5H Beco H9, 16 herhaling

5H Beco H9 herhaling
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

5H Beco H9 herhaling

Slide 1 - Slide

Samenlevingsvormen
- Huwelijk
- Geregistreerd Partnerschap
- Samenleven zonder samenlevingscontract
- Samenleven met samenlevingscontract
( samenlevingscontract: afspraken over financiele bijdrage huishouden en kinderen, afspraken over verdeling bezittingen bij uit elkaar gaan )

Slide 2 - Slide

Mogelijke financiele afspraken voor het huwelijk:

- Gemeenschap van goederen ( standaard tot 1/1/2018 )

alle bezittingen en schulden zijn automatisch van de echtgenoten samen en worden bij scheiding in gelijke mate verdeeld

Slide 3 - Slide

Mogelijke financiele afspraken voor het huwelijk:

- Beperkte gemeenschap van goederen ( standaard na 1/1/2018 )

bezittingen en schulden van voor het huwelijk blijven prive vermogen, inclusief voor het huwelijk opgebouwde pensioenrechten, evenals ontvangen schenkingen en erfenissen
vermogen wat tijdens het huwelijk wordt verworven is van de echtgenoten samen

Slide 4 - Slide

Financiele afspraken voor het huwelijk:

- Huwelijkse voorwaarden

akte opgesteld door de notaris met daarin de specifieke afspraken over de verdeling van het vermogen

Vaak aan te raden in het geval een partner een eigen onderneming heeft

Slide 5 - Slide

Welke keuze bij een huwelijk raad je Charlene de Carvalho Heineken aan?
A
Gemeenschap van goederen
B
Beperkte gemeenschap van goederen
C
Huwelijkse voorwaarden
D
Niet trouwen

Slide 6 - Quiz

Uit de beëindiging van het huwelijk én uit een scheiding van tafel en bed volgt ook een ontbinding van de gemeenschap van goederen:
 
- na de ontbinding kan de gemeenschap worden verdeeld ->
   . in principe ieder de helft van de waarde en de schulden van
     de gemeenschap; 
   . de privévermogens vallen er vanzelf al buiten ( moet bewezen kunnen worden )

Ontbinding gemeenschap van goederen:

Slide 7 - Slide

Voor het trouwen:
Partner 1> huis € 200.000, hypotheek € 160.000, spaargeld € 10.000
Partner 2> spaargeld € 40.000

Bij het scheiden:
huis € 320.000, hypotheek € 250.000, spaargeld € 80.000

Wat is de situatie van partner 1 bij scheiding gemeenschap van goederen?

Slide 8 - Slide

Voor het trouwen:
Partner 1> huis € 200.000, hypotheek € 160.000, spaargeld € 10.000
Partner 2> spaargeld € 40.000
Bij het scheiden:
huis € 320.000, hypotheek € 250.000, spaargeld € 80.000
Wat is de situatie van partner 1 bij scheiding gemeenschap van goederen?
Antwoord in de vorm: huis € ..., hypotheek € ..., spaargeld € ...

Slide 9 - Open question

Voor het trouwen:
Partner 1> huis € 200.000, hypotheek € 160.000, spaargeld € 10.000
Partner 2> spaargeld € 40.000
Bij het scheiden ( gemeenschap van goederen ):
huis € 320.000, hypotheek € 250.000, spaargeld € 80.000
Partner 1>  huis 320.000 / 2 = 160.000
hypotheek 250.000 / 2 = 125.000
spaargeld 80.000 / 2 = 40.000

Slide 10 - Slide

Uit de beëindiging van het huwelijk én uit een scheiding van tafel en bed volgt ook een ontbinding van de beperkte gemeenschap van goederen:
 
- ieder de waarde van het eigen voor het huwelijk opgebouwde vermogen
- ieder de helft van het tijdens het huwelijk opgebouwde vermogen

Ontbinding beperkte gemeenschap van goederen:

Slide 11 - Slide

Voor het trouwen:
Partner 1> huis € 200.000, hypotheek € 160.000, spaargeld € 10.000
Partner 2> spaargeld € 40.000

Bij het scheiden:
huis € 320.000, hypotheek € 250.000, spaargeld € 80.000

Wat is de situatie van partner 1 bij beperkte gemeenschap van goederen?

Slide 12 - Slide

Voor het trouwen:
Partner 1> huis € 200.000, hypotheek € 160.000, spaargeld € 10.000
Partner 2> spaargeld € 40.000
Bij het scheiden:
huis € 320.000, hypotheek € 250.000, spaargeld € 80.000
Wat is de situatie van partner 1 bij scheiding beperkte gemeenschap van goederen?
Antwoord in de vorm: huis € ..., hypotheek € ..., spaargeld € ...

Slide 13 - Open question

Voor het trouwen:
Partner 1> huis € 200.000, hypotheek € 160.000, spaargeld € 10.000
Partner 2> spaargeld € 40.000
Bij het scheiden ( beperkte gemeenschap van goederen ):
huis € 320.000, hypotheek € 250.000, spaargeld € 80.000
Partner 1: huis 200.000 + 120.000 / 2 = 260.000
hypotheek 160.000 + 90.000 / 2 = 205.000
spaargeld = 10.000 + 30.000 / 2 = 25.000

Slide 14 - Slide

5H Beco H16 herhaling

Slide 15 - Slide

Arbeidsovereenkomst
Individuele arbeidsovereenkomst
arbeidsverplichting <---> betaling van loon

Collectieve arbeidsovereenkomst 
CAO
geldend voor een hele bedrijfstak of grote onderneming

Slide 16 - Slide

Loon
Nettoloon = Brutoloon - Loonbelasting - Premies volksverzekeringen

Bijv.: Nettoloon = 3.000 - 1.000 = 2.000

Loonkosten = Brutoloon + Premies werknemersverzekeringen

Bijv.: 3.000 + 500 = 3.500

Slide 17 - Slide

Baan bedrijf A: 36 uur, maandsalaris € 2.000,-
Baan bedrijf B: 36 uur, maandsalaris € 2.200,-

Het werk is identiek. Bedenk een economische reden om toch voor baan A te kiezen

Slide 18 - Open question

Primaire arbeidsvoorwaarden:
- salaris
- aantal uren / werktijdfactor

Secundaire arbeidsvoorwaarden:
Bijv. werktijden, aantal vakantiedagen, lease-auto, mogelijkheden voor scholing, etc.

Slide 19 - Slide

Arbeidsovereenkomst
Opletten op:

Bepaalde tijd <----> Onbepaalde tijd
Flexbanen
- Oproepcontract
- Nulurencontract
- Min-max contract

Slide 20 - Slide

Deze contracten spelen vooral een rol bij bedrijven met onregelmatige behoefte aan personeel.

Naast flexbanen maken deze bedrijven ook gebruik van het inhuren van andere bedrijven of zzp-ers

Slide 21 - Slide

Waarom huren bedrijven soms liever flexwerkers en zzp-ers in?

Slide 22 - Open question

Waarom denk je dat bedrijven flexwerkers en zzp-ers inhuren?

Geen verplichting doorbetalen loon als het bedrijf het een tijd lang rustiger heeft
Geen belasting en premies zoals bij vast personeel

Slide 23 - Slide

Hw.
Zelftoetsen H9 en H16

Slide 24 - Slide