Ik kan de grafiek bij een tabel met regelmaat tekenen en weet dat dit altijd een rechte lijn is.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
wiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1
This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
leerdoelen vorige les § 9.2
Ik kan de grafiek bij een tabel met regelmaat tekenen en weet dat dit altijd een rechte lijn is.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
leerdoelen 9.3
Ik weet wat een letterformule is en weet hoe deze is opgebouwd.
Ik kan de variabelen in een formule aangeven.
Ik kan berekeningen met formules uitvoeren.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Variabelen
Een variabele is het getal dat steeds kan veranderen (de letters in de formule)
Inkomsten in € = 4,50 + 3,43t
Variabelen zijn: inkomsten in € en t
Slide 7 - Slide
Letters in formules
We kunnen de formule dus korter schrijven:
huurprijs in € = 15 + 4 x tijd in dagen
wordt
huurprijs in € = 15 + 4 x t
t = tijd in dagen (dit staat onder de formule)
Slide 8 - Slide
maak van deze formule een formule met letters: lengte van de kaars in cm = 32 - 4 x aantal branduren
Slide 9 - Open question
Tom werkt bij de AH. Hij berekent zijn inkomsten met de formule: inkomsten in euro = 4,75 + 3,50t (t= tijd in uren)
Hoeveel verdient Tom per uur?
Slide 10 - Open question
Tom werkt bij de AH. Hij berekent zijn inkomsten met de formule: inkomsten in euro = 4,75 + 3,50t (t= tijd in uren)
Wat verdient Tom als hij 4 uur werkt?
Slide 11 - Open question
Tom werkt bij de AH. Hij berekent zijn inkomsten met de formule: inkomsten in euro = 4,75 + 3,50t (t= tijd in uren) Zijn vriend Tim werkt 2 uur meer dan Tom, hoeveel verdient hij meer?
Slide 12 - Open question
Mevrouw Spruit snowboardt de berg af. Zij gebruikt de volgende formule: hoogte in meters = 3000 - 300t (t: tijd in minuten) Hoeveel meter daalt mevrouw Spruit per minuut?
Slide 13 - Open question
Mevrouw Spruit snowboardt de berg af. Zij gebruikt de volgende formule: hoogte in meters = 3000 - 300t (t: tijd in minuten) Na hoeveel minuten is mevrouw Spruit beneden?
Slide 14 - Open question
leerdoelen 9.3
Ik weet wat een letterformule is en weet hoe deze is opgebouwd.
Ik kan de variabelen in een formule aangeven.
Ik kan berekeningen met formules uitvoeren.
Slide 15 - Slide
zelfstandig werken
maak van 9.3 opdracht 21, 22 en 23
klaar? kijk alvast na
timer
10:00
Slide 16 - Slide
§9.4
Formules veranderen
Slide 17 - Slide
Leerdoelen
Ik kan een nieuwe formule maken als het begingetal verandert.
Ik kan een nieuwe formule maken als het stijg/daalgetal verandert.
Slide 18 - Slide
Zie de onerstaande woordformule
beltegoed in euro = 40 - 0,20 x beltijd in minuten
Slide 19 - Slide
Formules met letters
beltegoed in euro = 40 - 0,20 x beltijd in minuten
beltegoed in euro = 40 - 0,20 x m
Slide 20 - Slide
Formules met letters zo kort mogelijk schrijven
beltegoed in euro = 40 - 0,20 x beltijd in minuten
beltegoed in euro = 40 - 0,20 x m
beltegoed in euro = 40 - 0,20m
m: beltijd in minuten
Slide 21 - Slide
Voorbeeld 1
beltegoed in euro = 40 - 0,20m
m: beltijd in minuten
Bereken het beltegoed wanneer er 10 minuten gebeld is.
beltegoed in euro =
Slide 22 - Slide
beltegoed in euro = 40 - 0,20m m: beltijd in minuten
Bereken het beltegoed wanneer er 10 minuten gebeld is.
Slide 23 - Open question
Voorbeeld 2
beltegoed in euro = 40 - 0,20m
m: beltijd in minuten
Bereken het beltegoed voor m = 30.
beltegoed in euro =
Slide 24 - Slide
beltegoed in euro = 40 - 0,20m m: beltijd in minuten
Bereken het beltegoed voor m=30
Slide 25 - Open question
Formules veranderen
beltegoed in euro = 40 - 0,20m
m: beltijd in minuten
Slide 26 - Slide
Formules veranderen
beltegoed in euro = 40 - 0,20m
m: beltijd in minuten
beltegoed opwaarderen verandering begingetal
Slide 27 - Slide
Formules veranderen
beltegoed in euro = 40 - 0,20m
m: beltijd in minuten
beltegoed opwaarderen verandering begingetal
verandering van de prijs per belminuut verandering daalgetal
Slide 28 - Slide
Voorbeeld
David gebruikt om zijn beltegoed te
berekenen de formule:
beltegoed in euro = 40 - 0,20m
m: beltijd in minuten
De mobiele provider van David verhoogt
de prijs per minuut met 0,05 euro. David
waardeert tegelijkertijd zijn beltegoed met
10 euro op. Schrijf de nieuwe formule op.
Het nieuwe begingetal is
Het nieuwe daalgetal is
beltegoed in euro =
Slide 29 - Slide
Beltegoed in euro = 40 - 0,20m David waardeert zijn beltegoed op met 10 euro. Schrijf de nieuwe formule op.
Slide 30 - Open question
Beltegoed in euro = 50 - 0,20m De provider verhoogt de prijs per minuut met 0,05. Nieuwe formule?
Slide 31 - Open question
Hoeveel beltegoed heeft David nog als hij 20 minuten gaat bellen?
Beltegoed=50−0,25m
Slide 32 - Open question
Leerdoelen
Ik kan een nieuwe formule maken als het begingetal verandert.
Ik kan een nieuwe formule maken als het stijg/daalgetal verandert.
Slide 33 - Slide
zelfstandig werken
maak van 9.3 opdracht 21, 22 en 23
maak van 9.4 opdracht 27 tot en met 32
kijk alles zorgvuldig na en plaats foto's in mijnschrift