Thema 11 BS3 Evolutie + verwantschap

Thema 11: erfelijkheid en evolutie
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 11: erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Slide

Lesindeling
Lesopening
Uitleg 11.3 Evolutie
Huiswerk
Lesafsluiting

Slide 2 - Slide

Lesopening
Enkele oefenvragen over de vorige les

Slide 3 - Slide

Hebben alle spiercellen van een man hetzelfde genotype of hebben ze een ander genotype?
A
Hetzelfde genotype
B
Verschillende genotypen

Slide 4 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Wat voor soort bloem is dit?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 5 - Quiz

Geef 1 kenmerk van deze bloem in de afbeelding waaraan je kunt zien dat dit een insectenbloem is.

Slide 6 - Open question

In de afbeelding zie je een aardbeienplant. Hoe heet deze vorm van ongeslachtelijke voortplanting?

Slide 7 - Open question

Hoe heet nummer 3?
A
Stamper
B
Stijl
C
Stempel
D
Helmknop

Slide 8 - Quiz

Hoe heet nummer 5?
A
Stempel
B
Stijl
C
Vruchtbeginsel
D
Helmknop

Slide 9 - Quiz

Wat is een mutatie?

Slide 10 - Open question

PTA 1403
H10: voortplanting
H11: erfelijkheid en evolutie
07-04-2021
Nog 3 lessen (inclusief deze les)
Wat moet je leren?
Zie studiewijzer!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

11.3 Evolutie

Slide 13 - Slide

Wat weet jij over evolutie?

Slide 14 - Mind map

Evolutie
Charles Darwin was een Britse onderzoeker die de Evolutietheorie heeft bedacht

Het ontstaan van de ene soort uit de andere soort. 

Slide 15 - Slide

Variatie
In de afbeelding zie je slakken die tot dezelfde soort behoren. De slakken lijken veel op elkaar, maar er zijn kleine verschillen. Er zijn bijvoorbeeld donkere en lichte slakken. Dit heet variatie

Slide 16 - Slide

Selectie
In een gebied met een donkere bodem vallen de donkere slakken minder op. Vogels kunnen de lichte slakken beter zien en eten vooral die slakken op. De lichte slakken hebben een kleinere overlevingskans. Veel donkere slakken blijven wel leven en krijgen nakomelingen, die ook donker zijn. Dit heet natuurlijke selectie. Door selectie komen er langzaam minder lichte slakken en meer donkere.

Slide 17 - Slide

Gemeenschappelijke voorouder
Uit een gemeenschappelijke voorouder kunnen op deze manier verschillende soorten ontstaan.

Slide 18 - Slide

Verwantschap
Hoe korter geleden twee soorten zijn ontstaan uit een gemeenschappelijke voorouder, hoe meer verwant ze zijn. 

En hoe meer verwant soorten zijn, hoe meer overeenkomsten hun DNA vertoont

Slide 19 - Slide

Verwantschapschema
Dit schema laat zien hoe soorten uit elkaar zijn ontstaan.

Soorten die kort geleden een gemeenschappelijke voorouder hadden staan dicht bij elkaar in het schema.

Op het proefwerk moet je zo'n schema kunnen aflezen. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Oefenvragen 

Slide 22 - Slide

Hebben prikken een wervelkolom?

A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Welke soorten leggen eieren met schaal?
A
Zoogdieren en reptielen
B
Vogels
C
Reptielen en vogels
D
Vissen

Slide 24 - Quiz

Met welke nummers zijn soorten aangegeven die uit soort 7 zijn ontstaan?
A
6
B
8, 2
C
6,2,3
D
2,3

Slide 25 - Quiz

Wie bedacht de evolutietheorie?

Slide 26 - Open question

Wat is variatie?

Slide 27 - Open question

Wat is natuurlijke selectie?

Slide 28 - Open question

Een mutatie is een verandering in het DNA
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Uit een gemeenschappelijke voorouder kunnen verschillende soorten ontstaan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Huiswerk
Lezen 11.3
Leren begrippen 11.3
Maken werkboek 11.3: opdracht 
Leren voor het proefwerk!

Slide 31 - Slide

Afsluiting
Heb je nog vragen?

Slide 32 - Slide