1.4 deel 1

1.4 Alles wordt duurder
Pagina 22
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.4 Alles wordt duurder
Pagina 22

Slide 1 - Slide

Planning
Termen bespreken
Opgave 2 en 10 gezamenlijk
Aan de slag
Huiswerk

Slide 2 - Slide

  • Een verandering in procenten berekenen

  • Vertellen wat inflatie en deflatie betekend

  • Wat doet het CBS

  • Vertellen wat een indexcijfer is.
Dit kan ik!

Slide 3 - Slide

Een stijging of daling 
in procenten
Stappenplan stijging of daling in procenten berekenen:
1. Wat is de nieuwe prijs?
2. Wat is de oude prijs?
3. Invullen in de formule



Formule
(Nieuwe prijs - oude prijs) / oude prijs X 100 = 

Slide 4 - Slide

Stijgen of dalen de
prijzen?
CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek):
Verzamelt informatie over o.a. economische onderwerpen zoals prijsveranderingen.

  • Een algemene stijging van de prijzen noem je inflatie.
  • Een algemene daling van de prijzen noem je deflatie.

Inflatie en deflatie druk je uit in een percentage:
2,3% inflatie betekent dat de gemiddelde prijzen nu 2,3% hoger zijn dan een jaar geleden.



Slide 5 - Slide

Hoeveel kun je kopen
met je geld?
Koopkracht = de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen.
 

Als de loonstijging in % meer is dan de inflatie, neemt je koopkracht toe.

Met meer koopkracht neemt je welvaart toe: je kunt in meer behoeften voorzien.



Slide 6 - Slide

Indexcijfer
Getallen zijn soms onoverzichtelijk. Een indexcijfer geeft de verhouding eenvoudig weer.

Slide 7 - Slide

Indexcijfer
Basisjaar is altijd 100
Indexcijfer = nieuw getal / getal basisjaar x 100

Slide 8 - Slide

Opgave 10 pagina 24
Jaar                                 2015   2016   2017   2018   2019   2020
Prijs in euro                  520     560     605     630      710      765
Indexcijfer                  

LET OP:  indexcijfers worden altijd afgerond op een heel getal!

Slide 9 - Slide

Aan de slag
Bij vragen. eerst je boek, dan je buurman/vrouw
Bij vragen aan docent hand opsteken.

Maken opgaven H 1.3 vanaf pagina 18
opgaven H 1.4 vanaf pagina 22
Of start met de plus opdrachten  Pagina 30

Slide 10 - Slide

Blooket

Slide 11 - Slide

Huiswerk
1.4 1 t/m 8

LET OP
1 oktober toets Hfst. 1

Slide 12 - Slide