Examentraining Schrijven 2F, 11e bijeenkomst UITLEG examen Schrijven

Wat staat er op de planning?
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat staat er op de planning?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Nieuwe theorie: Aan elkaar of los? 
  • Herhalen: spelling & fouten voorkomen (hoog tempo)
  • Uitleg over het examen schrijven
  • Mogelijkheid: ophalen cijfer WERKWOORDSPELLING voor wie dat wil.


Slide 2 - Slide

Aan elkaar of los?
Een woord dat uit meerdere woorden bestaat noem je een samenstelling. Vorige week besproken of je kiest voor "het lijmmiddel" e, en, s of -

Maar schrijf je nu ontwikkelings samenwerking, ontwikkelingssamenwerking of ontwikkelings-samenwerking ?

Slide 3 - Slide

Zo veel mogelijk aan elkaar
Woorden schrijf je aaneen, zolang het niet voor lees- of uitspraakproblemen zorgt. 
Let op de BETEKENIS:
  • rode wijnflessen (flessen die rood van kleur zijn).
  • rodewijnflessen (flessen waar rode wijn in zit/gezeten heeft)

Slide 4 - Slide

Zo veel mogelijk aan elkaar
Woorden schrijf je aaneen:
  • Als een werkwoord begint met een voorzetsel (op, in, aan, enz.).
  • zodra het gecombineerd wordt met: er-, hier-, daar- en waar- + voorzetsel (erop, hierin, waaraan, enz.).

Slide 5 - Slide

Wat is de goede schrijfwijze?
Cacaobonen worden door machines .............
A
fijn gestampt
B
fijngestampt

Slide 6 - Quiz

Wat is de goede schrijfwijze?
Elk jaar doe ik mee aan de
....................................
A
goede doelenactie
B
goededoelenactie

Slide 7 - Quiz

Wat is de goede schrijfwijze?
Je mag niet rechts
............................
A
in halen
B
inhalen

Slide 8 - Quiz

Wat is de goede schrijfwijze?
........................ wordt niet verkocht aan jongeren onder de achttien jaar.
A
Sterke drank
B
Sterkedrank

Slide 9 - Quiz

Wat is de goede schrijfwijze?
Voor de .......................... wordt een bedrijfsbezoek georganiseerd.
A
eerste jaars studenten
B
eerstejaars studenten
C
eerstejaarsstudenten

Slide 10 - Quiz

Wat is de goede schrijfwijze?
Supermarkten introduceren vaak .................... om klanten te trekken.
A
korte termijn acties
B
korte termijnacties
C
kortetermijnacties

Slide 11 - Quiz

Veel gemaakte fouten herkennen

Slide 12 - Slide

Wat is goed?
A
groentensoep
B
groentesoep
C
groenten soep
D
groente soep

Slide 13 - Quiz

Wat is goed?
A
reuzenspannend
B
reuzespannend
C
reuzen spannend
D
reuze spannend

Slide 14 - Quiz

Wat is goed?
A
docententoilet
B
docentetoilet
C
docenten toilet
D
docente toilet

Slide 15 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
Woon jij aan de amstellaan?
B
Woon jij aan de Amstellaan?

Slide 16 - Quiz

........ jij dat papier even voor me? (verbranden, t.t.)
A
Verbrand
B
Verbrandt

Slide 17 - Quiz

Goed of fout?
Als hun naar huis gaan, rijden ze via Rotterdam.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quiz

........ zijn vandaag aan de beurt .
A
Hun
B
Hen
C
Zij

Slide 19 - Quiz

Wat is goed geschreven in een zakelijke e-mail?
A
Beste meneer van Rozendaal.
B
Geachte meneer Van Rozendaal.
C
Beste heer Van Rozendaal,
D
Geachte heer Van Rozendaal,

Slide 20 - Quiz

Hoofdletter?
A
Met vriendelijke groet,
B
met vriendelijke groet,

Slide 21 - Quiz

Hoofdletter?
A
September
B
september

Slide 22 - Quiz

Hoofdletter?
A
Mercedes
B
mercedes

Slide 23 - Quiz

Hoofdletter?
A
Zomervakantie
B
zomervakantie

Slide 24 - Quiz

Goed of fout?

Het gebruik van euromunten blijken voor ouderen nog steeds lastig.
A
GOED
B
FOUT

Slide 25 - Quiz

Goed of fout?

Het merendeel van de scholieren vinden het CE-examen het moeilijkst.
A
GOED
B
FOUT

Slide 26 - Quiz

Kijk goed. Hoe zou jij dit formuleren?

Slide 27 - Slide

Waardoor ontstaat onduidelijkheid?

Slide 28 - Slide

Kijk goed. Waarom is dit niet goed?

Slide 29 - Slide

Wat gaat hier mis?

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Wat gaat hier mis?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Kijk goed. Wat gaat hier mis?

Slide 34 - Slide

Uitleg van het examen Schrijven 2F

Slide 35 - Slide

Gebruik je studentnummer in de e-mail! studentnummer@student.zadkine.nl

Schrijf onderaan de opdracht het AANTAL WOORDEN
Mailen naar:
AZ.Verschoor@tcrmbo.nl

Slide 36 - Slide

Beoordeling van het examen

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Als je ALLES op 2F doet.

Slide 41 - Slide

Succes!

Slide 42 - Slide