This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Quiz
Deze quiz bestaat uit 50 vragen
Je kunt niet terug bladeren
Zorg dat alle andere schermen dicht zijn en blijven
Succes!
Slide 1 - Slide
Hoe werden de belastingambtenaren in Jezus' tijd genoemd?
A
Farizeeën
B
Tollenaars
C
Belastinginners
D
Collaborateurs
Slide 2 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord: 'Messias'?
A
Koning
B
Redder
C
Gezalfde
D
Jezus
Slide 3 - Quiz
Wie is geen Evangelist?
A
Lucas
B
Paulus
C
Marcus
D
Johannes
Slide 4 - Quiz
Jezus is opgegroeid in:
A
Bethlehem
B
Nazareth
C
Jeruzalem
D
Christus
Slide 5 - Quiz
Jezus is ter dood veroordeeld door:
A
Herodes
B
Judas
C
Kajafas
D
Pilatus
Slide 6 - Quiz
Wat zijn de 4 evangeliën van het Nieuwe Testament?
A
Mattheüs, Marcus, Lucas, Handelingen
B
Mattheüs, Marcus, Lucas, Johannes
C
Mattheüs, Lucas, Handelingen, Openbaringen
D
Genesis, Mattheüs, Lucas, Johannes,
Slide 7 - Quiz
Wat zijn 2 niet bijbelse bronnen over Jezus?
A
Pilates en Judas
B
Tacitus en Josephus
C
Tiberius en Johannes
D
Petrus en Paulus
Slide 8 - Quiz
Jezus was een
A
Hindoe
B
Moslim
C
Christen
D
Jood
Slide 9 - Quiz
A
9
B
6
C
7
D
10
Slide 10 - Quiz
A
Het ontvangen van zegeningen
B
Het herdenken van overledenen
C
Het ontvangen van vergeving voor zonden
D
Het vragen om genezing
Slide 11 - Quiz
A
Vormsel
B
Doopsel
C
(Eerste )communie
D
Huwelijk
Slide 12 - Quiz
A
Eucharistie
B
Huwelijk
C
Biecht
D
Vormsel
Slide 13 - Quiz
A
Vormsel
B
Biecht
C
Doopsel
D
Priesterwijding
Slide 14 - Quiz
Wat hoort bij het sacrament van de ziekenzalving?
A
heilige olie
B
water
C
penitentie
D
absolutie
Slide 15 - Quiz
Jezus word verraden door
A
Petrus
B
Judas
C
Johannes
D
Pilates
Slide 16 - Quiz
Stille zaterdag
Goede vrijdag
Witte donderdag
Pasen
Jezus sterft
Jezus staat op uit de dood
Laatste avondmaal
Jezus ligt in het graf
Slide 17 - Drag question
De speciale groep van 12 man die met Jezus optrokken noemen we ook wel (2 antwoorden mogelijk)
A
Apostelen
B
Evangelisten
C
Discipelen
D
Farizeeërs
Slide 18 - Quiz
Hier is Jezus geboren
In deze plaats groeide Jezus op
Hier heeft Jezus Zijn volgelingen geroepen
Net buiten deze stad is Jezus gekruisigd
Jeruzalem
Galilea
Bethlehem
Nazareth
Slide 19 - Drag question
Jezus werd ook wel leraar of wijs man genoemd. In de taal van Jezus is dat
A
Apostel
B
Rabbi
C
Messias
D
Discipel
Slide 20 - Quiz
Waar of niet waar?
Het oude testament in geschreven in het Grieks.
Er zijn 4 evangeliën.
De evangeliën gaan over het leven van Jezus.
Met de Pesach (pasen) herdenken mensen dat Jezus is gekruisigd en na een paar dagen weer is opgestaan.
Salomo was een koning die veel wijsheden bezat
De Bijbel is het meest verkochte boek op aarde.
Het oude testament gaat vooral over de geschiedenis van het Joodse volk.
Het nieuwe testament is in het Grieks geschreven.
Het laatste Bijbelboek heet Genesis.
Het woord Bijbel betekent bibliotheek.
Slide 21 - Drag question
Een ander woord voor discipel is
A
bewonderaar
B
geïnteresseerde
C
leerling
D
leraar
Slide 22 - Quiz
Waarom waren er zoveel mensen in Jeruzalem tijdens de kruisiging van Jezus?
A
Het was bijna Pesach
B
Het was bijna Kerst
C
Het was zwarte vrijdag
D
Jeruzalem bestond 75 jaar
Slide 23 - Quiz
Iemand die “orthodox” in zijn geloof is, is
A
Flexibel in zijn opvattingen
B
Recht in de leer en traditioneel
C
Nieuwsgierig naar nieuwe dingen
D
Niet gelovig
Slide 24 - Quiz
De joodse traditie vind je terug in de Bijbel vooral in
A
De evangeliën
B
Het oude testament
C
Het nieuwe testament
D
De handelingen
Slide 25 - Quiz
Wat vieren Christenen met Kerst?
A
De geboorte van Jezus.
B
De opstanding van Jezus.
C
Het sterven van Jezus
D
De hemelvaart van Jezus.
Slide 26 - Quiz
'Zonde' betekent in de meeste godsdiensten
A
'jammer'
B
'niet doen waar je voor bedoeld bent'
C
niet gehoorzaam zijn aan God
D
Anderen schaden
Slide 27 - Quiz
Met Pasen vieren christenen?
A
de geboorte van Jezus
B
De kruisiging van Jezus
C
De opstanding van Jezus
D
De hemelvaart van Jezus
Slide 28 - Quiz
Wat herdenken de Christenen op Hemelvaart?
A
Jezus gaat naar de hemel
B
Jezus wordt gekruizigd
C
Jezus staat op uit de dood
D
De heilige geest wordt gevoeld op aarde
Slide 29 - Quiz
Wat vieren de christenen met Pinksteren?
A
De geboorte van Maria.
B
De komst van de heilige geest.
C
De opstanding van Jezus.
D
De kruisdood van Jezus.
Slide 30 - Quiz
0
30 - 480 n. Chr.
30 - 300 n. Chr.
325 n. Chr.
Jezus van Nazareth wordt geboren
Christenen worden vervolgd in het Romeinse Rijk
Het christendom verspreid zich over de grote Romeinse steden
De bijbel wordt samengesteld in een kerkvergadering in Nicea
Slide 31 - Drag question
De Bijbel bestaat uit =
1. _______
2. _______
Bestaat uit:
1._______
2._______
3._______
4. 4 evangeliën
De 4 evangelies:
1.
2.
3.
4.
Nieuwe Testament
Oude Testament
Marcus
Mattheüs
Lucas
Johannes
Brieven
Handeiingen
Openbaringen
Slide 32 - Drag question
Woorden Christendom
Jezus
Evangelies
Bijbel
Kerst
Viering dat Jezus is geboren
Boek met verhalen Oude Testament en Nieuwe Testament
Joodse man, zoon van God
Verhalen met goede boodschap
Slide 33 - Drag question
Vergeven
Respect
Geen geweld
Helpen
Naastenliefde
Sleep de beelden van de christelijke antwoorden op levensvragen naar de juiste plek
Slide 34 - Drag question
Welk sacrament kunnen rooms-katholieken gebruiken om vergeving te vragen?
A
Zingen
B
Dopen
C
Avondmaal
D
Biechten
Slide 35 - Quiz
Hoeveel sacramenten zijn er in de RK kerk?
A
2
B
7
C
4
D
10
Slide 36 - Quiz
Wat betekent Genesis?
A
Schepping
B
Ontstaan
C
Zondeval
D
Verbond
Slide 37 - Quiz
Wat is het eerste dat God zei, nadat hij de mens had geschapen?
A
Eet niet van de boom
B
Het is niet goed als de mens alleen is
C
Zorg goed voor de schepping
D
Het is goed
Slide 38 - Quiz
Wat schiep God op de vijfde dag?
A
Zee, kruid en bomen
B
Hemellichamen
C
Licht
D
Vissen en vogels
Slide 39 - Quiz
Welke opdracht hoort niet bij rentmeesterschap?
A
Kinderen krijgen
B
De aarde bewerken
C
Genieten van cultuur
D
Zorg dragen voor andere schepsels
Slide 40 - Quiz
Wat is het eerste sacrament dat je kan ontvangen?
A
Eucharistie
B
Doop
C
Vormsel
D
Avondmaal
Slide 41 - Quiz
Tijdens welk sacrament wordt het maal met Witte donderdag herdacht?
A
Eucharistie
B
Doop
C
Vormsel
D
Ziekenzalving
Slide 42 - Quiz
Jezus werd gekruisigd rond het jaar....
A
20
B
30
C
40
D
50
Slide 43 - Quiz
Jezus werd geboren rond het jaar...
A
0
B
10
C
50
D
100
Slide 44 - Quiz
Op de hoeveelste dag na zijn dood stond Jezus weer op?
A
1e dag
B
2e dag
C
3e dag
D
4e dag
Slide 45 - Quiz
In hoeveel dagen maakte God de schepping?
A
5 dagen met 1 rustdag
B
7 dagen met 1 rustdag
C
6 dagen met 1 rust dag
D
6 dagen
Slide 46 - Quiz
Hoe zag de aarde eruit voor dat God de schepping begon?
A
Woest en ledig
B
Als de zee
C
De aarde was plat
D
de aarde was vol kraters
Slide 47 - Quiz
In welk boek wordt de schepping beschreven?
A
Mattheüs
B
Exodus
C
ietsdus
D
Genesis
Slide 48 - Quiz
Wat is de naam van de boom die in het midden van het paradijs stond?
A
Levensboom
B
Boom van het kwaad
C
Boom van het goede
D
Boom van de kennis van Goed en Kwaad.
Slide 49 - Quiz
Welke leugen vertelt de satan aan Eva als ze van de vrucht zal eten?
A
Je zult heel knap worden
B
Je zult heel lelijk worden
C
Je zult als God zijn
D
Je zult niets meer weten
Slide 50 - Quiz
Wanneer schiep God de mens?
A
de 1e dag
B
de 3e dag
C
de 5e dag
D
de 6e dag
Slide 51 - Quiz
Niet voor een punt, maar omdat ik benieuwd ben: wat zou jij graag bij Godsdienst willen doen? Waar ben je nieuwsgierig naar? (Denk aan bijzondere religie, zelfontwikkeling, praktisch bezig zijn (yoga, meditaties, mandala, etc), politiek van andere landen, mensenrechten, roept u maar WAT en ook HOE u leuk zou vinden....
Slide 52 - Mind map
Wat neem je mee als belangrijkste les (wat je geleerd hebt) uit dit eerste jaar?