Woorden H6 (1)

Ga rustig zitten.
Heb je je laptop opgestart?
Is je telefoon uit en uit het zicht?



Zie je de 2 verschillende afbeeldingen?

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ga rustig zitten.
Heb je je laptop opgestart?
Is je telefoon uit en uit het zicht?



Zie je de 2 verschillende afbeeldingen?

Slide 1 - Slide

Planning van deze les
* uitleg 
* vragen LessonUp
* opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Na deze lessen weet je:
  • hoe je de betekenis van een moeilijk woord kunt vinden in een tekst.

Slide 3 - Slide

Planning van deze les
* uitleg 
* vragen LessonUp
* opdrachten maken

Slide 4 - Slide

Wat betekent:
hippopotomonstrosesquippedalio
fobie
A
angst voor kleine ruimtes
B
angst voor kippen
C
angst voor harde geluiden
D
angst voor lange woorden

Slide 5 - Quiz

Wat betekent: eloquent
A
welbespraakt
B
vertrouwen
C
oproep
D
aangenaam

Slide 6 - Quiz

Betekenis van een moeilijk woord vinden:
1. Begrijp je de tekst zonder het woord?
2. Lees terug of vooruit.

Zoek een: beschrijving, voorbeeld, synoniem of tegenstelling.
3. Is het een samenstelling?
4. Bekijk de afbeelding.
5. Zoek het woord op.

Welke betekenis past het best?

Slide 7 - Slide

Wat is de eerste stap als je een moeilijk woord leest in een tekst?
A
Begrijp je de tekst ook zonder het woord?
B
Kijk of het een samenstelling is.
C
Zoek in de zinnen eromheen.
D
Bekijk de afbeelding.

Slide 8 - Quiz

Hoe kun je de betekenis van moeilijke woorden vinden?
A
Zoeken naar een synoniem, een tegenstelling of een omschrijving
B
Zoeken naar een voorbeeld in de tekst
C
Alle drie de antwoorden zijn juist
D
Letten op bekende woorddelen

Slide 9 - Quiz

Wat is een synoniem?
A
Een woord met ongeveer dezelfde betekenis
B
Een woord dat het tegenovergestelde betekent
C
Een moeilijk woord
D
Een uitdrukking

Slide 10 - Quiz

Ik vind dit gebouw echt afzichtelijk, vooral de kleuren die zijn gebruikt en de steensoort vind ik erg lelijk
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
omschrijving
D
synoniem

Slide 11 - Quiz

Hoe wordt de betekenis van het woord 'sympathiek' hier uitgelegd?
"Zo sympathiek als ik jou gisteren vond, zo onvriendelijk vind ik jou vandaag."
A
synoniem
B
omschrijving
C
tegenstelling
D
voorbeeld

Slide 12 - Quiz

Wat kun je vinden met de woorden 'zoals', 'als' en 'bijvoorbeeld'?
A
Een tegenstelling
B
Een synoniem
C
Een voorbeeld

Slide 13 - Quiz

"Een grensrechter is iemand die de scheidsrechter bij voetbal ondersteunt."

Hoe helpt de schrijver je om het woord 'grensrechter' te begrijpen?

Door het geven van......
A
een omschrijving
B
een synoniem
C
een tegenstelling
D
voorbeelden

Slide 14 - Quiz

Welke strategie wordt hier gebruikt?
"Als je op jezelf woont, krijg je te maken met allerlei instanties, zoals verzekeringsmaatschappijen, banken en scholen."
A
synoniem
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
omschrijving

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van synoniem?
A
moeilijk en vervelend
B
viool en trompet
C
stuk en kapot
D
dag en dauw

Slide 16 - Quiz

Zelfstandig werken
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Hoofdstuk 6, paragraaf 6.3 Woorden, opdracht 1, 2, 5a en 5b, 6a, 7, 8, 9.


Hoe
Alleen en in stilte
Tijd
rest van de les
Klaar?
doe stil iets voor jezelf.

Slide 17 - Slide