2OBB 10 maart 2020

Programm:
Luisteropdracht
Stukje Grammatica 
Oefenen
Afsluiting
Herzlichen Wilkommen 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Programm:
Luisteropdracht
Stukje Grammatica 
Oefenen
Afsluiting
Herzlichen Wilkommen 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 
Je kent de rijtjes van 'haben' en 'sein'.
Je kunt Duitse zwakke werkwoorden vervoegen. 
Je kent de uitgangen van zwakke werkwoorden. 
Je kent de persoonlijke voornaamwoorden.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Hoelang is er al oorlog in Syrië?
A
6 jaar
B
7 jaar
C
9 jaar
D
10 jaar

Slide 4 - Quiz

Wat wordt er over Idlib gezegd?
A
Idlib wordt bevrijd
B
Het is/was ingenomen door rebellen
C
er heerst nu een wapenstilstand

Slide 5 - Quiz

Unplugging- day, wat voor dag is dat?
A
Een dag om geen muziek te luisteren
B
Een dag om al je mobieltje en iPad weg te leggen
C
Een dag om niet op social-media te kijken
D
Een dag om niet met school bezig te zijn

Slide 6 - Quiz

Welke planeet wordt genoemd?
A
Venus
B
Aarde
C
Mars
D
Jupiter

Slide 7 - Quiz

Wat is de nieuwe naam voor de robot?
A
Perseverance
B
Ausdauer
C
Percy
D
Perry

Slide 8 - Quiz

Waar zijn de ijsbeertjes geboren?
A
Hamburg
B
Bonn
C
Berlijn
D
Bremen

Slide 9 - Quiz

Waarom mag de vader de jonge ijsbeertjes niet zien?
A
De jonge ijsberen mogen nog niet naar buiten
B
Ze zijn te klein
C
Hij denkt dat ze zijn ontbijt zijn

Slide 10 - Quiz

Geslacht van znw
Mannelijke personen of dieren --> der
Vrouwelijke personen of dieren --> die
Onzijdige woorden, het-woorden --> das

Slide 11 - Slide

timer
1:00
die
der
das
Mann
Frau
Kind
Junge
Schule
Mädchen

Haus
Lehrer

Lehrerin

Slide 12 - Drag question

'haben' en 'sein'
Dat zijn de werkwoorden hebben en zijn. Deze heb je n bijna iedere zin nodig.
Zeker voor zinnen met een voltooid deelwoord.

Slide 13 - Slide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 14 - Drag question

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 15 - Drag question

Haben: ich
A
habe
B
hast
C
habt

Slide 16 - Quiz

Sein: du
A
bist
B
bin
C
sind
D
hast

Slide 17 - Quiz

haben: wir
A
habt
B
habe
C
haben
D
sind

Slide 18 - Quiz

sein: ihr
A
sind
B
seit
C
seid
D
ist

Slide 19 - Quiz

haben: ihr
A
haben
B
habt
C
habe
D
hast

Slide 20 - Quiz

sein: Sie
A
seid
B
ist
C
sind
D
war

Slide 21 - Quiz

haben: sie (mv)
A
habt
B
haben
C
hat
D
sind

Slide 22 - Quiz

Huiswerk
Bladzijde 102
Maken opdrachten 6, 7, 11, 12 en 13

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide