(2hv) bronnen: Duitsland en Europa paragraaf 4

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 4 H4  Bronnen: Duitsland en Europa
  • maken opdracht 1 en 2
  • nabespreken paragraaf 4
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • De verandering van Duitsland binnen Europa
  • de welvaart in vergelijking met andere landen
  • welke landen het belangrijkst zijn voor de export
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 4 H4  Bronnen: Duitsland en Europa
  • maken opdracht 1 en 2
  • nabespreken paragraaf 4
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • De verandering van Duitsland binnen Europa
  • de welvaart in vergelijking met andere landen
  • welke landen het belangrijkst zijn voor de export

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Slide

in Europa
  • Duitsland heeft na Rusland de meeste inwoners (82 miljoen) van Europa
  • Het is de grootste economie van Europa > het hoogste bruto nationaal product (bnp)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Rand van Europa
  • Duitsland lag vroeger aan de rand van Europa nu in het centrum
  • Na WO II lag Duitsland op de grens van Oost - en West-Europa: IJzeren gordijn > weinig contacten
  • Nu weer lid van de Europese Unie. Samen met andere Oost-Europese landen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

vrij verkeer
  • vrij verkeer en open grenzen door het Schengenverdrag in 1985 > handel met buurlanden makkelijker
  • gevolg: betere verbindingen (wegen, spoorlijnen) met buurlanden

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Blauwe Banaan
belangrijkste gebieden in Europa waar:
  • de meeste mensen wonen
  • de welvaart het grootst is
  • de meeste hightechbedrijven zijn
  • de meeste universiteiten zijn

Slide 10 - Slide

Verbanden leggen

Slide 11 - Slide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 4 H4 Bronnen: Duitsland en Europa
maken opdracht 1 en 2
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 62/63
  • werkboek blz. 71/72
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 12 - Slide

herhalen/nabespreken

Slide 13 - Slide