1a 1b

1 / 14
next
Slide 1: Link
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Link

Theme 1
practise the grammar in theme 1

stone 2

Slide 2 - Slide

Choose the correct translation:
Siblings
A
neefjes en nichtjes
B
broers en zussen
C
vader en moeder
D
opa en oma

Slide 3 - Quiz

Choose the correct translation:
Cousin
A
zoon van broer
B
dochter van zus
C
zoon van tante
D
dochter van oom

Slide 4 - Quiz

Choose the correct translation:
Capital
A
Gemeentehuis
B
land
C
hoofdstad
D
wereld

Slide 5 - Quiz

Choose the correct translation:
Different
A
Favoriet
B
Verschillend
C
aardig
D
welwillend

Slide 6 - Quiz

Choose the correct translation
pastime
A
Pauze
B
bevolking
C
vaardigheid
D
vrijetijdsbesteding

Slide 7 - Quiz

Choose the correct translation:
dierentuin
A
zoo
B
city
C
country
D
place

Slide 8 - Quiz

Choose the correct translation:
waarschijnlijk
A
Also
B
too
C
independent
D
probably

Slide 9 - Quiz

Choose the correct translation:
verwarren
A
To confuse
B
to scare
C
to impose
D
to report

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link