1M week 50 les één (fysiek)

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

What are we going to do today?

- Who is here?

- Reading

- Checking your homework

- Recap!

- Word order

- Homework

- End of lesson

Write me words!

A E T R

K P L O

I M S N

H U D F

Words under C and F

Let's check your homework

Let's check all of your homework you had to do during (online) class!

Recap!

We gaan nu het maken van vragen herhalen in de klas.

Schrijf maar met mij mee!

Hulpwerkwoorden

Wat zijn de hulpwerkwoorden ookalweer in het Engels?

Questions

Wel een hulpwerkwoord

Geen hulpwerkwoord

Draai dit om met het onderwerp

in de zin:

I should drink - Should I drink?

Zet 'do' of 'does' aan het begin van de zin

She is a dancer

I would like to eat spaghetti

My sister walks to school every morning

Nu eens door met de negations.. hebben we het hier al over gehad?

Negation: iets dat niet zo is

Een negation (ontkenning) gebruik je om te zeggen dat iets niet zo is. 

Je maakt een ontkenning door don't of doesn't voor het werkwoord te zetten. Je gebruikt doesn't bij he, she en it.

Voorbeeld:

I know him. --> I don't know him.

Met een ontkenning geef je dus aan dat iets...

1. wel zo is
2. niet zo is
3. misschien zo is
4. zo kan zijn

Negations

Wel een hulpwerkwoord

Geen hulpwerkwoord

'Not' erachter

Don't of doesn't voor het werkwoord

I should eat more

She will pick him up from school

He eats breakfast every morning

Grammar 6

Go to page one hundred and sixteen in your book!

We gaan het hebben over de woordvolgorde

Word order

In een Engelse zin staan woorden in een bepaalde volgorde. De zin heeft een soort structuur.

Om deze structuur te bepalen, gebruik je de volgende zin:

Wie doet wat waar wanneer?

Welke zin gebruik je om de woordvolgorde te bepalen?

Welke zin gebruik je om de woordvolgorde te bepalen?

Wie doet wat waar wanneer?

Wie = het onderwerp

Doet = het werkwoord

Wat = lijdend voorwerp (wie/wat + ww + onderwerp?)

Waar = plaats

Wanneer = tijd

Sarah likes to play guitar in her room every day

Grammar 6

Er hoeven niet altijd alle elementen uit de zin 'Wie doet wat waar wanneer?' in de zin te staan. Soms staat er geen plaats of tijd in de zin. Dit is dan prima.

are - my boots - new

a lot of - students - at my school - there - are

PE - I - like - having - in the afternoon

the teacher - about word order - taught - the students

Do exercise 56, 57, 58 and 59B

Done? Study the words under C and F

End of lesson

- Do exercise 56, 57, 58 and 59B

- Study the words under C and F

- Bring the right books!!!