Stappenplan:
1. Bepaal met wat voor soort zin je te maken hebt (bevestigend/ontkennend/vragend).
a. +: reg.ww: +ed / onr.ww: eigen vorm
b. -: didn’t + hele werkwoord
c. ?: Did – persoon – hele werkwoord
2. Ga op zoek naar signaalwoorden.
3. Bepaal met welk soort ww je te maken hebt (regelmatig/onregelmatig).
4. Vul de juiste vorm van het werkwoord in.