Art&Culture klas 2 (les 1-6)

Art & Culture 
DRAMA


1 / 51
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 51 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Art & Culture 
DRAMA


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Art & Culture 

Lessen
  • Drama
  • BV en film
  • Muziek, fotografie en BV

Veel aanbieden = kennismaking met verschillende kunstvormen

Veel aanbieden = 
veel afwisseling

Aan de slag met opdrachten

Verschil in aanbod

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Art & Culture 
DRAMA

periode 1
deel 2
 ma 21 oktober - ma 2 dec
6 lessen 


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Art & Culture 
Wat gaan we doen in de (drama)lessen?

Achtergrond informatie
Toneeltekst schrijven
Werken met theaterteksten
Acteren
Eindpresentatie - mini theaterfestival

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
Startspel
Onderwerp van de les
Werken aan opdracht(en)

 - We werken met een boekje - 

Meenemen: etui en laptop

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
Vandaag les 1 (van 6)

Startspel
Classics verzamelen
Personage
Boekje
Monoloog

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Personage
Even een korte terugblik....
Wat is een personage?




Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Personage
Kijk rond in het lokaal bij de verschillende sets



Welke spreekt je aan?
Bij welke set zie jij meteen iemand voor je?
Naam, beroep, favoriete tv-programma....?


timer
5:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Personage
Bespreek je personage 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Teksttoneel
Veel theatervoorstellingen starten vanuit een tekst. 

Een toneelschrijver kan:
- een nieuw toneelstuk schrijven.
- een bestaand toneelstuk of boek bewerken.
- De tekst in samenwerking met de regisseur en de acteurs ontwikkelen.


Vaak worden theaterteksten van een toneelschrijver uit het verleden gebruikt, omdat hun werk nog altijd relevant is: Shakespeare


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Monoloog
Een monoloog is een theatertekst voor één personage







Slide 11 - Slide

This item has no instructions







Het woord dialoog betekent 'tweespraak'

Voor een dialoog heb je min. twee personages nodig:
  • de protagonist (het personage dat iets wil bereiken)
  • de antagonist (het personage dat de protagonist tegenwerkt)
In de meeste verhalen is er sprake van, ook in sprookje: kun je de twee partijen benoemen?


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Samen lezen
Pagina 2 - Monoloog

Slide 13 - Slide

Vallende ster - Rick Dros
Monoloog schrijven
Vandaag start schrijven van een monoloog


Luister naar het voorbeeld
Kun jij raden over welk voorwerp dit gaat?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Monoloog schrijven
Je schrijft in de IK vorm

Je schrijft beeldend 
Je wilt dat het publiek het meteen voor zich ziet!

Volg stap 1, 2 en 3

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 




STAP 1
Schrijf 3 voorwerpen op




Je hebt voor deze opdracht  je laptop nodig

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opdracht (20 min)
Je gaat een monoloog schrijven  alsof je een voorwerp bent
Je werkt hier zelfstandig aan

STAP 2  Kies een voorwerp
STAP 3  Schrijf je tekst in de IK vorm, schrijf beeldend en geef je voorwerp menselijke eigenschappen

Let op: minimaal 200 woorden, max 250 woorden





Slide 17 - Slide

This item has no instructions






Monoloog opslaan!  ---> Art&Culture monoloog

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Goedemorgen!
Vandaag les 2 (van 6)

Startspel uit lijstje classics
Monologen afronden
Uitleg dialogen
Dialoog schrijven 


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Startspel
ABC spel

Ik ben...
Ik woon...
Ik verkoop....

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Afronden monoloog opdracht
Uitwisselen monologen
Delen met KRG

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Samen lezen
Pagina 3 & 4 - Dialogen 

Theatercode
Ingrediënten van een dialoog

Slide 22 - Slide

Vallende ster - Rick Dros
Conflict

Tussen personages is er (bijna) altijd sprake van een conflict: dat hoeft niet direct een enorme ruzie te zijn maar kan ook een dilemma, misverstand, meningsverschil of probleem zijn...






Slide 23 - Slide

This item has no instructions

En verder...
Opbouw

Wat er niet staat

Actie- reactie

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Dialogen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
Je gaat een dialoog afschrijven, 
dit is een samenwerkingsopdracht
Je werkt in een groepje van 3 personen

Toneeltekst AAN TAFEL
Pagina 5, 6, 7





Slide 26 - Slide

This item has no instructions



We lezen een 
aantal teksten samen


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting les

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Art & Culture 
DRAMA




Pak een blok, maak een kring
en dan gaan we beginnen!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Goedemorgen!
Vandaag les 3 (van 6)
Monologen: voorwerpen
Startspel
Dialoog: Aan tafel
Samen lezen 
Mise-en-scene
Repeteren
Scènes aan elkaar laten zien





 


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Startspel


moordenaartje & fruitmand
 


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Dialogen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
Je gaat een dialoog afschrijven, 
dit is een samenwerkingsopdracht
Je werkt in een groepje van 3 personen

Toneeltekst AAN TAFEL
Pagina 5, 6, 7





Slide 33 - Slide

This item has no instructions



We lezen een 
aantal teksten samen


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Vervolg opdracht 
Je gaat de scène spelen
Samen repeteren, we bekijken straks 2 scènes 


Denk aan
  • scène uitwerken > acteren
  • mise-en-scene






Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Mise-en-scene
  • Mise-en-scene betekent letterlijk: 'in de scene zetten/plaatsen
  • Mise-en-scene gaat over de vraag: WAAR plaats je WAT op het toneel
  • Decor zorgt voor een helder toneelbeeld. Waar zet je de decorstukken neer? In het midden van het speelvlak of juist niet? Op het voortoneel of het achtertoneel? Waar wil je dat de focus ligt? 



Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Mise-en-scene
  • Mise-en-scene gaat over de vraag: WAAR plaats je WIE op het toneel? 
  • Mise-en-scene gaat ook over hoe de personages zich op de vloer bewegen en waar ze staan in het toneelbeeld. Hoe verhouden de personages zich tot elkaar? 
  • Tijdens het repeteren kun je experimenten met de mise-en-scene. Maak de opkomst en afgang van de personages niet te voor de hand liggend.

  • Denk aan : lopen, zitten, staan 


Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Stel: je maakt een voorstelling met een machtige koning. 

Wat is dan een geschikte 
mise-en-scene? 




Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Vervolg opdracht 
Je gaat de scène spelen
Samen repeteren, we bekijken straks 2 scènes 


Denk aan
  • scène uitwerken > acteren
  • mise-en-scene






Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Art & Culture 
DRAMA




Zoek een plekje en ga lekker zitten,
we gaan zo beginnen!

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Goedemorgen!
Vandaag les 4 (van 6)

Terugblik
Startspel
De boodschap
De locatie, het decor
Keuze maken voor dialoog eindpresentatie






 


Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Startspel

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

De boodschap
Dat wat er niet staat

Wat wil jij toevoegen, ervan maken?

Welke boodschap breng je over?

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

De locatie, het decor
Pagina 9 - samen lezen

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Video

This item has no instructions

Voorbeelden decor
Realistisch decor

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Gestileerd decor
Sferisch decor

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Symbolisch decor
Abstract decor

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Decor ontwerp maken
Doos 
WC
Zeurstem

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Dialoog 
Keuze maken voor eindpresentatie

Twee- of drietal

Theaterteksten lezen


Slide 51 - Slide

This item has no instructions