Woordstrategieën

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welke woordstrategie ken jij?

Slide 4 - Mind map

H1: Woordraadstrategie: een synoniem zoeken
In teksten kom je vaak onbekende woorden tegen. De betekenis van een
onbekend woord kun je opzoeken in het woordenboek. Je kunt de betekenis
ook raden met behulp van andere woorden in de tekst. Misschien staat er in
de tekst een woord dat je wél kent en dat ongeveer hetzelfde betekent. Zo’n
woord noem je een synoniem

Voorbeelden van synoniemen zijn: opmerkelijk – opvallend, variatie – afwisseling, direct – meteen

Slide 5 - Slide

H2: Woordraadstrategie: een omschrijving zoeken
Van onbekende woorden staat vaak een omschrijving in de tekst. Zo kun je de betekenis van een woord uit de tekst afleiden zonder woordenboek. 
Als je geen omschrijving van een onbekend woord in de tekst kunt vinden, zoek je het op in een woordenboek. 

Bijvoorbeeld: journalist – iemand die informatie verzamelt en openbaar maakt op internet, tv of in de krant

Slide 6 - Slide

H3: Woordraadstrategie: een voorbeeld zoeken
In teksten staan soms voorbeelden om onbekende woorden uit te leggen.
Dan weet je meteen wat de schrijver bedoelt.
Bij een voorbeeld vind je vaak de volgende woorden:
bijvoorbeeld, zo is er ..., zoals, denk maar aan ..., neem, zo.
Bijvoorbeeld: Het vandalisme, zoals het vernielen van bushokjes, is een groot probleem in deze wijk.

Ook een dubbele punt (:) kan aangeven dat er voorbeelden volgen: Zij houden vooral van balsporten: voetbal, volleybal, korfbal.

Slide 7 - Slide

Wat is een tegenstelling?

Slide 8 - Open question

H4: Woordraadstrategie: een tegenstelling vinden
Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.
Bijvoorbeeld: goedkoop – duur, begrijpelijk – onbegrijpelijk.
Als je in een tekst een onbekend woord tegenkomt, kun je de betekenis soms
begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling staat.
Bijvoorbeeld: De hotels aan het strand zijn prijzig, maar aan de drukke autoweg zijn ze goedkoop. Het woord prijzig is een tegenstelling van goedkoop. Prijzig betekent dus duur.
Zoek je een tegenstelling van een onbekend woord? Let dan op deze woorden:
maar, echter, toch, daarentegen. Deze woorden geven een tegenstelling aan.

Slide 9 - Slide

Typ een tegenstelling

Slide 10 - Mind map

Aan de slag
  • Spelling H4 opdr. 1 t/m 7 en 10 (vanaf p.143)
  • Klaar? Maak ander huiswerk
  • Verder oefenen met WS H4 in het OLC
timer
13:00

Slide 11 - Slide

Afsluiten
Wat heb je geleerd?
Welke woordstrategieën ken je?


                   Zorg ervoor dat je steeds 
                       je leesboek bij je hebt! 

Slide 12 - Slide