VMBO 2 OEFENTOETS Hoofdstuk 5


Formatieve toets
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Formatieve toets

Slide 1 - Slide

Welkom 2MHT
Welkom bij de formatieve toets over hoofdstuk 5
Jullie krijgen 39 vragen. Een aantal begrippen vragen en een aantal berekeningsvragen. 
Probeer alle vragen te maken. Lukt er een niet. Schrijf op je kladblaadje de vraag op. Zodat je deze na het inleveren van je toets aan mij kan stellen.
Volgende lesuur gaan we beginnen met Hoofdstuk 6

Succes.

Slide 2 - Slide

Wat is marketing?

Slide 3 - Open question

aanbod
A
waar iets of iemand vandaan komt
B
alle verschillende soorten artikelen die in een winkel te koop zijn, de keuze
C
de juiste oplossing hebben, gelijk hebben
D
alle producten die bijvoorbeeld een winkel of firma aanbiedt

Slide 4 - Quiz

Wat is een markt? En noem drie voorbeelden van soorten markten.

Slide 5 - Open question

Als er veel vraag is dan....
A
willen veel mensen het product hebben
B
wordt een product veel verkocht
C
is een product heel veel geld waard
D
is een product populair

Slide 6 - Quiz

Op welke 3 manieren kun je concurreren als je niet met de prijs kunt concurreren ?

Slide 7 - Open question

Concurrenten zijn:
A
Twee vijanden van elkaar
B
Bedrijven die hetzelfde goederen en diensten aan elkaar leveren
C
Bedrijven leveren goederen aan elkaar
D
Bedrijven die dezelfde soort producten maken of leveren

Slide 8 - Quiz

De inkoopprijs van een hockeystick is € 47. De brutowinstopslag is 90%.
Bereken het bedrag van de brutowinstopslag en de verkoopprijs.

1. De brutowinstopslag =
2. De verkoopprijs =

Slide 9 - Open question

Inkoopprijs
Brutowinstmarge +
Verkoopprijs excl. btw
Btw +
Consumentenprijs
(verkoopprijs incl. btw)

Slide 10 - Drag question

omzet
verkoopprijs
nettowinst
brutowinst
consumentenprijs
afzet × verkoopprijs =
inkoopprijs + brutowinstmarge
verkoopprijs + btw
omzet  – inkoopprijs
brutowinst – bedrijfskosten

Slide 11 - Drag question

Jesse verkoopt Fatbikes. Hij koopt ze in voor 1230 euro. De brutowinstopslag is 56,4% . Bereken de verkoopprijs.

Slide 12 - Open question

Je hebt een internetwinkel in oranje fan spullen. Je koopt een leeuwenpak voor 32,50 in. Je verkoopt het voor 45,30 euro.
A. Hoeveel is de brutowinstopslag?
B. Bereken hoeveel de brutowinstopslag van de inkoopprijs in % is.

Slide 13 - Open question

Bereken de afzet per jaar

Slide 14 - Open question

Omzet
Wat is de juiste berekeningsformule?
A. Afzet = omzet × verkoopprijs.
B. Afzet = omzet + verkoopprijs.
C. Omzet = afzet × verkoopprijs.
D. Omzet = afzet ÷ verkoopprijs

Slide 15 - Open question

Evan heeft een broodjeszaak. Vandaag heeft hij de volgende broodjes verkocht:
- 35 broodjes ham en kaas (2,20 euo per stuk)
- 22 broodjes gezond (3,25 euro per stuk)
- 19 broodjes kip kerrie (3 euro per stuk)
8 frikandelbroodjes (1,75 per stuk)

Bereken de totale afzet En bereken de totale omzet.


Slide 16 - Open question

Bereken de afzet.
Vorig tegoed
bijgeschreven
afgeschreven
Nieuw tegoed
€ 25,-
€ 50,-
€ 65,-
€ 10,-
€ 2450,-
€ 2000,-
€ 3100,-
€ 1350,-
Vorig tegoed
bijgeschreven
afgeschreven
Nieuw tegoed
€ 25,-
€ 50,-
€ 65,-
€ 10,-
€ 2450,-
€ 2000,-
€ 3100,-
€ 1350,-
Artikel
Afzet
Verkoopprijs
Omzet
B.
.......?......
€ 2,50
€ 487,50

Slide 17 - Open question

einde


Einde


Klaar? Klik dan op het kruisje en dan op inleveren

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide