Proeftoetsje Schatkist Aarde 2.1 t/m 2.3

Welkom bij deze Aardrijkskundetoets
  • Deze toets is voor klas 3 en gaat over het hoofdstuk 2: Schatkist Aarde. 
  • Je krijgt verschillende soorten opdrachten in een willekeurige volgorde
  • Lees de opgaven goed door en bekijk de bronnen goed. Door erop te klikken kun je de bron vergroten. 
  • Het is niet toegestaan om samen te werken, 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom bij deze Aardrijkskundetoets
  • Deze toets is voor klas 3 en gaat over het hoofdstuk 2: Schatkist Aarde. 
  • Je krijgt verschillende soorten opdrachten in een willekeurige volgorde
  • Lees de opgaven goed door en bekijk de bronnen goed. Door erop te klikken kun je de bron vergroten. 
  • Het is niet toegestaan om samen te werken, 

Slide 1 - Slide


Welke periode is het oudst?
A
Paleozoïcum
B
Mesozoïcum
C
Kwartair
D
Precambrium

Slide 2 - Quiz

Geef 2 manieren waarop er een massa-extinctie kan ontstaan. Zorg dat uit je antwoord duidelijk blijkt wat een massa-extinctie is!

Slide 3 - Open question

Welke geologische tijdschaal geeft de jaartallen aan?
A
Absolute tijdschaal
B
Relatieve tijdschaal
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 4 - Quiz

Indeling van de 4,6 miljard jaren omvattende geologische geschiedenis van de aarde.
A
Tijdvakken specificatie
B
Geologische tijdschaal
C
Geografische tijdschaal
D
Specificering tijdschalen

Slide 5 - Quiz

Een geologische tijdschaal is ingedeeld in tijdperken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Hoeveel hoofdtijdvakken heeft de geologische tijdschaal?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Het Carboon lag in de geologische tijdschaal tussen ...
A
het Perm en Trias
B
het Trias en Jura
C
het Devoon en Perm
D
het Siluur en Devoon

Slide 8 - Quiz

Pangea was in het
A
Precambrium
B
Perm
C
Krijt
D
Kwartair

Slide 9 - Quiz

In deze periode ontstond de meeste steenkool
A
Krijt
B
Kwartair
C
Carboon
D
Jura

Slide 10 - Quiz

Welke gesteentelagen liggen het diepst in de aardbodem?
A
Krijt
B
Perm
C
Precambrium
D
Kwartair

Slide 11 - Quiz

Hoeveel massa extincties waren er?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 12 - Quiz

Bij een massa extinctie sterven alle planten en dieren uit.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Fossielen
Wat is NIET waar?
A
Versteende overblijfselen van organismen
B
Afdrukken van organismen in gesteenten
C
Fossielen zijn levende fossielen van heel vroeger

Slide 14 - Quiz

Wat hoort bij stollingsgesteente?
A
druk
B
fossielen
C
opwarmen
D
afkoelen

Slide 15 - Quiz

In welk gesteentesoort kun je fossielen vinden
A
sedimentgesteente
B
metamorfgesteente
C
stollingsgesteente

Slide 16 - Quiz


Wat zie je hier?
A
Plantenresten
B
Fossielen
C
Sierstenen
D
Bewijs van vroegere levensvormen

Slide 17 - Quiz

Waar of niet? Fossielen vind je alleen maar onder water
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Welk kenmerk hoort bij zandsteen?
A
stollingsgesteente
B
sedimentgesteente
C
fossielen
D
gelaagd

Slide 19 - Quiz

het is een ….
A
sedimentair gesteente
B
stollingsgesteente

Slide 20 - Quiz

Welk gesteente is dit?
A
sedimentgesteente
B
stollingsgesteente

Slide 21 - Quiz

Graniet ontstaat uit?
A
Lava
B
Magma
C
Stollingsgesteente

Slide 22 - Quiz

Door hitte en druk ontstaat:
A
Sedimentgesteente
B
Stollingsgesteente
C
Metamorf gesteente

Slide 23 - Quiz


Welk hoofdtype gesteente is dit?
A
Stollingsgesteente
B
Sedimentgesteente
C
Metamorf gesteente

Slide 24 - Quiz

Welk begrip uit §2.1 past bij de afbeelding?
A
Stollingsgesteente
B
Sediment
C
Sedimentgesteente
D
Metamorfgesteente

Slide 25 - Quiz

Ouderdom meten met behulp van radioactiviteit
A
Relatieve ouderdom
B
Absolute ouderdom

Slide 26 - Quiz

330 miljoen jaar geleden is steenkool ontstaan
A
Absolute ouderdom
B
Relatieve ouderdom

Slide 27 - Quiz

Welke uitspraak is onjuist?

A
Delfstoffen zijn voorbeelden van natuurlijke hulpbronnen
B
landbouwproducten zijn voorbeelden van grondstoffen
C
Delfstoffen zijn voorbeelden van grondstoffen.
D
Landbouwproducten zijn voorbeelden van delfstoffen

Slide 28 - Quiz

Wat je op de foto ziet is......
A
Dagbouw
B
Schachtbouw

Slide 29 - Quiz

Het plaatje laat het volgende zien:
A
Schachtbouw
B
dagbouw

Slide 30 - Quiz

Welke vorm van mijnbouw heeft meer negatieve gevolgen voor de natuur?
A
Dagbouw
B
Mijnbouw in schacht

Slide 31 - Quiz

Klaar!!
Hoeveel vragen had je goed?

Slide 32 - Slide

Heb je nog vragen over de stof?

Slide 33 - Open question