This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herzlich willkommen
Beim großen Quiz!
Slide 1 - Slide
Runde 1: Landeskunde
In ronde 1 zitten 15 vragen over kennis van volk en land.
Slide 2 - Slide
Wie viele Bundesländer hat Deutschland (schrijf het getal volledig in het Duits)
timer
0:30
Slide 3 - Open question
Wat is het grootste Duitse Bundesland? (in het Duits!)
timer
0:30
Slide 4 - Open question
Hoe heet het feestterrein waar elk jaar in München het Oktoberfest wordt gehouden?
timer
0:20
A
die Wiesen
B
der Oktoberfestplatz
C
das Kirmesgelände
D
der Bierzeltplatz
Slide 5 - Quiz
timer
1:00
kroeg
slagerij
banketbakkerswinkel
snackbar
Kneipe
Konditorei
Imbiss
Metzgerei
Slide 6 - Drag question
"Der Deutsche Bundestag" komt bijeen in.....
timer
0:20
A
Berlin
B
Bonn
C
Köln
D
München
Slide 7 - Quiz
Voor de invoer van de Euro was er in Duitsland de munteenheid....
timer
0:20
A
der Franken
B
der Schilling
C
Die Krone
D
die Mark
Slide 8 - Quiz
Wat zijn de hoofdsteden van: Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland (in deze volgorde, in het Duits en met alleen een spatie ertussen)
timer
0:45
Slide 9 - Open question
Wat bedoelen we met de term "Ossi"?
timer
0:20
A
deel van de Oostzeekust
B
inwoner van de voormalige DDR
C
kinderwoord voor een kalfje
D
een Pruisische jongensnaam
Slide 10 - Quiz
Wie viel Einwohner hat Deutschland?
timer
0:20
A
~ 62 Millionen
B
~ 72 Millionen
C
~ 82 Millionen
D
~ 92 Millionen
Slide 11 - Quiz
Welche dieser Länder grenzen an Deutschland?
timer
0:20
A
Dänemark
B
Polen
C
Frankreich
D
Spanien
Slide 12 - Quiz
Wann wurde Deutschland wiedervereinigt?
timer
0:20
A
1985
B
1989
C
1990
D
1995
Slide 13 - Quiz
"Kölnisch Wasser" is....
timer
0:20
A
een bronwatermerk uit Keulen
B
een eau de toilette uit Keulen
C
een Schnaps uit Keulen
D
het deel van de Rijn dat door Keulen stroomt
Slide 14 - Quiz
Welke 2 snoepmerken zijn Duits?
timer
0:20
A
Haribo
B
Milka
C
Ricola
D
Werthers Original
Slide 15 - Quiz
Het einde van de 80 jarige en de 30 jarige oorlog werd getekend in...
timer
0:20
A
Augsburg
B
Utrecht
C
Versailles
D
Münster
Slide 16 - Quiz
Wat zijn de hoofdsteden van: Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland (in deze volgorde, in het Duits en met alleen een spatie ertussen)
timer
0:45
Slide 17 - Open question
Runde 2: (Jugend)sprache
In ronde 2 zitten 9 vragen over (jeugd)taal.
Slide 18 - Slide
Was bedeutet das Wort "Arschwasser"?
timer
0:20
A
dat je diarree hebt
B
dat je zweet tussen je billen
C
dat het water je tot de nek staat
D
dat je in het water bent gevallen
Slide 19 - Quiz
Hoe heet dit kasteel?
A
Schloss Hohenschwangau
B
Zweinstein
C
Burg Reichenberg
D
Neu Schwanstein
Slide 20 - Quiz
Was bedeutet das Wort "Kummerspeck"?
timer
0:20
A
Gewicht dat je bent aangekomen door emotie eten
B
Dat je je zorgen maakt
C
zo heten de spekjes in de boerenkool
D
Dat je bent afgevallen
Slide 21 - Quiz
Hoe noemen Duitsers met z'n allen massaal voetbal kijken?
timer
0:20
A
Public viewing
B
Öffentlichkeitsschau
C
Draussenfußball
D
Freiluftsehen
Slide 22 - Quiz
Hoe zeg je tegen iemand dat je diegene mist?
timer
0:20
A
Ich verpasse dich
B
Ich misse dich
C
Ich vermisse dich
D
Du fehlst mir
Slide 23 - Quiz
Was bedeutet das Wort "brutal"?
timer
0:20
A
breed
B
gewelddadig
C
brutaal
D
de naam van een dal in Zwitserland
Slide 24 - Quiz
Wie heißt dieses Tier?
timer
0:20
A
das Wildkaninchen
B
das Meersweinchen
C
das Meerschweinchen
D
der Tiger
Slide 25 - Quiz
Was bedeutet das Wort "Fernweh"?
A
Verlangen naar de televisie
B
Verlangen naar ver weg
C
Verlangen naar thuis
Slide 26 - Quiz
Wie heißt dieses Tier?
A
das Parkiet
B
der Wellensittich
C
der Jungelvogel
D
der grüne und gelbe Vogel
Slide 27 - Quiz
Runde 3: gemischt
In ronde 2 zitten 15 vragen over van alles en nog wat m.b.t. Duits/Duitsland.
Slide 28 - Slide
timer
0:45
Welke 3 winkelketens zijn van oorsprong Duits?
Slide 29 - Drag question
Het Disney kasteel is gebaseerd op kasteel Neu Schwanstein.
Waar of niet waar?
A
Richtig
B
Falsch
Slide 30 - Quiz
Welke rivier is de langste rivier die door Duitsland loopt?
timer
0:20
A
Donau
B
Weser
C
Rhein
D
Waal
Slide 31 - Quiz
Wat is de hoogste berg van Duitsland?
timer
0:20
A
Watzmann
B
Zugspitze
C
Tegelberg
D
Lorelei
Slide 32 - Quiz
In welk jaar begon met met de bouw van de Berlijnse muur?
timer
0:20
A
1938
B
1961
C
1989
D
1946
Slide 33 - Quiz
timer
0:45
Welke 6 automerken zijn van oorsprong Duits?
Slide 34 - Drag question
Op welk plaatje zie je het Duitse gerecht "Knödel"?
timer
0:20
A
B
C
D
Slide 35 - Quiz
In de jaren ‘60 hield een Amerikaanse president in Berlijn een toespraak met de legendarische woorden: "Ich bin ein Berliner". Wie was deze president?
timer
0:20
A
Lyndon B. Johnson
B
John F. Kennedy
C
Richard M. Nixon
D
Jimmy E. Carter
Slide 36 - Quiz
Het favoriete Duitse woord van Linda de Mol is ‘Streichholzschächtelchen’. Maar wat betekent het?
timer
0:45
Slide 37 - Open question
Duitsland is ons belangrijkste handelspartner, zowel qua import en export. In 2014 exporteerden wij voor €104,4 miljard naar Duitsland. Het belangrijkste exportproduct waren ‘kantoor- en automatische gegevens’. Welk exportproduct volgt daarop?
A
groente en fruit
B
elektrische apparaten
C
vlees
D
auto's
Slide 38 - Quiz
In Duitsland wordt elk jaar per persoon .... liter bier gedronken.
timer
0:20
A
86
B
250
C
31
D
114
Slide 39 - Quiz
Welke volgorde van kleuren heeft de Duitse vlag? (invullen in Duits en met alleen een spatie ertussen)