Thema 8 Paragraaf 2 Zenuwcellen en zenuwen

Thema 9 BS 2 Zenuwcellen en zenuwen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 9 BS 2 Zenuwcellen en zenuwen

Slide 1 - Slide

HW check

Thema 9 Basisstof 1
Opdracht 1, 2, 3, 4, 6

Slide 2 - Slide

Prikkels
impulsen
zintuig
spieren
centrale zenuwstelsel
impulsen

Slide 3 - Drag question

Horen zenuwen bij het zenuwstelsel?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Zijn alle zenuwen van het lichaam verbonden met het ruggenmerg?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Wat is een prikkel?
A
Een elektrisch signaal
B
Een invloed uit je omgeving

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen
Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen.
Je kunt 3 typen zenuwcellen benoemen met hun functies en kenmerken
 Je kunt beschrijven wat een zenuw is en je kunt 3 typen zenuwen noemen met hun kenmerken.

Slide 7 - Slide

Zenuwcellen

Slide 8 - Slide

 Typen zenuwcellen
Drie typen zenuwcellen:
  • Gevoelszenuwcellen
  • Schakelcellen 
  • Bewegingszenuwcellen

Slide 9 - Slide

Gevoelszenuwcellen
Impulsen van zintuigen naar Centraal zenuwstelsel:

Slide 10 - Slide

Bewegingszenuwcellen
Impulsen van Centraal zenuwstelsel naar spieren of klieren:

Slide 11 - Slide

Schakelcellen
 schakelcellen ontvangen impulsen van gevoels-zenuwcellen of van andere schakelcellen. 
Ze geven impulsen door aan schakelcellen of bewegingszenuwcellen.

Liggen helemaal in centraal zenuwstelsel

Slide 12 - Slide

Zenuwen
De uitlopers van zenuwcellen liggen in een bundel bij elkaar dit noem je een zenuw. 
Om elke uitloper ligt een dun isolerend laagje.
Om elke zenuw ligt een stevige laag bindweefsel ter bescherming.

Er zijn drie typen zenuwen:
• Een gevoelszenuw
• Een bewegingszenuw
• Een gemengde zenuw

Slide 13 - Slide

3 typen zenuwen
  • Gevoelszenuwen: alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen bv. oogzenuw.
  • Bewegingszenuwen: alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen
  • Gemengde zenuw: uitlopers van gevoels- en bewegingszenuwcellen (= komen het meeste voor in je lichaam)

Slide 14 - Slide

Huiswerk

Thema 9 Basisstof 2
Opdrachten: 1, 2, 3, 5, 6

Slide 15 - Slide

Heeft elke zenuwcel een cellichaam?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Wat geeft P in de afbeelding aan?
A
Celkern
B
Cellichaam
C
Korte uitloper
D
Lange uitloper

Slide 17 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
Impulsen worden door het cellichaam van een zenuwcel geleid.
B
Met de korte uitlopers regelt een zenuwcel alles in zijn omgeving.
C
Een zenuwcel heeft altijd een cellichaam nodig om te kunnen werken.
D
Een zenuwcel heeft altijd een lange uitloper nodig om te kunnen werken.

Slide 18 - Quiz