§5.1 Wat levert werken op?

Paragraaf 5.1
Wat levert werken op?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 5.1
Wat levert werken op?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • De theorie van 5.1 wordt uitgelegd. Met een aantal controle vragen. Heb je het goed kun je verder met de opdrachten uit de planning online.  Heb je het fout, geef dit aan dan kan ik extra uitleg komen geven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Heb jij een bijbaantje?
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Geef een voorbeeld van geschoold en ongeschoold werk.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Link

This item has no instructions

5

Slide 9 - Video

This item has no instructions

00:00
Wat is een CAO
A
Hetzelfde als een arbeidsovereenkomst
B
het zijn afspraken tussen werkgevers en werknemers
C
Het is hetzelfde als mijn contract
D
het zijn afspraken met werknemers samen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

00:53
Waarom sta je als groep sterker om deze afspraken te maken voor een CAO?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

01:16
Kun je zonder lid te zijn van een vakbond profiteren van een CAO?
A
ja, want hij is voor iedereen
B
nee dan heb je er niks aan
C
ja want daar kun je extra voor betalen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

01:36
Geef een voorbeeld van een sector waar een CAO van toepassing kan zijn

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

02:41
Welke stelling is juist. Het afsluiten van een bedrijfstak-cao voor een hele bedrijfstak, in plaats van allemaal afzonderlijke, individuele arbeidsovereenkomsten heeft voordelen voor afzonderlijke werkgevers in die bedrijfstak:

I tijdsbesparing

II minder concurrentie op de arbeidsmarkt.
A
Bewering I is juist, bewering II is onjuist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Bewerking 1 is onjuist. bewering 2 is juist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Je betaalt belasting en premies over je inkomsten.
=

Je doet vrijwilligerswerk.
=

Je betaalt geen belasting over je salaris
=
Zwart werk
Grijs werk
Wit werk

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

maanden naar weken
maand
jaar
week
   x 12
   : 52
week
jaar
maand
   x 52
   : 12

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Thomas heeft een voltijdbaan van 36 uur. Hij verdient € 3.459,45 per maand. Bereken zijn weekloon.

Slide 21 - Open question

€ 3.459,45 x 12 : 52 = € 1.153,15 per week.

Hoeveel verdient Thomas dan per uur?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions