NU Hoofdstuk 3

programma
5
Welkom + boek
5
Vragen 
30
Aan de slag
5
Afspraken + huiswerk
45
1 / 19
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

programma
5
Welkom + boek
5
Vragen 
30
Aan de slag
5
Afspraken + huiswerk
45

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1 Verhoudingen les 2

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 1 Verhoudingen
Je herkent verhoudingen die gelijk zijn aan elkaar;
Je leert verhoudingen te verkleinen;


Slide 3 - Slide

Vorige les
Basisprincipes verhoudingstabel

Slide 4 - Slide

Uitleg
Je ziet hiernaast 3 witte vierkantjes en 6 rode vierkantjes. Je kan zeggen dat de verhouding 3 staat tot 6 is. 
3:6

Slide 5 - Slide

Uitleg
De verhouding witte vierkantjes en rode vierkantjes is  ==>   3:6
Om een verhouding zo duidelijk mogelijk te maken, schrijf je een verhouding zo klein mogelijk
3:6 wordt zo klein mogelijk 
1:2  
( bij een wit vierkantje horen 2 rode vierkantjes) 

Slide 6 - Slide

Verhoudingen verkleinen
Probeer beide getallen door hetzelfde getal te delen.


Slide 7 - Slide

Welke verhouding hoort bij de afbeelding?
A
1 rode vierkantjes :3 witte vierkantjes
B
2 rode vierkantjes : 3 witte vierkantjes
C
2 rode vierkantjes :5 witte vierkantjes

Slide 8 - Quiz

Wat is de verhouding
appel : banaan
A
2:3
B
2:5
C
3:2

Slide 9 - Quiz

Geef de verhouding tussen de grijze vierkantjes en de groende vierkantjes. Sleep de verhouding naar het plaatje
3:5
4:5
1:5

Slide 10 - Drag question

Jan heeft 10 l mengsmering nodig voor de grasmachine. Mengsmering is 1:20. Hoeveel liter olie is er nodig?
A
0,476
B
0,545
C
0,422
D
0,522

Slide 11 - Quiz

Jan heeft 10 l mengsmering nodig voor de grasmachine
mengsmering 1:20
1
olie
0,047
0,47 L
20
benzine
0,952
9,52 L
21
1
10 l

Slide 12 - Slide

De verhouding van het aantal blauwe mappen met het aantal zwarte mappen is
2 blauwe mappen : 4 zwart mappen. Wat is de kleinste verhouding?
A
1 blauwe map staat tot 2 zwarte mappen
B
1 blauwe map staat tot 3 zwarte mappen
C
kan niet kleiner

Slide 13 - Quiz

Om groene verf te mengen mengt de schilder 2 delen gele verf met 6 delen blauwe verf. Wat is de kleinste verhouding?

Slide 14 - Open question

Sleep de bij elkaar horende verhoudingen
 naar elkaar.
1:3
1:6
2:7
1:5
4:12
4:14
4:20
4:24

Slide 15 - Drag question

Een bloemist maakt een boeket met 10 tulpen. Wat is de verhouding rode tulpen : gele tulpen?
A
3:6
B
1:2
C
3:7

Slide 16 - Quiz

Vijf boeketten maken
De bloemmist gaat nu vijf dezelfde boeketten maken. De boeketten hebben de verhouding rode tulpen : gele tulpen als 3:7. 
Als ze vijf boeketten in dezelfde verhouding gaat maken heeft 
3 x 5 = 15 rode tulpen nodig
en
7 x 5 = 35 gele tulpen nodig

Slide 17 - Slide

Dezelfde bloemist maakt 7 boeketten met dezelfde verhouding namelijk 3 rode tulpen: 7 gele tulpen. Hoeveel rode en gele tulpen heeft de bloemist nodig voor deze 7 boeketten?
A
6 rode tulpen 14 gele tulpen
B
30 rode tulpen 70 gele tulpen
C
20 rode tulpen 49 gele tulpen
D
21 rode tulpen 49 gele tulpen

Slide 18 - Quiz

Verhoudingen verkleinen
Maak de oefenbladen.

Onderzoek door welke getallen je kan delen!
(Getallen die eindigen op een (5) 0, even getallen)

Slide 19 - Slide