Met een trema geef je aan dat bij die letter een nieuwe klank begint:
patiënt, cliënt, melodieën, genieën, egoïsme.
Let op: je gebruikt alleen een trema als je ook echt problemen hebt met het op de juiste manier uitspreken van het woord. Heel veel klinkers kunnen namelijk gewoon zonder trema naast elkaar staan: geometrie, deodorant, beargumenteren, linoleum, verfraaien, ontplooiing (bij i's naast elkaar nooit een trema).
Als je een woord aan het einde van de zin afbreekt, vervalt het trema: ego-
isme.