?
- Grootheden en eenheden bij elektriciteit

Slide 2 - Slide

Wat zijn grootheden en eenheden?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Meten

  • Meten = m.b.v. meetinstrument 

  • Grootheid = een eigenschap die je kunt meten (lengte, massa, temperatuur) 
  • Eenheid = een afgesproken maat, staat achter het getal (meter, kilogram) 

Slide 5 - Slide

Je weet wat een eenheid is
Je weet wat een eenheid is?
Ik heb gister de tafel opgemeten de tafel had een lengte van 2

Een Eenheid geeft betekenis aan het getal. 

De eenheid geeft aan in welke maat je de grootheid meet. 

Slide 6 - Slide

Grootheden & Eenheden
Lengte in cm
Grootheid
Eenheid
Welke grootheid en eenheid hoort bij 'leeftijd in jaren'? 

Slide 7 - Slide

Grootheden en eenheden

Slide 8 - Slide

Welke van de onderstaande antwoorden is een EENHEID?
A
massa
B
gewicht
C
centimeter
D
temperatuur

Slide 9 - Quiz


Welke grootheid meten we met het instrument in de afbeelding hiernaast?
A
Gewicht
B
Massa
C
Volume
D
Temperatuur

Slide 10 - Quiz

Grootheden
Iets wat je kunt meten:   Grootheid

Voorbeelden van grootheden:
- lengte
- snelheid
- gewicht
- tijd

Slide 11 - Slide

Eenheden
Iets waarin je het kunt meten:   Eenheid

Voorbeelden van eenheden:
- meter, centimeter
- met per seconde, kilometer per uur
- kilogram, gram
- dagen, uren, minuten, seconden

Slide 12 - Slide

Wat is een voorbeeld van een grootheid?
A
liter
B
kilogram
C
oppervlakte
D
seconde

Slide 13 - Quiz

Welke eenheid hoort bij temperatuur?
A
graden Celsius
B
warm
C
thermometer
D
vriezen

Slide 14 - Quiz

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare

Slide 15 - Drag question

Grootheid
Eenheid
Tijd
Oppervlakte
Gewicht
Inhoud
mm
km/u
gram

Slide 16 - Drag question

Elektriciteit

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Grootheden + eenheden
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting
Energie
E
Joule
J
Vermogen
p
Watt
W

Tijd
t
seconde
s

Slide 20 - Slide

Welke eenheid hoort bij de grootheid met het symbool P ?
A
Watt
B
Seconde
C
Energie

Slide 21 - Quiz

energie

J

P

Watt

Tijd

s

Slide 22 - Drag question

Elektrische stroom
- Elektrische stroom bestaat uit bewegende elektronen en vervoert zo energie

- Er is alleen stroom als de stroomkring gesloten is

- Stroom gaat van de pluspool naar de minpool

Slide 23 - Slide

Stroomsterkte (grootheid) I

- De sterkte van elektrische stroom wordt gemeten in de eenheid ampère (A).

- Een ampèremeter meet de hoeveelheid elektrische lading per seconde die door de meter gaat. 

Slide 24 - Slide

Spanning (grootheid) U
- Een spanningsbron levert elektrische energie

- De sterkte van spanning geef je aan met de eenheid Volt (V)

- Spanning is de energie die de elektronen krijgen en kunnen weggeven

- Spanning meet je met een spanningsmeter of Voltmeter

Slide 25 - Slide

Spanningsbronnen
Alle spanningsbronnen hebben
twee polen:
min (-) pool en een plus (+) pool


Auto accu -->

Slide 26 - Slide

Spanning (U)
Spanning = de hoeveelheid elektrische energie die de spanningsbron kan leveren. 
230 V
9 V

Slide 27 - Drag question

Spanning (U)
Spanning wordt gemeten in Volt (V)

Grootheid = (spanning U)
Eenheid = (volt V)

Slide 28 - Slide

Grootheid
Spanning 
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting
Spanning
U
Volt
V
Stroomsterkte
I
Ampère
A
Vermogen P
P
Watt
W

Slide 29 - Slide

Wat is het symbool van de grootheid Spanning?
A
I
B
A
C
V
D
U

Slide 30 - Quiz

grootheid spanning U meet je in
A
volt (V)
B
ampère (A)
C
ohm (Ω)
D
stroomsterkte (I)

Slide 31 - Quiz

Wat is het symbool van (de grootheid) spanning?
A
U
B
V
C
I
D
P

Slide 32 - Quiz

Is de stroomsterkte een grootheid?
A
Ja
B
nee

Slide 33 - Quiz

Stroomsterkte is een grootheid.
Wat is de eenheid voor stroomsterkte?
A
Watt (W)
B
Volt (V)
C
Power (p)
D
Ampère (A)

Slide 34 - Quiz

Vermogen is een grootheid.
Wat is de eenheid voor vermogen?
A
Watt (W)
B
Volt (V)
C
Power (p)
D
Ampère (A)

Slide 35 - Quiz

Aan de slag
Maak een tabel in Word met alle grootheden en eenheden uit hoofdstuk 4 en noteer daarbij het symbool van de grootheid en de afkorting van de eenheid.
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting

Slide 36 - Slide

Huiswerk
Tabel maken met alle grootheden, symbolen, eenheden en afkortingen uit hoofdstuk 4
(Wat met elektriciteit te maken heeft)
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting

Slide 37 - Slide