This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 4
Domein Leefomgeving - Wateroverlast
We starten zo met de les:
- zorg voor je boek en je werkboek
- zorg voor een schrift en tekenspullen
Slide 1 - Slide
Bij het lengteprofiel van een rivieren hoort NIET het begrip...
A
Middenloop
B
Zomerdijk
C
Debiet
D
Verval
Slide 2 - Quiz
4.1: Van de bergen tot de zee
Je weet hoe je een rivier kunt indelen in een lengte- en dwarsprofiel.
Je weet de kenmerken van de stroomgebieden van Rijn en Maas.
Je begrijpt dat klimaatverandering bijdraagt aan een onregelmatiger regiem van de rivieren.
Je kunt relaties leggen tussen klimaatverandering en het risico op overstromingen en wateroverlast.
Slide 3 - Slide
Begrippen
Stroomgebied: Gebied waarbinnen al het regen- en smeltwater via een hoofdrivier naar zee stroomt.
Stroomstelsel: Een rivier met al zijn zijrivieren.
Waterscheiding
Slide 4 - Slide
Lengteprofiel van een rivier
Let op!
Bekijk deze afbeelding goed! Neem de begrippen in je op en luister naar de uitleg. Zometeen volgt de tekenopdracht!
Slide 5 - Slide
Debiet
Regiem
Slide 6 - Slide
Welke rivier heeft het grootste debiet?
A
Rijn
B
Maas
C
Schelde
D
Eems
Slide 7 - Quiz
Stel: de neerslag in Nederland neemt toe....wat gebeurt er dan met het debiet van de rivieren?
A
Blijft gelijk
B
Wordt groter
C
Wordt kleiner
D
Dat is nog onbekend
Slide 8 - Quiz
Door klimaatverandering wordt de neerslag onregelmatiger. Dit heeft effect op...
A
het debiet van rivieren
B
het regiem van rivieren
Slide 9 - Quiz
soorten rivieren
3 soorten rivieren: > regenrivier: door regen gaat het water stromen. > gletsjerrivier: door het smelten van een gletsjer. (schuivend ijs) > gemengde rivier:krijgt zijn water van beide soorten rivieren.
Slide 10 - Slide
Verval en verhang
Slide 11 - Slide
Stel: Plaats A ligt op 1500 meter hoogte. Plaats B ligt 500 kilometer stroomafwaarts op 1000 meter hoogte. Wat is het verval tussen A en B?
A
1000m
B
500km
C
500m
D
1m
Slide 12 - Quiz
Stel: Plaats A ligt op 1000 meter hoogte. Plaats B ligt 500 kilometer stroomafwaarts aan zee. Wat is het verhang tussen A en B?
A
1000m/km
B
500m/km
C
2m/km
D
0,5m/km
Slide 13 - Quiz
Maak een tekening van het lengteprofiel van een gemengde rivier met daarin de begrippen: Bovenloop/middenloop/benedenloop/erosie/sedimentatie van grof materiaal/sedimentatie. Maak een foto en voeg hier toe!