10.2: ontkenning, regarder

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Cours du 7 mars

ontkenning, regarder

VIFE : Fenna Visser

Wat ga je deze les leren?

1. Je beantwoordt vragen 'bij de dokter'.
2. Je kunt een ontkennende zin maken.
3. Je begrijpt een video over 'ziek zijn'.

Planning

• Magister
• Proefwerk chapitre 5
• Questions
• Ontkenning
• Regarder E

toets vragen: volgende week eerste les

Proefwerk (PW) chapitre 5

Donderdag 4 april

• Vocabulaire ABEF (+ zinnen)
• Grammaire: ontkenning, vraag stellen

• Lire
• (Écrire)
• (Écouter)

Magister

• Aanwezig
• Op tijd
• Boeken mee: cahier B
• Huiswerk gemaakt: grammaire D

Questions (p. 18)

Tu es chez le docteur, réponds:

1. Tu as mal à la gorge ?
2. Tu as mal à l'oreille ?
3. Tu as mal au nez ?
4. Tu as mal aux pieds ?

Ontkenning (p. 22-25)

Non, je n'ai pas mal aux pieds.

• Wat betekent ne...pas?
• Waar staat ne en pas in de zin?
• Wat voor ontkenningen weet je nog meer?

Ontkenning (p. 22-25)

Andere ontkenningen

• ne...plus                = niet meer
• ne...jamais            = nooit
• ne...rien                 = niets
• ne...pas encore  = nog niet

Ontkenning (p. 22-25)

Contrôle: 17c

1. Nous n’allons jamais à la plage.
   
2. Il n’est pas encore arrivé.
   
3. Tu n’achètes rien.
   
4. Vous n’allez jamais à Paris.
   
5. Ils ne vont plus manger au restaurant le weekend.
   

Regarder

Série: 'Perdu à Paris'

• Gabriel et Timéo sont amis.
  
• Timéo est vlogueur, Gabriel est son assistant.
  
• Ils participent à une compétition: 'Tour de l'Europe'.
  
• Lina et Jade habitent à Paris.

Regarder

Série: 'Perdu à Paris'

• Faire: ex. 20b, 21
• Aide: vocabulaire E
• Fini? apprendre voca E

Wat heb ik geleerd?

1. Ik kan vragen beantwoorden bij de dokter.
2. Ik weet hoe ik een ontkenning maak in het Frans.
   
3. Ik kan samenvatten wat er in de video gebeurde.

Devoirs

• Faire: ex. 20b, 21
• Apprendre: vocabulaire F (10 mots), chapitre 5
  
• Apporter (=meenemen): cahier B !