EHBO les 5

Een tegen de klas
1 / 48
next
Slide 1: Slide
EHBOMBOStudiejaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Een tegen de klas

Slide 1 - Slide

Wie gaat het opnemen tegen de klas?

Slide 2 - Slide

Wat is het alarmnummer voor Nederland?
A
0611
B
211
C
112
D
212

Slide 3 - Quiz

Hoe lang moet je een brandwond koelen?
A
5 minuten
B
10 minuten
C
15 minuten
D
20 minuten

Slide 4 - Quiz

Hoe noemen we de bovenste huidlaag?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuids bindweefsel
D
Vetweefsel

Slide 5 - Quiz

Waar staan de letters BHV voor?
A
Bijzondere hulpverlening
B
Bedrijfsmatige hulpverlening
C
Bedrijfshulpverlening
D
Beroepsmatige hulpverlening

Slide 6 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een calamiteit?
A
Spontane bloeding
B
Cliënt overlijdt door verkeerde medicatie
C
Begeleider geeft een cliënt een stuk brood en stikt bijna

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Als het slachtoffer bij bewustzijn is maar niet alert dan kan hij om onduidelijke reden agressief reageren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Als er bij een wond sprake is van hevig bloed verlies moet je druk uitoefenen. Waar doe je dat?
A
Op de wond
B
Net boven de wond
C
Onder de wond
D
Geen druk uitoefenen omdat druk uitoefenen de kans op afsterven vergroot.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Mag je voorwerpen die uit de borst of buik steken verwijderen?
A
Ja, die moet je verwijderen anders wordt de schade alleen maar groter
B
Ja, want anders kan het slachtoffer niet goed vervoerd worden naar de huisarts
C
Nee, de inwendige schade kan bij verwijderen erger worden

Slide 13 - Quiz

Bij een anafylactische shock wordt de shock veroorzaakt doordat er veel bloed uit het lichaam komt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Hoe houd je het rolletje van de zwachtel vast?
A
Dat ligt aan de plek waar er gezwachteld moet worden
B
Je moet altijd in het rolletje kijken
C
je moet altijd op het rolletje kijken
D
Voorkeur van de EHBO-er

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Waar mag je geen zwachtel aanleggen?
A
Voorhoofd
B
Scheenbeen
C
Nek
D
Ter hoogte van de nieren

Slide 18 - Quiz

Als een bijtwond niet bloed wat moet je dan doen?
A
Niets doen
B
Spoelen met kraanwater
C
Uitzuigen
D
Zwachtel aanleggen

Slide 19 - Quiz

Hoe verwijder je een splinter?
A
Trek met een pincet de splinter uit de huid in de richting waar de splinter wijst
B
Trek met een pincet de splinter uit de huid maar in tegenovergestelde richting
C
Splinter laat je zitten en geef het slachtoffer het advies om paracetamol te nemen
D
Splinter knijp je uit het lichaam

Slide 20 - Quiz

Een verstuiking kan alleen maar voorkomen bij een gewricht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Bij een kneuzing kan je helpen door?
A
Warmte toe te dienen
B
Kou toe te dienen
C
Beide zijn waar

Slide 22 - Quiz

Bij een verstuiking zijn de spieren en het bindweefsel tussen huid en bot beschadigd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Hoe herken je een schedelbasisfractuur?
A
Blauwe plek op het hoofd
B
Blauwe plek rond de ogen of achter het oor
C
Bloed uit de oren
D
Veel bloedverlies rondom de schedel

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Bij een gesloten botbreuk is de huid intact
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Wanneer leg je een slachtoffer niet in de stabiele zijligging?
A
Als het slachtoffer bloed via de mond verliest
B
Als er grote kans is op nek- en hoofdletsel
C
Als het slachtoffer moet spugen
D
Als je het slachtoffer alleen moet laten

Slide 28 - Quiz

Mag je het slachtoffer van een ernstig ongeval verplaatsen?
A
Ja, het slachtoffer mag altijd verplaatst worden
B
Nee, het slachtoffer mag je nooit verplaatsen
C
Ja, als dit op verzoek is van het slachtoffer
D
Ja, alleen bij gevaar

Slide 29 - Quiz

EHBO-ers houden zich aan vijf regels. Wat is de tweede regel?
A
Ga na wat er gebeurd is
B
Help het slachtoffer waar hij zit of ligt
C
Let op gevaar
D
Zorg voor professionele hulp

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Waar staan de letters EHBO voor?
A
Eerst Helpen Bij Ongevallen
B
Eerste Hulp Bij Opvoeden
C
Eerste Hulp Bij Opstaan
D
Eerste Hulp Bij Ongelukken

Slide 32 - Quiz

Als je 112 belt moet je 3 belangrijke dingen melden. Wat hoeft niet gemeld te worden?
A
Aantal slachtoffers
B
Via welke ingang de hulpdiensten bij het slachtoffer komen
C
Tijdstip van het ongeval
D
Het letsel wat jij als EHBO-er vermoed

Slide 33 - Quiz

Hoe ziet een derdegraads brandwond eruit?
A
De huid is rood, licht gezwollen en pijnlijk
B
De huid is rood, gezwollen, pijn en bevat blaren
C
De huid is grauw/wit of zelfs zwart, pijnloos

Slide 34 - Quiz

Wat is het doel van eerste hulp bij brandwonden?
A
De pijn verminderen
B
Zorgen dat het zich niet verder uitbreid
C
Slachtoffer gerust stellen
D
Koelzalf smeren

Slide 35 - Quiz

Als iemand in brand staat, laat je het slachtoffer dan rennen?
A
Ja, want door het rennen zal het vuur gaan doven
B
Nee, je kunt het beste het slachtoffer over de grond laten rollen

Slide 36 - Quiz

Wat is het allerbelangrijkste bij een brandwond?
A
Zo snel mogelijk afdekken met huishoudfolie
B
Zorgen dat de wond vet blijft omdat dit de kans op littekenvorming verkleind
C
Eerst water de rest komt later

Slide 37 - Quiz

Hoe lang mag een flauwte duren?
A
Hangt af waarom iemand is flauw gevallen
B
1 uur
C
2 minuten
D
paar seconde

Slide 38 - Quiz

Kun jij als EHBO-er een shock verhelpen/behandelen?
A
Ja
B
Nee

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

Je laat een steriel gaasje op de grond vallen. Wat doe je?
A
Oprapen en doorgaan met verbinden
B
Je pakt een nieuw gaasje
C
Dan ga je zonder steriel gaasje verder
D
Het gaasje afvegen en gebruiken

Slide 41 - Quiz

Als iemand een botbreuk heeft wat mag je dan niet doen?
A
Het gebroken lichaamsdeel rust geven
B
Het gebroken lichaamsdeel steun geven
C
Het gebroken lichaamsdeel recht leggen
D
Het gebroken lichaamsdeel met rust laten

Slide 42 - Quiz

Wat doe je als eerst als je naar een slachtoffer gaat?
A
Zeggen dat je EHBO hebt
B
Letten op gevaar
C
Kijken wat er is gebeurd
D
Telefoon van het slachtoffer doorzoeken

Slide 43 - Quiz

Waarom moet je vóór iemand staan als je aan zijn arm een verband aanlegt?
A
Dan kan het slachtoffer zien of jij er nog wel bent
B
Dan kan het slachtoffer zien wie je bent
C
Dan kan je zien hoe het slachtoffer reageert
D
Dan kan het slachtoffer zien of jij het wel goed doet

Slide 44 - Quiz

Als je een slachtoffer op zijn buik vind wat doe je dan?
A
Laat je hem op zijn buik liggen tot de ambulance er is
B
Draai je hem op zijn rug
C
Leg je hem direct in de stabiele zijligging
D
Gebruik je de handgreep van Rautek

Slide 45 - Quiz

Als het slachtoffer in de stabiele zijligging ligt dan controleer je de ademhaling door?
A
Kijken-Luisteren-Voelen
B
Kinlift-Kijken-Luisteren-
C
Een hand op de buik te leggen en de andere hand op de rug te leggen
D
Door hem terug te draaien op zijn rug

Slide 46 - Quiz

Wat is geen vitaal orgaan?
A
Lever
B
Hart
C
Hersenen
D
Longen

Slide 47 - Quiz

....en de winnaar is....

Slide 48 - Slide