This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Herhaling
-Kenmerken rechtsstaat
-Partijen en partijleiders
-Hoe komt een wet tot stand
Slide 1 - Slide
Waaruit blijkt dat Nederland een rechtsstaat is?
A
De rechten van de burgers worden bepaald door het staatshoofd.
B
De rechten van de burgers zijn vastgelegd in wetten.
C
De regering heeft geen invloed op de wetgevende macht.
D
De regering heeft invloed op uitspraken van de rechters.
Slide 2 - Quiz
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vond er een rechtszaak plaats tegen een communist. De rechter zei op een bepaald moment: “IK bepaal welke wet hier geldt. IK maak hier de wet.”
Speelt deze rechtszaak zich af binnen een dictatuur of binnen een rechtsstaat? En is er sprake van scheiding van de machten of niet?
Slide 3 - Slide
De rechtszaak speelt zich af
A
binnen een dictatuur, want er is geen scheiding van de machten.
B
binnen een dictatuur, want er is wel scheiding van de machten.
C
binnen een rechtsstaat, want er is geen scheiding van de machten.
D
binnen een rechtsstaat, want er is wel scheiding van de machten.
Slide 4 - Quiz
1 Afgevaardigden van alle aanwezige partijen kregen het recht om het parlement toe te spreken.
2 Een minister van de NSDAP gaf opdracht om enkele dagen vóór de stemming over de wet communistische parlementsleden te arresteren.
3 Gewapende mannen van de NSDAP bedreigden in het parlement afgevaardigden van andere politieke partijen.
4 Het parlement nam de wet aan met 441 stemmen vóór en 94 stemmen tegen.
5 Leden van de NSDAP demonstreerden massaal voor het parlementsgebouw.
Slide 5 - Slide
Twee gebeurtenissen passen niet bij een democratische rechtsstaat. Welke twee gebeurtenissen zijn dat? Schrijf alleen de nummers op.
Slide 6 - Open question
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Minister of 2e kamerlid dient wetsvoorstel in
De 2e kamer stemt over het wetsvoorstel
De 1e kamer stemt over het wetsvoorstel
De koning ondertekent de wet
Minister ondertekent de wet
Slide 7 - Drag question
Mijn kiezers worden ook wel 'kleine luyden' genoemd
A
Troelstra
B
Thorbecke
C
Schaepman
D
Kuyper
Slide 8 - Quiz
Deze partijen werken samen om subsidie voor bijzondere scholen te krijgen
A
ARP en SDAP
B
RKSP en SDAP
C
ARP en RKSP
D
SDAP en KVP
Slide 9 - Quiz
Sociale wetgeving staat bovenaan mijn 'to do' lijstje