voorzetsels 3e en 4e naamval

voorzetsels 3de en 4de naamval
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

voorzetsels 3de en 4de naamval

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Voorzetsels met een 4e naamval
durch, für, gegen, ohne , um 

Slide 3 - Slide

Voorzetsels 3e naamval
aus, bei, mit, nach, seit, von, zu 

Slide 4 - Slide

Voorzetsels 3e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
mit
B
seit
C
durch
D
von

Slide 5 - Quiz

Voorzetsels 3e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
nach
B
für
C
zu
D
bei

Slide 6 - Quiz

Voorzetsels 4e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
durch
B
gegen
C
aus
D
um

Slide 7 - Quiz

Voorzetsels 4e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
für
B
von
C
um
D
durch

Slide 8 - Quiz

Ich habe ein Geschenk für ......(mijn) Mutter gekauft.

A
mein
B
meinen
C
meine
D
meiner

Slide 9 - Quiz

Ohne .......(de) Kinder(mv) können wir nicht gehen.

A
die
B
der
C
den
D
den

Slide 10 - Quiz

Das hat er von ..... (de) Mann bekommen.
A
der
B
dem
C
den
D
die

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide