This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 5 min
Items in this lesson
3.1 Soorten werkloosheid
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Uitleg begrippen 3.1
Slide 2 - Slide
3.1 Kennen / kunnen
Begrippen:
Regionale werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Frictie werkloosheid
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Geregistreerde werkloosheid
Verborgen werkloosheid bestedingen
Slide 3 - Slide
Regionale werkloosheid
Verschil tussen regio's
Kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele
regionale werkloosheid 2017
Werkloosheid die in bepaalde gebieden van het land hoger is dan gemiddeld in het land.
Slide 4 - Slide
Seizoenswerkloosheid
Slide 5 - Slide
Seizoenswerkloosheid
Tijdelijk (kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele)
Slide 6 - Slide
Structurele werkloosheid (1)
Blijvend
Slide 7 - Slide
Conjuncturele werkloosheid
Slide 8 - Slide
Geregistreerde en verborgen werkloosheid
Ingeschreven bij het UWV = geregistreerd
Niet ingeschreven bij het UWV = verborgen
Slide 9 - Slide
Werkloosheid
Geregistreerde werkloosheid (alle mensen die ingeschreven staan bij het UWV)
Verborgen werkloosheid (mensen die op zoek zijn naar een baan maar zich niet inschrijven bij het UWV)
Slide 10 - Slide
Voorbeeldvraag
Leidt de verplaatsing van Nederlandse bedrijven naar China tot conjuncturele of structurele werkloosheid in Nederland? Maak een keuze en verklaar je antwoord.
Antwoord:
structurele werkloosheid
Het antwoord is inderdaad structurele werkloosheid, maar wordt toch fout gerekend, want de juiste verklaring mist.
Slide 11 - Slide
Frictiewerkloosheid
Je verliest je baan en zoekt een andere...
Je studeert af en zoekt een baan...
De tijd hiertussen heet frictiewerkloosheid
Slide 12 - Slide
Frictiewerkloosheid
Solliciteren, tijdelijk werkloos
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Welke bedrijven hebben te maken met seizoenswerkloosheid?
A
aardbeienteler
B
Italiaans restaurant
C
kinderopvang
D
makelaar
Slide 15 - Quiz
Wat is regionale werkloosheid?
A
Werkloosheid die niet bekend is bij UWV.
B
Dat de werkloosheid in een bepaald seizoen hoger is.
C
Dat de werkloosheid in bepaalde gebieden hoger is.
D
Dat er geen werk is voor bepaalde opleidingen.
Slide 16 - Quiz
Frictiewerkloosheid is:
A
het loopt niet lekker tussen jouw en je baas
B
je hebt alleen werk in een bepaald seizoen
C
je hebt alleen werk in een bepaalde regio
D
je bent "in between jobs"
Slide 17 - Quiz
Welke bedrijven hebben te maken met seizoenswerkloosheid?